Uitspraak Nº C/16/414154 / HA ZA 16-306. Rechtbank Midden-Nederland, 2016-11-23

ECLIECLI:NL:RBMNE:2016:5886
Date23 Noviembre 2016
Docket NumberC/16/414154 / HA ZA 16-306
CourtRechtbank Midden-Nederland (Neederland)

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht

handelskamer

locatie Utrecht

zaaknummer / rolnummer: C/16/414154 / HA ZA 16-306

Vonnis van 23 november 2016

in de zaak van

[eiser] ,

wonende te [woonplaats] ,

eiser,

advocaat mr. M.A. Buijs te Heerenveen,

tegen

de coöperatie met uitgesloten aansprakelijkheid

COOPERATIEVE RABOBANK U.A.,

gevestigd te Utrecht,

gedaagde,

advocaat mr. R.M. Vermaire te Utrecht.

Partijen zullen hierna [eiser] en Rabobank genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het tussenvonnis van 6 juli 2016

  • -

    het proces-verbaal van comparitie van 6 oktober 2016.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

[eiser] was houder van een bankrekening van de AbnAmrobank. Hij beschikte over een pinpas van die rekening. De pincode van die rekening heeft hij in het verleden zelf gewijzigd in een door hem gekozen getalscombinatie, te weten zijn geboortedatum. Hij heeft die pincode nimmer aan een ander meegedeeld en die code ook niet op schrift vastgelegd.

2.2.

In ieder geval vanaf 2008 geniet [eiser] een bijstandsuitkering van circa € 800,- per maand, die maandelijks op zijn AbnAmrorekening werd gestort. Andere inkomsten heeft hij niet. Gedurende (in ieder geval) 2009 gold er een limiet ten aanzien van het bedrag dat [eiser] per dag van zijn bankrekening kon opnemen. Deze limiet bedroeg € 500.-. Op 20 september 2010 heeft [eiser] deze daglimiet verhoogd van € 500,- naar € 10.000,-. De AbnAmrobank heeft, in het kader van de na te melden Kifidprocedure, meegedeeld dat [eiser] tot 20 september 2010 ten laste van zijn bankrekening nooit een hoger bedrag per dag had opgenomen dan € 555,-.

2.3.

Ten laste van een rekening die ene [A] aanhield bij Rabobank, is op 29 september 2010 tweemaal een bedrag van € 10.000,- overgeschreven naar de AbnAmrorekening van [eiser] . Later diezelfde dag is ten laste van de laatstgenoemde rekening met gebruikmaking van [eiser] pinpas en pincode in totaal € 10.000,- opgenomen bij pinautomaten te Rotterdam, in vijf tranches van € 2.000,-. De overboeking van de € 10.000,- ten laste van de rekening van [A] naar de rekening van [eiser] berustte op een frauduleus handelen, waarvan die [A] slachtoffer was.

2.4.

Ten laste van een rekening die ene [B] aanhield bij de AbnAmrobank, is op 30 september 2010 een bedrag van € 25.000,- overgeschreven naar de AbnAmrorekening van [eiser] . Later diezelfde dag is ten laste van de laatstgenoemde rekening met gebruikmaking van [eiser] pinpas en pincode in totaal € 10.000,- opgenomen bij pinautomaten te Rotterdam, wederom in vijf tranches van € 2.000,-. Ook op 30 september 2010 is ten laste van [eiser] rekening € 14.994,16 overgeboekt naar een bankrekening van ene [C] . De overboeking van de € 25.000,- ten laste van de rekening van [B] naar de rekening van [eiser] berustte op een frauduleus handelen, waarvan die [B] slachtoffer was.

2.5.

Door de AbnAmrobank en/of Rabobank is aangifte tegen [eiser] gedaan. Hij is begin 2011, op verdenking van betrokkenheid bij de frauduleuze overboekingen ten laste van [A] en [B] , aangehouden en in verzekering gesteld. Deze verdenking heeft niet tot (verdere) vervolging geleid. Bij navraag door [eiser] in 2015 bij de politie te Rotterdam is hem meegedeeld dat het politiedossier was gearchiveerd omdat er geen opsporingsindicatie was, daar het ging om een probleem van de bank, niet van de politie.

2.6.

[eiser] heeft geen aangifte bij de politie gedaan van diefstal of vermissing van zijn bankpas en van onrechtmatig gebruik van die pas en de bijbehorende pincode.

2.7.

Rabobank hanteert, net als andere Nederlandse financiële instellingen, het Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen (hierna: het Protocol). Dit, door het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) goedgekeurde, protocol strekt tot maatregelen ter bescherming van gevaren van (rechts)personen die een financiële instelling willen schaden of op oneigenlijke gronden gebruik maken van de diensten van die instelling. De plicht deze maatregelen te treffen rust mede op de aangesloten financiële instellingen uit hoofde van de Wet financieel toezicht (Wft). Het Protocol kent, zakelijk weergegeven en voor zover hier van belang, de navolgende definities:

Incident = een gebeurtenis die als gevolg heeft, zou kunnen hebben of heeft gehad dat de belangen, integriteit of veiligheid van de cliënten of medewerkers van een financiële instelling, de financiële instelling zelf of de financiële sector als geheel in het geding zijn of kunnen zijn, zoals het falsificeren van nota’s, identiteitsfraude, skimming, verduistering in

dienstbetrekking, phishing en opzettelijke misleiding.

Incidentenregister: de gegevensverzameling(en) van de deelnemer, waarin gegevens zijn vastgelegd voor het in artikel 4.1.1 protocol genoemde doel, naar aanleiding van of betrekking hebbend op een (mogelijk) incident;

Extern verwijzingsregister (hierna: EVR): de deelverzameling van het incidentenregister van de betreffende deelnemers, welke uitsluitend verwijzingsgegevens bevat met betrekking tot (rechts)personen en welke bestemd is voor gebruik door (de organisaties van) alle deelnemers.

Voorts luidt het Protocol:

‘Doel Incidentenregister

4.1.1

Met het oog op het kunnen deelnemen aan het Waarschuwingssysteem is iedere Deelnemer gehouden de volgende doelstelling voor het vastleggen van gegevens in het

Incidentenregister te hanteren:

“Het geheel aan verwerkingen ten aanzien van het Incidentenregister heeft tot doel het

ondersteunen van activiteiten gericht op het waarborgen van de veiligheid en de integriteit van de financiële sector, daaronder mede begrepen (het geheel van) activiteiten die gericht zijn

  • -

    op het onderkennen, voorkomen, onderzoeken en bestrijden van gedragingen die kunnen leiden tot benadeling van de branche waar de financiële instelling deel van uitmaakt, van de economische eenheid (groep) waartoe de financiële instelling behoort, van de financiële instelling zelf, alsmede van haar cliënten en medewerkers;

  • -

    op het onderkennen, voorkomen, onderzoeken en bestrijden van oneigenlijk gebruik van producten, diensten en voorzieningen en/of (pogingen) tot strafbare of laakbare

gedragingen en/of overtreding van (wettelijke) voorschriften, gericht tegen de branche waar...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT