Uitspraak Nº HD 200.172.361_01. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2015-10-27

ECLIECLI:NL:GHSHE:2015:4350
Date27 Octubre 2015
Docket NumberHD 200.172.361_01
CourtGerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht

zaaknummer 200.172.361/01

arrest van 27 oktober 2015

in de zaak van

APS B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

appellante,

hierna aan te duiden als APS,

advocaat: mr. M.W.A.M. van Kempen te Rotterdam,

tegen

[geïntimeerde] ,

wonende te [woonplaats] ,

geïntimeerde,

hierna aan te duiden als [geïntimeerde] ,

advocaat: mr. P.M. Leijten te Utrecht,

op het bij exploot van dagvaarding van 19 juni 2015 ingeleide hoger beroep van het vonnis van de kantonrechter bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 22 mei 2015, in kort geding gewezen tussen APS als eiseres en [geïntimeerde] als gedaagde.

1 Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 4126584 VV EXPL 15-56)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2 Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding in hoger beroep met grieven en producties;

  • -

    het herstelexploot van 22 juni 2015;

  • -

    de memorie van antwoord met een productie;

  • -

    de akte overlegging productie 5 van [geïntimeerde] ;

  • -

    de antwoordakte van APS tevens inhoudende bezwaar vermeerdering/wijziging van eis;

  • -

    de bij brief van 16 september 2015 door mr. Van Kempen namens APS toegezonden producties 5 tot en met 7, die bij het pleidooi in het geding zijn gebracht;

  • -

    de bij brief van 24 september 2015 door mr. Leijten namens [geïntimeerde] toegezonden producties 6A tot en met 8, die bij het pleidooi in het geding zijn gebracht;

  • -

    het pleidooi op 1 oktober 2015, waarbij partijen pleitnotities hebben overgelegd.

Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

3 De beoordeling
3.1.

In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.

3.1.1.

APS houdt zich bezig met de handel in banden, automaterialen en auto-accessoires en heeft tien vestigingen in de provincies Noord-Brabant, Zuid-Holland en Utrecht.

3.1.2.

Op 1 april 2010 heeft APS Auto Lico B.V. (hierna: Auto Lico) overgenomen. [geïntimeerde] was sinds 1 oktober 2001 en ten tijde van voornoemde overname in dienst van Auto Lico. Sinds 2006 was [geïntimeerde] bij Auto Lico accountmanager. Op grond van overgang van onderneming zijn werknemers van Auto Lico, onder wie [geïntimeerde] , overgegaan naar APS. Tussen Auto Lico en [geïntimeerde] gold geen concurrentiebeding.

3.1.3.

[geïntimeerde] is op van rechtswege op 1 april 2010 in dienst getreden van APS. Partijen hebben daaraan voorafgaand op 16 maart 2010 schriftelijk de functiebenaming (buitendienstmedewerker) en het salaris (laatstelijk € 3.298,75 bruto per maand exclusief vakantiegeld en emolumenten) alsmede de standplaats ( [standplaats] ) in een arbeidsovereenkomst vastgelegd.

3.1.4.

Tussen APS en [geïntimeerde] is in die arbeidsovereenkomst een geheimhoudings-, een concurrentie-, en een relatiebeding opgenomen. Die bedingen luiden als volgt:

“Artikel 12 Geheimhouding

De werknemer is verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hij bij de uitoefening van zijn functie met betrekking tot de zaken en belangen van werkgever te weten komt.

Werknemer is van rechtswege in gebreke door de enkele overtreding of niet-nakoming van het bepaalde in dit artikel, in welk geval werknemer aan werkgever een direct opvorderbaar bedrag van € 500,00 per overtreding verbeurt, benevens een bedrag van € 50,00 voor iedere dag, dat de overtreding voortduurt. Werkgever heeft het recht om in plaats van de boete van de werknemer volledige schadevergoeding te vorderen.

Artikel 15 Concurrentiebeding

Met de werknemer is afgesproken dat het concurrentiebeding zoals hieronder omschreven in werking zal treden nadat de werknemer 1 kalenderjaar in dienst is bij de werkgever, zijnde 1 april 2011.

Concurrentiebeding : De werknemer zal zonder toestemming van APS BV gedurende het bestaan der dienstbetrekking en, na beëindiging van de dienstbetrekking binnen een tijdvak van 1 jaar, binnen een straal van 80 kilometer van de standplaats van werknemer niet in enigerlei vorm een zaak gelijk, gelijksoortig of aanverwant aan die van APS BV vestigen, drijven, mede drijven of doen drijven, hetzij direct, hetzij indirect, alsook in of daarvoor op enigerlei wijze werkzaam zijn, al dan niet in dienstbetrekking, hetzij tegen vergoeding, hetzij om niet, of daarin aandeel van welke aard ook hebben, zulks op verbeurte van een direct opeisbare boete van € 4.500,- per gebeurtenis en tevens 450,- voor iedere dag, dat hij in overtreding is, te betalen aan APS BV, onverminderd het recht om volledige schadevergoeding te vorderen van de werknemer, indien deze meer mocht belopen.

In geval van overtreding of niet-nakoming van één der bovenbedoelde verplichtingen is de werknemer uit kracht van het enkele feit der overtreding in gebreke, zonder dat sommatie of enige andere formaliteit nodig zal zijn en zonder dat schade behoeft te worden aangetoond.

Artikel 16 Relatiebeding

Met de werknemer is afgesproken dat het relatiebeding zoals hieronder omschreven in werking zal treden nadat de werknemer 1 kalenderjaar in dienst is bij de werkgever, zijnde 1 april 2011.

Relatiebedin g: Gedurende 1 jaar na het einde van de arbeidsovereenkomst –ongeacht de wijze waarop en de reden waarom de arbeidsovereenkomst tot een eind is gekomen- zal de werknemer, behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van werkgever, zich onthouden van het op enigerlei wijze, direct of indirect benaderen van relaties van werkgever of aan die relaties gelieerde ondernemingen waarmee (werkgever en/of) werknemer gedurende 1 jaar voorafgaande aan het einde van de arbeidsovereenkomst op enigerlei wijze zakelijk contact heeft gehad, zulks op verbeurte van een direct opeisbare boete van € 4.500,00 per gebeurtenis en tevens 450,00 voor iedere dag, dat hij in overtreding is, te betalen en ten goede komend aan werkgever. Werkgever wijkt daarmee conform het bepaalde in art. 7:650 lid 6 BW af van het bepaalde in art. 7:650 leden 3 en 5 BW. Werkgever heeft het recht om in plaats van de boete volledige schadevergoeding te vorderen van werknemer. De vraag of een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT