Uitspraak Nº CV EXPL 15-25153. Rechtbank Amsterdam, 2016-10-17

ECLIECLI:NL:RBAMS:2016:7313
Docket NumberCV EXPL 15-25153
Date17 Octubre 2016
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht

zaaknummer: 4466077 CV EXPL 15-25153

vonnis van: 17 oktober 2016

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

de besloten vennootschap Schero Milieu & Sanering B.V.

gevestigd te 's-Gravenhage

eiseres in conventie, verweerster in reconventie

nader te noemen: Schero

gemachtigde: mr. P.W.M. Huisman

t e g e n

1. de stichting Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid

gevestigd te Amsterdam

nader te noemen: Bpf Bouw

2. Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Bouwnijverheid

nader te noemen: O&O fonds

3. Stichting Scholingsfonds voor de Bouwnijverheid

nader te noemen: Scholingsfonds

4. Stichting Aanvullingsfonds voor de Bouwnijverheid

nader te noemen: Aanvullingsfonds

allen gevestigd te Harderwijk

gedaagden in conventie, eisers in reconventie

gezamenlijk nader te noemen: de fondsen

gemachtigde: B.W. Koopmans

VERLOOP VAN DE PROCEDURE
  • -

    dagvaardingen van 15 september 2015, met producties

  • -

    antwoord/ eis in reconventie, met producties

  • -

    instructievonnis;

  • -

    repliek/antwoord

  • -

    dupliek/repliek, met producties,

  • -

    dupliek in reconventie, met producties;

  • -

    akte uitlating producties van de fondsen;

  • -

    dagbepaling vonnis.

GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten

1. Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend of niet (voldoende) weersproken, alsmede op grond van de overgelegde en in zoverre niet bestreden inhoud van de bewijsstukken, staat in dit geding het volgende vast:

1.1.

Schero is opgericht in 2001 en is gespecialiseerd in de verwijdering van asbesthoudende materialen. Schero houdt zich bezig met sanering en overig afvalbeheer, het verrichten van lichte sloopwerkzaamheden en afvalverwerking.

1.2.

Schero heeft geen eigen pensioenregeling voor haar werknemers en volgt geen cao.

1.3.

Bpf is een door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds in de zin van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 (hierna Wet Bpf 2000).

1.4.

De fondsen zijn belast met de uitvoering en naleving van de cao Bouwnijverheid (hierna: de cao bouw), de cao Bedrijfstakeigen Regelingen (hierna: cao BTER) en de Verplichtstellingsbeschikking van Bpf (hierna: de Verplichtstellingsbeschikking). De hieruit voortvloeiende verplichting tot premieheffing is uitbesteed aan APG, voorheen Cordares.

1.5.

In artikel 1A lid 2a van de Verplichtstellingsbeschikking is sedert 2005 als werkgever gedefinieerd:
“Ondernemingen waarvan het bedrijf gericht is op productie voor derden op het gebied van (…):
(…)
6. Het slopen van bouwwerken.
(…)
17. asbestverwijdering aan of op bouwwerken, met uitzondering van asbestverwijdering als voorbehandeling ten behoeve van het aanbrengen, herstellen, bekleden afwerken en/of onderhouden van isolerende materialen (…)”(hierna ook: de uitzonderingsbepaling ).

1.6.

In artikel 1A lid 3 van de Verplichtstellingsbeschikking is bepaald, kort samengevat, dat als een onderneming naast het bedrijf als bedoeld in A 2, tevens een ander bedrijf (andere productie voor derden) uitoefent, voor de toepasselijkheid van de verplichtstelling geldt dat het gaat om de vraag of de productie van het bedrijf als bedoeld in A overweegt. Vervolgens wordt onderscheid gemaakt tussen de situatie dat er afzonderlijke afdelingen zijn of niet. Onder werknemer wordt verstaan: diegene die werkzaam is op basis van een arbeidsovereenkomst, overeenkomst tot aanneming van werk, niet als zelfstandig ondernemer, hulp van de aannemer, uitzendwerknemer.

1.7.

De verplichtstelling geldt ingevolge artikel 1A lid 5 niet voor de directeur-grootaandeelhouder, praktikanten/stagiaires, vakantiewerkers.

1.8.

In de cao bouw en cao BTER is sedert de algemeen verbindend verklaring (hierna AVV) in 2012 (tot 2016, zie hierna) in de werkingssfeerbepaling, artikel 2, bepaald dat deze van toepassing is op bouwbedrijven waarvan het bedrijf gericht is op productie (respectievelijk dienstverlening) voor of aan derden op het gebied van onder meer :
a. het geheel of gedeeltelijk uitvoeren van bouwwerken c.q. bouwactiviteiten, waarbij in artikel 1 lid 15 sub aa. is bepaald dat onder ‘bouwwerken’ c.q. ‘bouwactiviteiten’ wordt verstaan of gelijkgesteld: ‘asbestverwijdering’.
In artikel 2 lid 5 wordt als uitzondering daarop vermeld:
“ondernemingen waarvan het bedrijf in overwegende mate is gericht op productie (respectievelijk dienstverlening) voor derden op de hierna volgende gebieden. De overwegende productie wordt bepaald door een vergelijking van de in elke productie verloonde bedragen:
“(…)
9. staalskeletbouw en het uitvoeren van werken geheel of nagenoeg geheel in staal.
(…)
13.centrale verwarmingsinstallaties.
(…)
16. asbestverwijdering aan of op bouwwerken, met uitzondering van asbestverwijdering als voorbehandeling ten behoeve van het aanbrengen, herstellen, bekleden afwerken en/of onderhouden van isolerende materialen.
17. sloop van objecten (nagenoeg) geheel bestaande uit metaal waarvan het aantal arbeidsuren van de in dienst zijnde werknemers die bij de werkzaamheden worden ingezet groter is dan het aantal overeengekomen arbeidsuren bij de overige te verrichten werkzaamheden van alle in dienst zijnde werknemers gemeten over de periode van een kalenderjaar.
(…)”

1.9.

In de verplichtstellingsbeschikking van het pensioenfonds van de sector Metaal en Techniek is bepaald dat deze geldt voor “werknemers die werkzaam zijn in ondernemingen, in welke, ongeacht de economische functie, uitsluitend of in hoofdzaak één of meer van de hierna onder sub 1 t/m 17 genoemde werkzaamheden worden uitgeoefend:
(…)
14. Het aanbrengen, herstellen, bekleden, afwerken en/of onderhouden van isolerende materialen (…)”.

1.10.

In de per januari 2016 voor de gehele looptijd algemeen verbindend verklaarde cao BTER 2016 -2019 en de per 8 april 2016 algemeen verbindend verklaarde cao bouw & infra is de hiervoor geciteerde uitzonderingsbepaling ten aanzien van asbestverwijdering geschrapt. Van de werkingssfeer is nu uitgezonderd: ”Isolatiebedrijf waaronder wordt verstaan het door de onderneming zelf aanbrengen, herstellen, bekleden, afwerken en/of onderhouden van isolerende materialen – ter voorkoming of beperking van warmte- of koudeverlies, -tegen vuur, vocht, geluid en/of vibratie, bij industrieën, aan technische installaties en aan boord van schepen, zoals apparaten, kanalen, leidingen, tanks en dergelijke, voorts in ruimten, zoals koel- en vriescellen, ketel- en machineruimten, studio’s en dergelijke.”

1.11.

Op 4 november 2013 heeft het Technisch Bureau Bouwnijverheid (hierna TBB) Schero geïnformeerd over de uitspraak van de commissie werkingssfeer in haar vergadering van 29 oktober 2013 op basis van een veldonderzoek door het onderzoeksbureau van APG in opdracht van TBB. Daarin is beslist dat de onderneming van Schero onder de werkingssfeer van de cao, de cao BTER en de Verplichtstellingsbeschikking valt en per 1 januari 2007 zou worden ingeschreven bij APG.

1.12.

In dit veldonderzoek (hierna het eerste veldonderzoek) is samengevat het volgende vastgesteld:
Schero is een samengestelde onderneming aangezien niet alle activiteiten onder de werkingssfeer vallen. Schero verrichtte in 2011...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT