Uitspraak Nº LEE 16/4266, LEE 16/4369, LEE 16/4422, LEE 16/4431 en LEE 16/4466. Rechtbank Noord-Nederland, 2017-03-21

ECLIECLI:NL:RBNNE:2017:1061
Docket NumberLEE 16/4266, LEE 16/4369, LEE 16/4422, LEE 16/4431 en LEE 16/4466
Date21 Marzo 2017
CourtRechtbank Noord-Nederland (Neederland)
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen

Bestuursrecht

zaaknummers: LEE 16/4266, LEE 16/4369, LEE 16/4422, LEE 16/4431 en LEE 16/4466

uitspraak van de meervoudige kamer van 21 maart 2017 in de zaken tussen

I. [eiseres 1], te [plaats], [eiseres 1],

II. [eiser 1], te [plaats], [eiser 1],

III. [eiser 2], te [plaats], [eiser 2],

IV. [eiseres 2], te [plaats], [eiseres 2],

(gemachtigde: mr. J. Veltman),

V. [eiseres 3], te [plaats], [eiseres 3]

(gemachtigde: mr. M.E. Jendsen),

eisers,

en

het college van burgemeester en wethouders van Hoogezand-Sappemeer, verweerder

(gemachtigden: M.J. Vulpes en W. van Oosten).

Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: Powerfield Free Zone N.V., te Dokkum (gemachtigde: mr. K. Roderburg).

Procesverloop

Bij besluit van 27 september 2016 heeft verweerder aan Powerfield Free Zone N.V. (vergunninghouder) voor een periode van maximaal 30 jaar een omgevingsvergunning verleend ten behoeve van het realiseren van een zonnepark (“Zonnepark Midden-Groningen”) op percelen nabij het perceel Achterdiep Noordzijde 3 te Sappemeer, begrensd door Achterdiep Noordzijde, Lodijck, Langewijk en Buitenhuizen te Sappemeer. De omgevingsvergunning is verleend voor het bouwen van een bouwwerk en het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan.

Eisers hebben tegen het besluit van 27 september 2016 beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 februari 2017. [eiseres 1] is verschenen. [eiser 1] is verschenen, bijgestaan door D. Oorburg. [eiser 2] is verschenen. [eiseres 2] is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. [eiseres 3] is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden. Namens vergunninghouder zijn [medewerkers] verschenen, bijgestaan door de gemachtigde en mr. K. Spee.

Overwegingen
1.1.

Op 19 juli 2016 heeft verweerder van vergunninghouder een aanvraag ontvangen voor een omgevingsvergunning ten behoeve van het project “Zonnepark Midden-Groningen” op percelen nabij het perceel Achterdiep Noordzijde 3 te Sappemeer, begrensd door Achterdiep Noordzijde, Lodijck, Langewijk en Buitenhuizen te Sappemeer.

Het zonnepark beslaat een gebied van ongeveer 117 hectare waarbij zonnepanelen, hekwerken, een opslagcontainer, traforuimten, omvormers en DVR ruimtes zullen worden geplaatst. De zonnepanelen worden onder een hoek van 15 graden geplaatst en staan op circa 0,64 meter boven het maaiveld en hebben een hoogte van 2,2 meter boven het maaiveld.

1.2.

Van 11 augustus 2016 tot en met 22 september 2016 heeft het ontwerpbesluit ter inzage gelegen. Eisers hebben zienswijzen ingediend.

1.3.

Bij besluit van 27 september 2016 heeft verweerder vergunninghouder ten behoeve van het project “Zonnepark Midden-Groningen” een omgevingsvergunning verleend.

Ontvankelijkheid

2. De rechtbank ziet zich allereerst gesteld voor de vraag of [eiser 2] belanghebbende is bij het besluit van 27 september 2016.

2.1.

Op grond van artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht (de Awb) kan een belanghebbende tegen een besluit beroep instellen bij de bestuursrechter.

Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Awb wordt onder belanghebbende verstaan degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.

2.2.

Om als belanghebbende in de zin van de Awb te kunnen worden aangemerkt, dient een natuurlijke persoon volgens vaste jurisprudentie een voldoende objectief bepaalbaar, eigen, persoonlijk belang te hebben dat hem in voldoende mate onderscheidt van anderen en dat rechtstreeks wordt geraakt door het bestreden besluit.

2.3.

Voor het omgevingsrecht geldt dat, naast dat het bepalend kan zijn dat een belanghebbende in de nabijheid van het perceel woonachtig is dan wel zicht heeft op het project, in specifieke situaties ook andere omstandigheden kunnen leiden tot de slotsom dat iemand als belanghebbende kan worden aangemerkt, waaronder het aspect van de ruimtelijke uitstraling dat een project in de leefomgeving van betrokkene heeft. In het samenstel van afstand, zicht en ruimtelijke uitstraling moet beoordeeld worden of eiser als belanghebbende kan worden aangemerkt (zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 29 februari 2002, met zaaknummer 201106531/1/A1, ECLI:NL:RVS:2012:BV7247).

2.4.

De rechtbank stelt vast dat de afstand tussen het perceel aan [adres] te [plaats] waar eiser woonachtig is, en het vergunde project meer dan 1.500 meter bedraagt. Deze afstand is naar het oordeel van de rechtbank te groot om een rechtstreeks bij het bestreden besluit betrokken belang te kunnen aannemen. De rechtbank overweegt in dit verband dat [eiser 2], onbestreden, geen zicht zal hebben op het zonnepark. Als de directe zichtrelatie ontbreekt is in beginsel geen sprake van belanghebbendheid. Voorts is aannemelijk dat de ruimtelijke uitstraling van het project, waarbij gedacht moet worden aan aspecten als hinder vanwege verkeers- en/of parkeeroverlast, stank of stof op de omgeving, niet zodanig is dat Van Veen om die reden een rechtstreeks bij het bestreden besluit betrokken belang heeft. De omstandigheid dat eiser Veen in het verleden binnen het gebied investeringen heeft gedaan ten behoeve van de (glas)tuinbouw en vindt dat aldus daar (glas)tuinbouw moet plaatsvinden, maakt naar het oordeel van de rechtbank evenmin dat hij als belanghebbende bij het thans bestreden besluit kan worden aangemerkt. In dit verband acht de rechtbank van belang dat [eiser 2] ter plaatste geen eigendom meer heeft. Gelet op het voorgaande is [eiser 2] geen belanghebbende in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Awb, zodat voor hem geen beroep openstaat op grond van artikel 8:1, eerste lid, van de Awb.

2.5.

Het beroep van [eiser 2] is niet-ontvankelijk.

2.6.

Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Bevoegdheid (Omgevingsverordening Provincie Groningen 2016)

3. [eiseres 2] heeft aangevoerd dat verweerder in onderhavig geval niet bevoegd is om de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen, omdat niet is voldaan aan de voorwaarden zoals gesteld in de Omgevingsverordening Provincie Groningen 2016 (de Omgevingsverordening). Er is volgens [eiseres 2] geen sprake van een gebied dat grenst aan stedelijk gebied. Zelfs wanneer zou moeten worden aangenomen dat het zonnepark wel aansluit aan het stedelijk gebied, dan kan de vergunning pas worden verleend na toepassing van de in de Omgevingsverordening genoemde maatwerkmethode, aldus [eiseres 2]. Deze methode is niet toegepast. [eiseres 2] voert aan dat het zonnepark anders alleen kan worden vergund nadat verweerder een integrale gebiedsvisie heeft opgesteld en het college van gedeputeerde staten van Groningen (gedeputeerde staten) op basis van die visie de onderhavige locatie voor een zonnepark hebben aangewezen. Aan deze voorwaarden is evenmin voldaan. Ook dienen twee randvoorwaarden in acht te worden genomen, te weten ‘lokale participatie’ en ‘ruimtelijke kwaliteit’. Hier wordt niet aan voldaan. Gelet hierop is volgens [eiseres 2] sprake van zowel strijd met de Omgevingsverordening als met de Omgevingsvisie provincie Groningen 2016-2020 (de Omgevingsvisie).

3.1.

In artikel 2.42.1, eerste lid, van de Omgevingsverordening is bepaald dat een bestemmingsplan niet voorziet in de plaatsing van zonneparken. Op grond van het tweede lid van artikel 2.42.1 van de Omgevingsverordening kunnen burgemeester en wethouders in afwijking van het eerste lid bij omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onderdeel a, onder 3, gelezen in samenhang met artikel 2.23, eerste lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) onder voorwaarden afwijken van het bestemmingsplan of de beheersverordening voor het plaatsen van zonneparken voor een periode van maximaal 30 jaar.

Als de omvang van het zonnepark, zoals in onderhavig geval, groter is dan 10.000 m² moet het zonnepark op grond van het bepaalde in artikel 2.42.1, tweede lid, onder c, van de Omgevingsverordening aansluiten aan het stedelijk gebied en de maatwerkmethode zijn toegepast onder begeleiding van een bij de provincie werkzame deskundige op het gebied van stedenbouw en landschapsarchitectuur. Wordt niet voldaan aan de voorwaarden genoemd in artikel 2.42.1, tweede lid, onder c, van de Omgevingsverordening dan zou verweerder op grond van artikel 2.42.1, tweede lid, onder e, van de Omgevingsverordening gebruik kunnen maken van de toegekende bevoegdheid indien het gaat om de plaatsing van een zonnepark op door gedeputeerde staten, op basis van een gemeentelijke, integrale gebiedsvisie aangewezen locaties.

3.1.1.

In de Omgevingsvisie is met betrekking tot zonne-energie in zonneparken het volgende opgemerkt:

“Zonneparken

Wij stimuleren het gebruik van zonne-energie. Dit doen wij door ruimte te bieden voor zonneparken in het buitengebied. Wij vinden ruimtelijke inpassing, lokale participatie van belang. Met goede ruimtelijke inpassing willen wij samen met gemeenten het draagvlak voor duurzame energie vergroten.

Wij hebben voor zonneparken regels opgenomen in de Omgevingsverordening (titel 2.11). Wij verzoeken gemeenten hierbij de ruimtelijke kwaliteit te borgen en zorgvuldig ruimtegebruik te garanderen. Hiervoor hanteren we een ruimtelijk afwegingskader met daarin in een maatwerkbenadering en afwegingscriteria. Voor de locatiekeuze verdient het de voorkeur aansluiting te vinden bij het bestaand stedelijk gebied. Van belang is dat het park aansluit bij de landschappelijke structuur en bebouwingskenmerken. Zonneparken in natuurgebieden (Natuurnetwerk Nederland, overige bos- en natuurgebieden buiten NNN en zoekgebieden robuuste verbindingszones) staan...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT