Uitspraak Nº C/19/119329 / HA ZA 17-135. Rechtbank Noord-Nederland, 2020-04-08

ECLIECLI:NL:RBNNE:2020:1616
Date08 Abril 2020
Docket NumberC/19/119329 / HA ZA 17-135
CourtRechtbank Noord-Nederland (Neederland)

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht

Locatie Assen

zaaknummer / rolnummer: C/19/119329 / HA ZA 17-135

Vonnis in vrijwaring van 8 april 2020

in de zaak van

de stichting

STICHTING TREANT,

gevestigd te Emmen,

eiseres,

advocaat mr. M.J.J. de Ridder te Utrecht,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

ZIMMER BIOMET NEDERLAND B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

gedaagde,

advocaat mr. E. Hogerzeil te Amsterdam.

Partijen zullen hierna Treant en Biomet genoemd worden.

1 De procedure
1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het tussenvonnis van 10 juli 2019;

  • -

    de akte van Treant van 2 oktober 2019;
    - de brief van Biomet van 14 oktober 2019;

  • -

    de brief van Treant van 15 oktober 2019;

  • -

    de antwoordakte van Biomet van 4 december 2019.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De verdere beoordeling
2.1.

De rechtbank heeft in het tussenvonnis van 10 juli 2019 overwogen dat de regresvordering van Treant op Biomet in beginsel nog niet is verjaard en dat beoordeeld moet worden of deze gegrond is, met andere woorden of Biomet - los van verjaring - op basis van onrechtmatig handelen jegens [eiser in de hoofdzaak] aansprakelijk is. Treant is in genoemd vonnis in de gelegenheid gesteld bij akte inhoudelijk te reageren op de akte van Biomet van 10 oktober 2018.

2.2.

Biomet heeft bij brief van 14 oktober 2019 bezwaar gemaakt tegen de uitbreiding van de grondslag van de vordering door Treant. De rechtbank is van oordeel dat voor zover sprake is van nieuwe stellingen aan de zijde van Treant deze er vooral toe dienen eerder ingenomen standpunten nader te concretiseren. Nu Biomet hierop in haar akte van

4 december 2019 heeft kunnen reageren, ziet de rechtbank geen aanleiding deze uitbreiding niet toe te laten.

2.3.

Treant stelt in de akte van 2 oktober 2019 dat Biomet om de volgende redenen onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiser in de hoofdzaak] . Er is sprake van een:

  1. schending van de zorgplicht met betrekking tot vervanging en onderhoud;

  2. schending van de waarschuwingsplicht met betrekking tot "overuse";

  3. schending van de informatieplicht met betrekking tot hoe te handelen indien een reamer bij gebruik afbreekt;

  4. ontwerpgebrek met betrekking tot de 8 mm reamer;

  5. schending van de waarschuwingsplicht met betrekking tot de 8 mm reamer.

2.4.

Treant heeft deze punten als volgt - samengevat weergegeven - toegelicht.

a. Op Biomet rustte de verplichting het door haar aan Treant in consignement gegeven instrumentarium te onderhouden en (tijdig) te vervangen, in elk geval voor wat betreft de reamers van 8 mm. In die verplichting is Biomet tekort geschoten. Treant verwijst in dit kader naar een door Biomet opgestelde bruikleenovereenkomst van januari 2012 en stelt dat die gelijkluidend is aan het contract dat betrekking had op de periode in 2004. Biomet heeft hierdoor onrechtmatig gehandeld jegens patiënten die met dit instrumentarium werden geopereerd en daardoor schade lijden (HR 24 september 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO9069, Vleesmeesters Versman/Alog.) De bijzondere zorgplicht van Biomet brengt met zich mee dat zij er rekening mee moet houden dat gebruikers van de instrumenten niet altijd maximaal oplettend zijn en niet steeds alle voorzorgsmaatregelen in...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT