Uitspraak Nº C17/170080 KG-ZA 19-290. Rechtbank Noord-Nederland, 2020-01-15

ECLIECLI:NL:RBNNE:2020:135
Docket NumberC17/170080 KG-ZA 19-290
Date15 Enero 2020
CourtRechtbank Noord-Nederland (Neederland)

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht

Locatie Leeuwarden

zaaknummer / rolnummer: C/17/170080 / KG ZA 19-290

Vonnis in kort geding van 15 januari 2020

in de zaak van

1. [eiser sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,

verweerder in het incident,

2. de vennootschap naar buitenlands recht

MSAR LTD.,

gevestigd te [woonplaats] ,

eisers in conventie,

verweerders in reconventie,

advocaten mr. T.H. Geukes Foppen, kantoorhoudende te Amsterdam en

mr. L. Keukens, kantoorhoudende te Leiden,

tegen

1 [gedaagde sub 1] ,

wonende te [woonplaats] ,

2. [gedaagde sub 2],

wonende te [woonplaats] ,

3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[gedaagde sub 3] BV,

gevestigd te [woonplaats] ,

eisers in reconventie,

4. [gedaagde sub 4],

wonende te [woonplaats] ,

gedaagden in conventie,

eisers in het incident,

advocaat mrs. M. Dijkstra en L.L. de Geus, kantoorhoudende te Drachten.

Eisers zullen hierna worden aangeduid als [eiser sub 1] respectievelijk MSAR en tezamen [eisers sub 1 en 2] worden genoemd. Gedaagden zullen hierna worden aangeduid als [gedaagde sub 1] , [gedaagde sub 2] , [gedaagde sub 3] respectievelijk [gedaagde sub 4] en tezamen [gedaagde 1, 2, 3 en 4] worden genoemd. [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] zullen tezamen worden aangeduid als [de broers] .

1 Het verdere verloop van de procedure
1.1.

De voorzieningenrechter verwijst naar het vonnis in incident van 13 december 2019. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit het faxbericht van mr. De Geus, waarin zij aangeeft dat [eiser sub 1] zekerheid heeft gesteld en dat deze zekerheid door [gedaagde 1, 2, 3 en 4] akkoord is bevonden.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald in de hoofdzaak.

2 De feiten
2.1.

[eiser sub 1] is eigenaar van MSAR, de moedervennootschap van een concern.

2.2.

[de broers] waren via hun persoonlijke vennootschappen [G1 beheer BV] (hierna: [G1 beheer BV] ) respectievelijk [G2 beheer BV] (hierna [G2 beheer BV] ) bestuurder en aandeelhouder van [de vastgoed holding] . Deze vennootschap stond aan het hoofd van een concern, waartoe drie dochterondernemingen behoorden, te weten [dochteronderneming 1] (hierna: [dochteronderneming 1] ), [dochteronderneming 2] en [dochteronderneming 3] . [dochteronderneming 1] bouwde jachten in het hogere prijssegment.

2.3.

Bij overeenkomst van 6 juni 2017 hebben [G1 beheer BV] en [G2 beheer BV] hun aandelen in [de vastgoed holding] verkocht aan [XXX] Management en Beheer BV (hierna: [XXX] ). In die overeenkomst is bepaald dat de eigendom van de intellectuele eigendomsrechten bij [G1 beheer BV] en [G2 beheer BV] zou blijven totdat de koopprijs conform de overeenkomst betaald zou zijn en dat [G1 beheer BV] en [G2 beheer BV] de activiteiten van hun dochteronderneming [gedaagde sub 3] mochten voortzetten. Nadat de aandelen waren overgedragen, is er een conflict ontstaan tussen [XXX] enerzijds en [G1 beheer BV] en [G2 beheer BV] anderzijds.

2.4.

[dochteronderneming 1] is bij vonnis van deze rechtbank van 20 mei 2018 in staat van faillissement verklaard.

2.5.

Vervolgens hebben [eisers sub 1 en 2] in 2018 de handelsnaam [dochteronderneming 2] gekocht.

2.6.

Op 31 oktober 2018 heeft [gedaagde sub 3] het woordmerk [XXX] laten registreren in het Benelux Merkenregister.

2.7.

Bij e-mail van 16 november 2018, verzonden aan een e-mailadres van de in Malta gevestigde vennootschap Oxbridge SE (hierna: Oxbridge), heeft [gedaagde sub 3] aan [eiser sub 1] bericht dat zij had vernomen dat [eiser sub 1] bezig was de naam [XXX] als merknaam te registeren en dat zij daar bezwaar tegen had, omdat zij de eigenaar was van dit merk.

2.8.

Daarop heeft overleg plaatsgevonden tussen [de broers] en [eiser sub 1] , wat op

23 november 2018 heeft geleid tot een aanbod van [de broers] aan [eiser sub 1] tot (onder meer) verkoop van de merknaam [XXX] aan [eiser sub 1] . Dit aanbod heeft niet tot een overeenkomst tussen hen geleid.

2.9.

In november 2018 is op de webpagina [hyperlink 1] onder meer de volgende tekst geplaatst:

(…) Oxbridge has acquired a significant

controlling share in [dochteronderneming 2] , as well

as all the tooling, branding and Intellectual

Property to certain product lines under a closed

bidding. ● 2018

[achternaam broers] key management team will remain in place

(…)

[dochteronderneming 2] has been building yachts in steel and aluminium, since 1997, with more than 250 units supplied to the market.

2017 ●

MBO at [dochteronderneming 1]

Oxbridge SE as investor on board

FOTO VERWIJDERD

New ownership for [naam scheepswerf]

● (…) [woonplaats] - The brothers [gedaagde sub 1] and [gedaagde sub 2] have sold their yard, [naam scheepswerf] to director [XXX] . (…). The brothers do noy say goodbye to "their baby" because they remain closely involved with the Sneker worf (…)."

2.10.

Op 28 november 2018 is op de website [website 1] een nieuwsbericht geplaats met onder meer de volgende inhoud:

" [dochteronderneming 2] neemt plaats [dochteronderneming 1] in

(…) In een Engelstalig persbericht meldt [dochteronderneming 2] in [woonplaats] dat de werf zijn activiteiten ‘as usual’ zal voortzetten met hulp van investeringsmaatschappij Oxbridge SE. Als directeur treedt [naam directeur investeringsmaatschappij] op. Volgens curator mr. C. Geffroy betreft het geen doorstart van de op 22 mei 2018 failliet verklaarde [dochteronderneming 1] , maar heeft de investeerder de roerende goederen (gereedschappen, machines, etc.) uit de failliete boedel overgenomen.

Naamsverwarring

De verwarring rond de naam [achternaam broers] is groot omdat de gebroeders [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] medio 2017 hun bedrijf [dochteronderneming 1] , handelend onder de naam [naam scheepswerf] , verkochten aan [XXX] , die de directie ging voeren. De broers hebben daarna een nieuw bedrijf opgezet dat [gedaagde sub 3] heet. Het nu opgestarte bedrijf heet [dochteronderneming 2] en is dus geen voortzetting van het failliete [dochteronderneming 1] , maar in het persbericht wordt wel gesteld dat [dochteronderneming 2] onderdeel was van het merk [naam scheepswerf] , dat sinds 1997 bestaat. Ook de website die thans wordt gevoerd draagt die naam.

Investeerder Oxbridge SE heeft volgens het persbericht een substantieel belang genomen in [dochteronderneming 3] , dat een deelneming is van [de vastgoed holding] , eigendom van eerder genoemde [XXX] , eigenaar van de bedrijfspanden van de werf aan de [straatnaam] in [woonplaats] ."

2.11.

[eiser sub 1] en Oxbridge hebben op 14 december 2018 het woordmerk [dochteronderneming 2] en op 18 december 2018 de woordmerken [dochteronderneming 3] , [woordmerk 2] , [woordmerk 3] en [woordmerk 4] laten registreren in het Benelux Merkenregister.

2.12.

In oktober 2019 hebben [eisers sub 1 en 2] via het PR-bureau Sand People Communication (hierna: Sand People) een nieuwsbericht verspreid, waarin onder meer stond vermeld dat [dochteronderneming 2] shipyard was verkocht aan MSAR.

2.13.

Op 7 november 2019 hebben [de broers] en hun zus [gedaagde sub 4] vanuit hun sociale media en via e-mail een link verspreid naar persberichten op de website van [gedaagde sub 3] met als titels " [achternaam broers] family [woonplaats] of counterfeit yachts and [achternaam broers] brand piracy" en "Waarschuwing namaak [achternaam broers] jachten & [achternaam broers] merk piraterij". Ook zijn deze berichten verspreid naar de pers. In de Nederlandse versie van dit persbericht staat onder meer het volgende vermeld:


"Het familiebedrijf [achternaam broers] is sinds 1997 zeer succesvol in de luxe jachtbouw. Onder haar aansturing werden prestigieuze jachten afgeleverd en werden vele jachtbouw awards gewonnen. De familie waarschuwt iedereen hierbij dus graag voor illegale namaak van hun jachten.

Hierbij wordt haar [achternaam broers] merk onrechtmatig gebruikt door overtreders die absoluut geen enkele rol ooit hebben gespeeld in de gevierde Nederlandse jachtbouw historie van haar bedrijf in [woonplaats] . Namaak is niet alleen onrechtmatig, het gaat ook vaak gepaard met een inferieure bouwkwaliteit en niet acceptabele veiligheidsrisico’s. Namaak beschadigt de jachtbouw markt."

2.14.

Naar aanleiding van dit persbericht hebben Seamagazine, het Sneeker Nieuwsblad en de Leeuwarder Courant nieuwsberichten gepubliceerd. Ook zijn er persberichten verschenen op verschillende websites, zoals BootaanBoot.nl en de website van de Nederlandse Jachtbouw Industrie. In het nieuwsbericht dat op 7 november 2019 op de website van de Leeuwarder Courant is geplaatst, staat onder meer het volgende vermeld:

"De gebroeders [achternaam broers] uit [woonplaats] waarschuwen voor illegaal nagemaakte jachten die onder hun naam te koop worden aangeboden.

De Belgische investeerder [eiser sub 1] kondigde eerder dit jaar aan in Turkije jachten van het merk [achternaam broers] te willen produceren. Volgens [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] wordt daarmee hun merkrecht geschonden. Zij verkochten hun gerenommeerde jachtwerf in 2017, die onder de nieuwe eigenaar failliet ging.

,,Maar de merknaam, het idee en de legacy is nog gewoon van ons", zegt [gedaagde sub 1] . (…)"

2.15.

Mr. Geukes Foppen heeft namens [eisers sub 1 en 2] bij aangetekende brieven van 18 november 2019 [gedaagde 1, 2, 3 en 4] gesommeerd de berichten c.q. publicaties onmiddellijk te verwijderen en verwijderd te houden en over te gaan tot rectificatie via dezelfde kanalen als waaruit de berichten zijn verspreid met een tekst die vooraf door [eiser sub 1] zou worden geredigeerd. Tot slot werden [gedaagde 1, 2, 3 en 4] gesommeerd opgave te doen van de ontvangers van de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT