Uitspraak Nº C/17/153234 / HA ZA 17-31. Rechtbank Noord-Nederland, 2017-12-20

ECLIECLI:NL:RBNNE:2017:4925
Date20 Diciembre 2017
Docket NumberC/17/153234 / HA ZA 17-31
CourtRechtbank Noord-Nederland (Neederland)

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht

Locatie Leeuwarden

zaaknummer / rolnummer: C/17/153234 / HA ZA 17-31

Vonnis van 20 december 2017

in de zaak van

[de vrouw] ,

wonende te [woonplaats] ,

eiseres,

advocaat mr. F. Hofstra te Leeuwarden,

tegen

[de man] ,

wonende te [woonplaats] ,

gedaagde,

advocaat mr. J. Dijkman te Groningen.

Partijen zullen hierna de vrouw en de man genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Na het tussenvonnis van 12 april 2017 heeft er op 29 augustus 2017 een comparitie van partijen plaats gevonden. Hiervan is proces-verbaal opgemaakt.

1.2.

Vervolgens heeft de rechtbank nog de volgende stukken van partijen ontvangen:

  • -

    akte uitlaten partijen van de vrouw

  • -

    akte van uitlating tevens akte overlegging producties van de man,

  • -

    akte na comparitie van de vrouw.

1.3.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

Partijen zijn met elkaar gehuwd geweest in gemeenschap van goederen.

2.2.

Bij beschikking van 6 februari 2013 is de echtscheiding uitgesproken. Deze beschikking is tijdig ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.

2.3.

Partijen hebben de gevolgen van de echtscheiding geregeld in het convenant van 12 december 2012. Bij de opstelling van dit convenant hebben partijen gebruik gemaakt van de diensten van mediator mr. Sipma te Drachten. Dit convenant bevat onder meer de volgende bepaling:

Het nog uit te keren letselschadebedrag, n.a.v. het ongeval van de man d.d. 22-10-2011, welk loopt via de letselschade advocaat mr. Keuning, kantoorhoudend te Leeuwarden, zal tussen de partijen in gelijke delen verdeeld worden. Indien de man n.a.v. dit ongeval een arbeidsongeschiktheidsuitkering krijgt, dan valt dit geheel aan de man.

3 Het geschil en de beoordeling
3.1.

Partijen twisten over de interpretatie en de nakoming van de hierboven onder 2.3 geciteerde bepaling uit het convenant.

3.2.

De vrouw vermoedt dat de man inmiddels de bedoelde letselschade-uitkering heeft ontvangen. Zij verlangt dat de man hier duidelijkheid over geeft en haar de helft van het door hem ontvangen bedrag uitkeert.

3.3.

De man stelt zich op het standpunt dat uit deze bepaling volgt dat aan hem de gehele letselschade-uitkering zou toekomen, indien hij volledig arbeidsongeschikt zou worden verklaard. Hij beroept zich hierbij onder meer op de e-mail van 22 december 2016 van mr. Sipma die hem desgevraagd het volgende heeft medegedeeld:

Er is dus afgesproken, dat u de volledige schade...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT