Uitspraak Nº C/16/484032 / FO RK 19-1058. Rechtbank Midden-Nederland, 2019-09-13

ECLIECLI:NL:RBMNE:2019:4139
Date13 Septiembre 2019
Docket NumberC/16/484032 / FO RK 19-1058
CourtRechtbank Midden-Nederland (Neederland)
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht

locatie Utrecht

zaaknummer: C/16/484032 / FO RK 19-1058

Vaststelling zorgregeling

Beschikking van 13 september 2019

in de zaak van:

betreffende de minderjarige

[naam minderjarige] ,

wonende te [woonplaats] , gemeente [naam gemeente] ,

hierna te noemen [voornaam van minderjarige] .

De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[belanghebbende 1] ,

wonende te [woonplaats] , gemeente [naam gemeente] ,

hierna te noemen de moeder,

en

[belanghebbende 2] ,

wonende te [woonplaats] , gemeente [naam gemeente] ,

hierna te noemen de vader.

1 De procedure tot nu toe
1.1.

De kinderrechter heeft op 8 juli 2019 een brief ontvangen van [voornaam van minderjarige] .

1.2.

Naar aanleiding van die brief heeft de kinderrechter [voornaam van minderjarige] uitgenodigd voor een gesprek. Dat gesprek heeft plaatsgevonden op 18 juli 2019.

1.3.

Vervolgens heeft de kinderrechter de ouders uitgenodigd voor een gesprek. Dit gesprek heeft plaatsgevonden op 4 september 2019. Daarbij waren beide ouders aanwezig. Op die zitting heeft de moeder stukken aan de kinderrechter gegeven.

2 De feiten
2.1.

De ouders zijn gescheiden. De scheiding is op [echtscheidingsdatum] 2016 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.

2.2.

Zij zijn de ouders van: [naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2006 te [geboorteplaats] .

2.3.

De ouders zijn gezamenlijk belast met het gezag over [voornaam van minderjarige] . Dat betekent dat zij belangrijke beslissingen over [voornaam van minderjarige] alleen samen kunnen nemen.

2.4.

[voornaam van minderjarige] staat in de administratie van de gemeente ingeschreven op het adres van haar moeder. Zij verblijft de ene week bij haar vader en de andere week bij haar moeder.

3 De beoordeling

Waar gaat het over?

3.1.

[voornaam van minderjarige] heeft een brief naar de kinderrechter gestuurd. In die brief schrijft [voornaam van minderjarige] dat zij graag bij haar moeder zou willen (blijven) wonen en om de week een weekend bij haar vader wil zijn. [voornaam van minderjarige] kan bij haar moeder thuis beter leren en voelt zich daar fijner. Ook vindt zij het huis van haar moeder fijner en zij heeft daar een jong zusje. [voornaam van minderjarige] heeft in haar brief ook geschreven dat haar ouders dat goed vinden, maar dat...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT