Uitspraak Nº F 200.163.596/01. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2015-10-01

ECLIECLI:NL:GHSHE:2015:3917
Date01 Octubre 2015
Docket NumberF 200.163.596/01
CourtGerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht

Uitspraak: 1 oktober 2015

Zaaknummer: F 200.163.596/01

Zaaknummer eerste aanleg: C/01/277402 / FA RK 14-1970

in de zaak in hoger beroep van:

[appellante] ,

wonende te [woonplaats] ,

appellante in principaal appel,

verweerster in incidenteel appel,

hierna te noemen: de vrouw,

advocaat: mr. H.H.C. van de Kerkhof ,

tegen

[verweerder] ,

wonende te [woonplaats] ,

verweerder in principaal appel,

appellant in incidenteel appel,

hierna te noemen: de man,

advocaat: mr. G.L. Brokking-van Alphen.

In zijn hoedanigheid als omschreven in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:

de Raad voor de Kinderbescherming,

hierna te noemen: de raad.

1 Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst naar de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 23 oktober 2014.

2 Het geding in hoger beroep
2.1.

Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 23 januari 2015, heeft de vrouw verzocht voormelde beschikking te vernietigen en, opnieuw rechtdoende, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te bepalen dat de tussen partijen overeengekomen en in de beschikking van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 2 mei 2008 opgenomen contactregeling wordt gewijzigd in een contactregeling tussen de man en [minderjarige 1] die als invulling heeft iedere dinsdagavond van 18.00 tot 20.00 uur en iedere zaterdag van 10.00 tot 12.00 uur, alsmede de in even genoemde beschikking vastgestelde door de man te betalen kinderalimentatie wordt gewijzigd en de man, bij vooruitbetaling aan de vrouw met ingang van 10 augustus 2013, althans vanaf 1 maart 2014, althans vanaf het moment waarop onderhavig verzoek bij de rechtbank Oost-Brabant is ingediend, althans met ingang van een door het hof te bepalen datum, op een bedrag van € 575,- per kind per maand wordt gesteld, althans op een bedrag dat het hof in de gegeven omstandigheden in overeenstemming acht met de behoefte van de kinderen en de draagkracht van beide partijen, een en ander onder compensatie van kosten.

2.2.

Bij verweerschrift met producties, ingekomen ter griffie op 11 maart 2015, heeft de man verzocht de vrouw niet-ontvankelijk te verklaren in haar verzoek, althans dat verzoek af te wijzen en de beschikking ten aanzien van de contactregeling en de bijdrage voor [minderjarige 2] te bekrachtigen, althans een bijdrage vast te stellen als het hof juist acht.

Tevens heeft de man hierbij incidenteel appel ingesteld en verzocht voormelde beschikking te vernietigen en verzocht, zo nodig onder aanvulling van gronden, een contactregeling vast te stellen waarbij [minderjarige 1] , naast de bestaande regeling voor vakanties en feestdagen, om de week van woensdag tot zondag bij de man verblijft, althans de door de rechtbank bepaalde beschikking te bekrachtigen, althans een contactregeling vast te stellen als het hof juist acht.

Voorts heeft de man verzocht om de bijdrage ten behoeve van [minderjarige 1] vast te stellen op € 326,- per maand met ingang van 10 april 2014 en met ingang van 1 januari 2015 op € 286,- per maand, althans een bijdrage als het hof juist acht met ingang van datum indiening van het verzoekschrift, althans een datum die het hof juist acht.

Ten slotte heeft de man verzocht primair om de vrouw te veroordelen om op de kinderrekening een bedrag ad € 1.846,- terug te storten, teneinde dit ten behoeve van [minderjarige 2] aan de voor haar bestemde kosten te kunnen uitgeven, en vast te stellen dat de achterstand van de man € 1.116,- bedroeg, althans subsidiair de in het kader van de terugwerkende kracht van de uitspraak door de rechtbank, de door de man verschuldigde achterstallige bijdragen vast te stellen op een bedrag ad € 676,- te betalen aan de kinderrekening en € 440,- aan de vrouw, althans door het hof vast te stellen bijdragen.

2.2.1.

Bij verweerschrift in incidenteel appel, ingekomen ter griffie op 5 mei 2015, heeft de vrouw verzocht, bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de man niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoeken in incidenteel appel, althans die verzoeken af te wijzen, onder compensatie van kosten.

2.3.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 10 september 2015. Bij die gelegenheid zijn gehoord:

  • -

    de vrouw, bijgestaan door mr. Van de Kerkhof;

  • -

    de man, bijgestaan door mr. Brokking-van Alphen;

  • -

    de raad, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger van de raad] .

2.3.1.

Het hof heeft de minderjarige [minderjarige 1] in de gelegenheid gesteld zijn mening kenbaar te maken. Hij heeft hiervan gebruik gemaakt en is voorafgaand aan de mondelinge behandeling ter zitting buiten aanwezigheid van partijen en overige belanghebbenden gehoord. Ter zitting heeft de voorzitter de inhoud van dit verhoor zakelijk weergegeven, waarna alle aanwezigen de gelegenheid hebben gekregen daarop te reageren.

2.4.

Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van:

  • -

    de brief met bijlage van de advocaat van de man d.d. 16 maart 2015;

  • -

    de brief met bijlagen van de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT