Uitspraak Nº C/18/186125 / FA RK 18-2418. Rechtbank Noord-Nederland, 2019-01-22

ECLIECLI:NL:RBNNE:2019:220
Docket NumberC/18/186125 / FA RK 18-2418
Date22 Enero 2019
CourtRechtbank Noord-Nederland (Neederland)
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht

Locatie Groningen

zaak-/rekestnummer: C/18/186125 / FA RK 18-2418

beschikking van de enkelvoudige kamer d.d. 22 januari 2019

inzake

[verzoeker] ,

wonende te [woonplaats]

hierna ook te noemen de man,

advocaat mr. E. Henkelman, kantoorhoudende te Groningen,

tegen

[verweerster] ,

wonende te [woonplaats] ,

hierna ook te noemen de vrouw,

advocaat mr. H.J. Griede, kantoorhoudende te Hoogezand.

1 Het procesverloop
1.1.

Het procesverloop blijkt uit:

- het verzoekschrift met bijlagen van de man, ingekomen op 2 augustus 2018,

1.2.

De rechtbank heeft de zaak inhoudelijk ter zitting behandeld met gesloten deuren van 10 december 2018, in aanwezigheid van partijen, bijgestaan door hun advocaten en de heer [naam] namens de Raad voor de Kinderbescherming, regio Noord-Nederland, locatie Groningen. De minderjarige [minderjarige 1] is op 10 december 2018 apart door de kinderrechter gehoord.

2 Rechtsoverwegingen

Feiten

2.1.

Partijen zijn met elkaar gehuwd geweest. Uit het huwelijk van partijen zijn geboren de thans nog minderjarige kinderen:

- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,

- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] .

2.2.

De kinderen hebben hun hoofdverblijf bij de vrouw. Beide ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] .

2.3.

Bij beschikking van 15 februari 2018 is de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] verlengd tot 21 februari 2019.

Standpunt van de man

2.4.

De man heeft de rechtbank verzocht om bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te bepalen dat de vrouw alleen met het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] wordt belast. De man heeft verzocht de proceskosten tussen partijen te compenseren.

2.5.

De man heeft aan het verzoek, samengevat weergegeven, het volgende ten grondslag gelegd. [minderjarige 1] laat zich langdurig negatief en laatdunkend uit over de man en er zit een zodanige bestendigheid in de verwijten van [minderjarige 1] jegens de man dat de man niet langer het gezag over [minderjarige 1] wenst uit te oefenen. Er heeft zich ruim twee jaar geleden een ruzie voorgedaan tussen de man en [minderjarige 1] die nooit is bijgelegd. De man heeft geprobeerd om met [minderjarige 1] in gesprek te gaan en het goed te maken, maar dit is niet gelukt. [minderjarige 1] is agressief en heeft zijn zusje [minderjarige 2] mishandeld. Hij heeft de vrouw bedreigd en de man twee keer doodsverwensingen gedaan. Het vertrouwen van de man in [minderjarige 1] is beschadigd. De man is moegestreden en er is bij hem geen ruimte meer voor contact met [minderjarige 1] . De man heeft verder aangegeven dat hij door de GI nergens bij wordt betrokken.

Standpunt van de vrouw

2.6.

De vrouw betreurt het verzoek van de man en zij kan...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT