Uitspraak Nº C/16/497986 / KG ZA 20-88. Rechtbank Midden-Nederland, 2020-04-24

ECLIECLI:NL:RBMNE:2020:1683
Docket NumberC/16/497986 / KG ZA 20-88
Date24 Abril 2020
CourtRechtbank Midden-Nederland (Neederland)

vonnis

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht

handelskamer

locatie Utrecht

zaaknummer / rolnummer: C/16/497986 / KG ZA 20-88

Vonnis in kort geding van 24 april 2020

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

SVO HARDERWIJK B.V.,

gevestigd te Maarssen,

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

advocaat mr. J. Verstoep te Amsterdam,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[gedaagde] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

gedaagde in conventie,

eiseres in reconventie,

advocaat mr. P.J.B. van Deurzen te 's-Gravenhage.

Partijen zullen hierna SVO en [gedaagde] genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding met producties 1 t/m 27, die op 25 maart 2020 aan [gedaagde] is betekend, met daarbij de mededeling dat de voorzieningenrechter heeft bepaald dat de procedure schriftelijk zal worden gevoerd

  • -

    de conclusie van antwoord van [gedaagde] , met eis in reconventie en de producties 1 t/m 10

  • -

    de conclusie van repliek in conventie/antwoord in reconventie van SVO

  • -

    de conclusie van dupliek in conventie/repliek in reconventie van [gedaagde]

  • -

    de conclusie van dupliek in reconventie van SVO

  • -

    het schriftelijk bezwaar van [gedaagde] tegen de hoofdstukken 3.1, .3.2, 3.3, 4, 4.1, 4.2, 5 (randnummers 26 en 27) en 5.2 van de conclusie van dupliek in reconventie en de schriftelijke reactie van SVO op dat bezwaar.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

SVO is een joint venture van twee projectontwikkelaars, te weten: Covast Development B.V. en Ievema Beheer B.V.

2.2.

[gedaagde] is een aannemingsbedrijf, dat zich heeft toegelegd op de uitvoering van omvangrijke, commerciële bouwprojecten.

2.3.

SVO en [gedaagde] hebben op 14 november 2018 een aannemingsovereenkomst gesloten voor de realisatie van een complex met 62 appartementen, genaamd “ [naam] ” en gelegen op het terrein aan de [adres] in [woonplaats] (hierna te noemen: het complex of: het appartementencomplex). De aanneemsom bedraagt € 5.410.000,00 (exclusief BTW) en zal door SWO in termijnen worden betaald. [gedaagde] zal aan SWO voor elke termijn een factuur toezenden waaraan een termijnstaat is gevoegd, ter onderbouwing van de verrichte werkzaamheden. De overeengekomen betalingstermijn is 14 dagen na factuurdatum, tenzij vertraging optreedt door bouwinspectiecontrole door de financier, in welk geval de facturen uiterlijk binnen 30 dagen na factuurdatum zullen worden voldaan.

2.4.

De Rabobank heeft aan SVO een lening verstrekt voor de realisatie van het complex. Het bedrag van die lening is gestort in een bouwdepot. Tussen de Rabobank, SVO en [gedaagde] is overeengekomen dat [gedaagde] haar nota’s naar SVO stuurt. Na akkoord van SVO stuurt zij deze naar de Rabobank, samen met eventuele andere bewijzen. Als de Rabobank de aangeleverde documenten in orde vindt, zal zij het bedrag ervan rechtstreeks uit het bouwdepot aan [gedaagde] betalen. Daarnaast is overeengekomen dat SVO het tegoed in het bouwdepot aan [gedaagde] en de Rabobank verpandt, waarbij [gedaagde] eerste en de Rabobank tweede in rang is.

2.5.

[gedaagde] heeft ten gunste van SVO een (abstracte) bankgarantie bij ABN AMRO Bank laten stellen ter hoogte van € 541.000,00. Voorwaarden voor betaling zijn dat SVO het bedrag noemt waarvan zij betaling verlangt, een verklaring aflegt dat [gedaagde] haar contractuele verplichtingen niet is nagekomen en een verklaring aflegt dat voornoemd bedrag opeisbaar is.

2.6.

Partijen hebben op 15 november 2019 een document met de aanhef “procesverbaal van oplevering 62 appartementen Harderwijk” opgemaakt en ondertekend. Daarin is onder meer opgenomen:

“Partijen verklaren hierbij dat het werk 62 appartementen ‘ [naam] ’, volgens de aannemingsovereenkomst en bijbehorende contractdocumenten d.d. 14-11-18 behoudens de punten zoals deze blijken uit de bijgevoegde lijst met niet afgewikkelde opleverpunten en eventuele verborgen gebreken, is gerealiseerd en aan de opdrachtgever ter beschikking is gesteld, alsmede dat het beheer is overgedragen.”

De heer [A] heeft onderaan het proces-verbaal zijn handtekening geplaatst na de tekst “Namens Opdrachtgever:”, gevolgd door de tekst “15 november 2019

Dhr. [A] , SVO Harderwijk bv”. Namens [gedaagde] heeft de heer [B] het proces-verbaal ondertekend.

Diezelfde dag heeft SVO de appartementen aan haar huurders ter beschikking gesteld.

2.7.

[gedaagde] heeft vervolgens de laatste twee termijnen van de aanneemsom, de termijnen 12 en 14 ten bedrage van € 245.478,75 respectievelijk € 60.500,00 aan SVO gefactureerd op 22 november 2019 respectievelijk 2 februari 2020. SVO heeft die facturen niet ter betaling uit het bouwdepot ingediend bij de Rabobank. Wegens het onbetaald blijven van die facturen heeft [gedaagde] geweigerd de nog resterende opleverpunten uit te voeren.

2.8.

De voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland heeft op 5 februari 2020 aan [gedaagde] verlof verleend om ten laste van SVO conservatoir derdenbeslag te doen leggen onder de Rabobank op het bouwdepot en de bankrekeningen van SVO en onder de ABN AMRO Bank op de bankgarantie en conservatoir beslag te doen leggen op het appartementencomplex, waarbij de vordering van [gedaagde] door de voorzieningenrechter is begroot op € 400.000,00.

2.9.

SVO heeft op 31 januari 2020, op de laatste dag dat dit mogelijk was, geprobeerd de bankgarantie te trekken. ABN AMRO Bank heeft het bedrag van € 541.000,00 niet aan SVO uitbetaald, omdat [gedaagde] op 5 februari 2020 conservatoir beslag heeft doen leggen onder ABN AMRO Bank op de bankgarantie. Daarnaast heeft...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT