Uitspraak Nº C/17/175845 KG ZA 20/245. Rechtbank Noord-Nederland, 2020-12-22

ECLIECLI:NL:RBNNE:2020:4625
Docket NumberC/17/175845 KG ZA 20/245
Date22 Diciembre 2020
CourtRechtbank Noord-Nederland (Neederland)

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht

Locatie Leeuwarden

zaaknummer / rolnummer: C/17/175845 / KG ZA 20-245

Vonnis in incident in kort geding van 22 december 2020

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

DE STOEPRAND B.V.,

gevestigd te Arnhem,

eiseres,

advocaat mr. P.J.Ph. Dietz de Loos, kantoorhoudende te Wassenaar,

tegen

de naamloze vennootschap

ING BANK N.V.,

gevestigd te Leeuwarden,

gedaagde,

advocaten mr. M.E.G. Murris en mr. P.M.A. Staal, kantoorhoudende te Utrecht.

Partijen zullen hierna De Stoeprand en ING genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding

  • -

    de incidentele conclusie tot (relatieve) onbevoegdheid tevens conclusie van antwoord

  • -

    de mondelinge behandeling via Skype.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald op heden.

2 De feiten
2.1.

De Stoeprand is op 27 december 2018 een Overeenkomst Zakelijk Betaalpakket aangegaan met ING. Op deze overeenkomst zijn de 'Voorwaarden en overige regelingen Zakelijk' en de 'Voorwaarden Mijn ING Zakelijk' van toepassing. In artikel 16.3 van de toepasselijke 'Voorwaarden Zakelijke Rekening' is bepaald dat geschillen tussen De Stoeprand en ING aanhangig dienen te worden gemaakt bij de bevoegde rechter te Amsterdam.

2.2.

Op 28 juli 2020 heeft ING de rekening van De Stoeprand geblokkeerd naar aanleiding van een signaal van opvallende transacties op de rekening van De Stoeprand.

3. Het geschil in de hoofdzaak

3.1.

De Stoeprand vordert - kort gezegd - ING te veroordelen de blokkade op de rekening van De Stoeprand uiterlijk binnen twee dagen na betekening van het vonnis op te heffen op straffe van verbeurte van een dwangsom.

3.2.

ING voert verweer met conclusie tot afwijzing van de vordering met veroordeling van De Stoeprand in de proceskosten.

4 Het geschil in incident
4.1.

ING vordert in het incident dat deze rechtbank zich relatief onbevoegd verklaart om van de vorderingen van De Stoeprand kennis te nemen, met veroordeling van De Stoeprand in de kosten van het incident, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

4.2.

ING heeft aan de incidentele vordering ten grondslag gelegd dat op grond van artikel 108 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) en artikel 16.3 van de Voorwaarden Zakelijke Rekening van ING niet de voorzieningenrechter...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT