Uitspraak Nº C/16/506031 / FA RK 20-4225. Rechtbank Midden-Nederland, 2022-10-21

ECLIECLI:NL:RBMNE:2022:4285
Docket NumberC/16/506031 / FA RK 20-4225
Date21 Octubre 2022
CourtRechtbank Midden-Nederland (Neederland)
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht

locatie Utrecht

zaaknummers: C/16/506031 / FA RK 20-4225 (echtscheiding met nevenvoorzieningen)

C/16/518676 / FA RK 21-635 (verdeling gemeenschap)

Beschikking van 21 oktober 2022

in de zaak van:

[de man] ,

wonende in [woonplaats] ,

hierna te noemen: de man,

advocaat mr. A.G. Ouwejan,

tegen

[de vrouw] ,

wonende in [woonplaats] ,

hierna te noemen: de vrouw,

advocaat mr. A.M. van der Maten.

1 De procedure
1.1.

De rechtbank heeft de volgende stukken ontvangen:

  • -

    het verzoekschrift van de man, binnengekomen op 10 juli 2020;

  • -

    een nader verzoekschrift van de man, binnengekomen op 8 oktober 2020;

  • -

    het verweerschrift van de vrouw met daarin een aantal zelfstandige verzoeken (tegenverzoeken), binnengekomen op 11 maart 2021;

  • -

    de brief van de vrouw van 12 maart 2021 met de laatste bladzijde van het verweerschrift, binnengekomen op 17 maart 2021.

1.2.

Vervolgens heeft de rechtbank een zitting bepaald op16 november 2021 waarvoor een heel dagdeel was uitgetrokken. Partijen hebben op 10 en 11 november 2021 aan de rechtbank bericht dat zij (nagenoeg) overeenstemming hebben bereikt en aangegeven dat de zitting van 16 november 2021 niet door hoefde te gaan, met het verzoek de zaak aan te houden in afwachting van een door partjen ondertekend echtscheidingsconvenant. De rechtbank heeft conform dit verzoek beslist en de zaak van partijen aangehouden.

1.3.

Daarna heeft de rechtbank ontvangen het F9-formulier van de man van 4 april 2022 waarin de man vraagt om een nieuwe zitting te plannen omdat partijen geen overeenstemming hebben.

1.4.

De rechtbank heeft partijen op 8 april 2022 een brief gestuurd waarin staat dat er geen nieuwe zitting zal worden bepaald. Dit omdat er op 16 november 2021 al een zitting was gepland en die zitting niet is doorgegaan op verzoek van partijen. De rechtbank heeft partijen in de gelegenheid gesteld een akte te nemen binnen vier weken, waarbij is aangegeven dat partijen in die akte moeten berichten welke verzoeken nog open staan en waar overeenstemming over is bereikt. Verder is partijen opgedragen in die akte de rechtbank zodanig te informeren dat de rechtbank op grond van de stukken kan beslissen op de nog openstaande verzoeken.

1.5.

Daarna heeft de rechtbank ontvangen het F9-formulier van de vrouw van 6 mei 2022 met akte. Van de zijde van de man zijn ontvangen de F9-formulieren van 18 mei 2022 en 30 juni 2022 waarin hij verzoekt om uitstel voor indiening van de akte. Met dit uitstel heeft de vrouw ingestemd op 7 juli 2022. Daarna heeft de rechtbank niets meer van partijen vernomen en besloten om een beschikking te geven.

2 Waar de procedure over gaat
2.1.

Partijen zijn op [1992] in [plaats] met elkaar getrouwd op huwelijkse voorwaarden.

2.2.

De huwelijkse voorwaarden die partijen op [1992] zijn overeengekomen houden in dat zij getrouwd zijn met uitsluiting van elke gemeenschap van goederen (koude uitsluiting in artikel 1). Staande het huwelijk hebben partijen op 12 juli 2005 de huwelijkse voorwaarden gewijzigd en daarbij zijn zij een finaal verrekenbeding overeengekomen. Dat finaal verrekenbeding houdt – verkort weergegeven – in dat als één van echtgenoten eenzijdig om echtscheiding vraagt, een verrekening van hun vermogens plaatsvindt waarbij de echtgenoot die wil scheiden recht heeft op een verrekening van een waarde gelijk aan 25% en de andere echtgenoot op verrekening van een waarde gelijk aan 75% (artikel 11 lid 8).

2.3.

Partijen leven sinds 2007 gescheiden. De man is 79 jaar en de vrouw is 68 jaar. Zij hebben beiden de pensioengerechtigde leeftijd bereikt.

2.4.

De man verzoekt de rechtbank – samengevat – om:

  • -

    de echtscheiding tussen partijen uit te spreken;

  • -

    te bepalen dat hij bij uitsluiting de vrouw gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de voormalige echtelijke woning aan de [straat] in [woonplaats] en de inboedel daarvan met het bevel dat de vrouw die woning niet mag betreden;

  • -

    als voorwaardelijk incident: te bepalen dat de vrouw verplicht is om aan de man te doen toekomen de bescheiden als genoemd onder punt 39 van het nadere verzoekschrift op straffe van een dwangsom;

  • -

    te bepalen dat de vrouw aan de man een bijdrage in zijn levensonderhoud dient te voldoen van € 3.900,- per maand;

    ...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT