Uitspraak Nº C/17/146878 / KG ZA 16-28. Rechtbank Noord-Nederland, 2016-04-19

ECLIECLI:NL:RBNNE:2016:1888
Date19 Abril 2016
Docket NumberC/17/146878 / KG ZA 16-28
CourtRechtbank Noord-Nederland (Neederland)

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht

Locatie Leeuwarden

zaaknummer / rolnummer: C/17/146878 / KG ZA 16-28

Vonnis in kort geding van 20 april 2016

in de zaak van

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

BROEKEMA 'S CAMPING SERVICE B.V.,

gevestigd te Anloo,

2. [eiser 2],

wonende te [woonplaats] ,

eisers,

advocaat mr. J.W. de Vries te Leeuwarden,

tegen

de naamloze vennootschap

ACHMEA SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,

gevestigd te Leeuwarden,

gedaagde,

gemachtigde: mr. E.L.H.M. van Riel, juridisch adviseur bij Achmea.

Eisers zullen hierna afzonderlijk BCS en [eiser 2] en gezamenlijk BCS c.s. genoemd worden. Gedaagde zal hierna Achmea genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding;

  • -

    de bij e-mailbericht van 7 april 2016 overgelegde producties van de zijde van Achmea;

  • -

    de mondelinge behandeling op 8 april 2016;

  • -

    de pleitnota van de zijde van BCS c.s.;

  • -

    de pleitnota van de zijde van Achmea.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten
2.1.

BCS exploiteert een camping en verhuurt onroerend goed te Anloo.

2.2.

Bestuurder van BCS is sedert 20 februari 2009 de heer [A] (hierna te noemen: [A] ).

2.3.

BCS heeft twee werknemers in dienst, te weten [eiser 2] en de heer [B] (hierna te noemen: [B] ). [B] is met ingang van 1 november 2013 in dienst getreden in de functie van beheerder tegen een bruto-maandsalaris van € 1.477,00 (exclusief vakantietoeslag). In de arbeidsovereenkomst is bij het artikel over het salaris met de hand bijgeschreven "Extra: woning à € 500,- wordt vergoedt door de B.V.". [eiser 2] is eveneens als beheerder in dienst bij BCS.

2.4.

[A] heeft op 1 oktober 2013 een volmacht ondertekend waarin - voor zover van belang - is geschreven:

"Hierbij wordt er toestemming verleend aan [eiser 2] (…) te dezen handelend als schriftelijk gevolmachtigde in het ruimste zin des woords van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid: Broekema 's Camping Service BV"

[eiser 2] heeft deze volmacht voor akkoord ondertekend.

2.5.

[eiser 2] en [B] zijn met ingang van 4 april 2014 bestuurders van de Stichting Anloo Recreatiebeheer (hierna te noemen: de Stichting). De heer [C] (hierna te noemen: [C] ) is met ingang van 19 augustus 2014 eveneens bestuurder van de Stichting.

2.6.

In de statuten van de Stichting is onder meer het volgende bepaald:

"Doel

Artikel 2

De stichting heeft ten doel: beheer van het vermogen van de heer [B] en de heer R. [eiser 2] , en voorts al hetgeen met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords.

De stichting beoogt niet het maken van winst."

2.7.

Medio 2014 heeft BCS een verzuimverzekering bij Achmea aangevraagd. Bij brief van 8 augustus 2014 heeft Achmea aan BCS een offerte voor een verzuimverzekering uitgebracht. Daarbij heeft Achmea eveneens een "Klantprofiel Advisering Verzuimverzekering voor [A] 's Camping Service BV" gevoegd.

2.8.

In de "Toelichting op de reikwijdte van de mededelingsplicht" (hierna te noemen: de toelichting) behorende bij het "Aanvraagformulier verzuimverzekering" (hierna te noemen: het aanvraagformulier) is het volgende - voor zover van belang - bepaald:

"Toelichting op de reikwijdte van de mededelingsplicht

1. Als aanvrager/kandidaat-verzekeringnemer moet u de gestelde vragen in dit aanvraagformulier zo volledig mogelijk beantwoorden. Dit geldt ook voor feiten en omstandigheden die betrekking hebben op een bij het sluiten van deze verzekering bekende derde, wiens belangen worden meeverzekerd en die de leeftijd van zestien jaar heeft bereikt. Vragen waarvan u vermoedt dat wij het antwoord al weten moet u toch beantwoorden. Feiten en omstandigheden waarnaar in het aanvraagformulier gevraagd wordt, waarvan u op de hoogte komt nadat u het aanvraagformulier heeft verzonden, maar voordat wij al dan niet tot acceptatie zijn overgegaan, moet u alsnog aan ons melden.

2. Als deze verzekering ook wordt aangevraagd voor een maatschap, een vennootschap onder firma of een rechtspersoon, dan gelden de vragen die gericht zijn op het strafrechtelijk verleden, opgezegde verzekeringen en de slotvraag, ook voor:

• de leden van de maatschap;

• de (commanditaire) vennoten van de vennootschap onder firma (VOF);

• de statutaire directeur(en)/ bestuurder(s) van de rechtspersoon;

• de aandeelhouder(s) met een belang van 33,3% of meer en - als hij/zij zelf een rechtspersoon is/zijn - hun statutair directeur(en)/ bestuurder(s) en aandeelhouder(s) met een belang van 33,3% of meer.

3. Bent u, of een andere belanghebbende bij deze verzekering, in de laatste acht jaar als verdachte of ter uitvoering van een opgelegde (straf)maatregel in aanraking geweest met politie of justitie in verband met: (…)

Zo ja, geef dan aan om welk strafbaar feit het ging, of het tot een rechtszaak is gekomen, wat het resultaat daarvan was en of eventuele (straf)maatregelen al ten uitvoer zijn gelegd. Als het niet tot een rechtszaak is gekomen, geef dan aan of er sprake is geweest van een schikking met het Openbaar Ministerie, en zo ja, tegen welke voorwaarden de schikking tot stand kwam. U kunt deze informatie desgewenst vertrouwelijk aan de directie zenden.

4. In afwijking van het bepaalde in artikel 7.17.1.4(7:928), lid 6, BW gelden ten aanzien van de

mededelingsplicht voor deze verzekering bovendien de volgende uitgangspunten:

• een niet beantwoorde of open gelaten vraag wordt geacht ontkennend te zijn beantwoord;

• de slotvraag moet u volledig beantwoorden. De slotvraag wordt geacht onvolledig te zijn beantwoord, indien daarbij feiten en omstandigheden zijn verzwegen of verkeerd voorgesteld, waarvan aanvrager, bij voorbeeld op grond van de overige op het aanvraagformulier gestelde vragen en/of de aard van de aangevraagde verzekering in relatie tot hetgeen niet is opgegeven of verkeerd is voorgesteld, in redelijkheid moest begrijpen dat deze voor de beoordeling van het ter verzekering aangeboden risico van belang konden zijn.

5. Als u niet of niet volledig aan uw mededelingsplicht heeft voldaan, kan dat ertoe leiden dat het recht op uitkering wordt beperkt of zelfs vervalt. Als u met opzet tot misleiden van ons heeft gehandeld of wij deze bij kennis over de ware stand van zaken de verzekering nooit zouden hebben gesloten, hebben wij tevens het recht de verzekering op te zeggen."

2.9.

Op 12 augustus 2014 heeft [eiser 2] het aanvraagformulier ondertekend. [eiser 2] heeft alle bladzijden van het aanvraagformulier ondertekend met zijn handtekening, onder vermelding van "Voor accoord [A]". Op de laatste bladzijde heeft [eiser 2] zijn handtekening gezet en heeft hij bij naam en functie de naam van [A] en bestuurder ingevuld.

2.10.

Achmea heeft de aanvraag van BCS geaccepteerd en het risico van verzuim verzekerd.

2.11.

Omstreeks eind september/begin oktober 2014 is [B] volledig arbeidsongeschikt geworden.

2.12.

Sinds 29 december 2014 is de Stichting bestuurder van BCS.

2.13.

Achmea heeft de uitkering aan BCS per 21 augustus 2015 geblokkeerd. Achmea heeft tot dan toe in totaal een bedrag van € 21.847,68 uitgekeerd.

2.14.

Op 1 september 2015 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen [eiser 2] enerzijds en - namens Achmea - mevrouw [D] en mevrouw [E] (hierna te noemen: [D] respectievelijk [E] ) anderzijds. Om het recht op uitkering te toetsen is onder meer gesproken over de aanvraag voor de verzekering, het verzuim van [B] en het werknemerschap van [B] . In het verslag van het gesprek is - voor zover van belang - het volgende aangegeven:

"Mevrouw [D] geeft aan dat op de verzekeringsaanvraag alle moraliteitsvragen met 'nee' zijn beantwoord terwijl er toen al van alles speelde. Op het aanvraagformulier wordt expliciet gevraagd of er wijziging in de bedrijfsorganisatie worden verwacht. De heer [eiser 2] geeft aan dat [A] deze vragen niet onwaar heeft beantwoord. Hij kon niet weten wat er toen allemaal speelde. De gesprekken met [F] van de Rabobank over de bedrijfsvoering liepen toen al wel. De handtekening op de verzekeringsaanvraag is door de heer [A] gezet op 12 augustus 2014. Mevrouw [E] merkt op dat de contacten over het afsluiten van de verzekering tussen Centraal Beheer en uitsluitend de heer [eiser 2] liepen.

(…)

De verzuimverzekering is aangevraagd in augustus en het polisblad is in september verstuurd. Meneer [B] werd erg kort daarop ziek gemeld. De heer [eiser 2] antwoordt dat daar niks achter zit. Hij kan er ook niks aan doen dat de heer [B] vanaf die datum klachten kreeg.

Mevrouw [D] vraagt of de heer [eiser 2] en de heer [B] beide voldoen aan de eisen die gesteld worden aan werknemerschap. De heer [eiser 2] antwoordt bevestigend. Hij geeft aan dat ze volgens de Belastingdienst beide werknemer zijn. Mevrouw [D] geeft aan dat wij als verzekeraar in tegenstelling tot de Belastingdienst naar de feitelijke situatie kijken. Volgens ons is er geen sprake van een gezagsverhouding. Volgens de heer [eiser 2] wel. De heer [B] staat niet als werkgever te boek. Hij kan morgen zo uit de stichting gezet worden.

(…)

Toen de heer [B] aan het werk was, kreeg hij opdrachten. Nu niet meer; hij kan niks meer. Hij zal waarschijnlijk nooit meer kunnen werken. Er zal een ander traject ingezet moeten worden, voor afkeuren. De heer [eiser 2] benoemt nog eens dat de heer [B] geen werkgever is en dat hij voor de Belastingdienst werknemer is. Hij weet waar hij over praat, hij kent de regels. "

2.15.

Bij brief van 6 oktober 2015 heeft Achmea aan...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT