Uitspraak Nº LEE 18/2456. Rechtbank Noord-Nederland, 2019-09-24

ECLIECLI:NL:RBNNE:2019:4053
Docket NumberLEE 18/2456
Date24 Septiembre 2019
CourtRechtbank Noord-Nederland (Neederland)
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen

Bestuursrecht

zaaknummer: LEE 18/2456

uitspraak van de meervoudige kamer van 24 september 2019 in de zaak tussen

[eiser], te [woonplaats], eiser

(gemachtigde: mr. W.J. Leenders),

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen, verweerder

(gemachtigde: mr. R. Snel).

Procesverloop

Bij besluit van 8 december 2017 (het primaire besluit) heeft verweerder de door eiser aangevraagde vergunning voor woningonttrekking ten behoeve van kamerverhuur, geweigerd.

Bij besluit van 2 juli 2018 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Eiser heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 juni 2019. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde en N. Sewradj.

Overwegingen

1. De rechtbank gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.

1.1.

Eiser is sinds 2013 eigenaar van de woning van de [adres] te [woonplaats 2] en verhuurt deze woning aan drie huurders.

1.2.

Sinds 1 juli 2015 geldt in Groningen een vergunningplicht voor woningen die worden onttrokken aan de zelfstandige woonvoorraad ten behoeve van bewoning wanneer er sprake is van minimaal drie bewoners in minimaal drie onzelfstandige verblijven. Daarvoor was er slechts bij bewoning door vier of meer bewoners een onttrekkingsvergunning vereist. Door de invoering van deze vergunningplicht zijn meer woningen vergunningplichtig geworden. Eigenaren van deze panden konden tot 1 juli 2017 in aanmerking komen voor een vergunning op basis van het overgangsrecht, ook wel beperkte onttrekkingsvergunning genoemd. Aan deze vergunning wordt de voorwaarde verbonden dat deze beperkt is tot het maximaal aantal bewoners van drie. Op 13 november 2017 heeft eiser voor het pand aan de [adres] te [woonplaats 2] een beperkte onttrekkingsvergunning aangevraagd.

1.3.

Bij het primaire besluit heeft verweerder de aanvraag van eiser afgewezen. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt.

1.4.

Het bezwaar van eiser is behandeld door de adviescommissie bezwaarschriften van de gemeente Groningen (commissie). De commissie heeft een hoorzitting gehouden en heeft verweerder op 22 juni 2018 geadviseerd het bezwaar van eiser ongegrond te verklaren.

2. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het advies van de commissie overgenomen en het bezwaar ongegrond verklaard. Verweerder heeft aan het bestreden besluit ten grondslag gelegd dat eiser niet in aanmerking komt voor een onttrekkingsvergunning op grond van artikel II, onder C, van de Huisvestingverordening 2015 van de gemeente Groningen (Huisvestingsverordening). Eiser beschouwt dit artikel als mogelijkheid om aan te tonen waarom hem niet kan worden tegengeworpen dat hij te laat was om in aanmerking te kunnen worden gebracht voor een vergunning op grond van artikel II, onder A. Blijkens de toelichting in de Huisvestingsverordening is artikel II, onder C echter bedoeld voor oude bestaande hospitasituaties of voor situaties waar de huidige regeling niet in heeft voorzien. De situatie van eiser is juist een situatie waarin de regeling wél heeft voorzien. Speciaal voor de situatie waarin sprake was van drie bewoners in drie woonruimten is immers de regeling van artikel II, onder A gecreëerd. De door eiser genoemde omstandigheden leveren dan ook niet het bijzondere geval op waarvoor artikel II, onder C bedoeld is. Daarnaast komt eiser ook niet in aanmerking voor een reguliere onttrekkingsvergunning. Het pand van eiser voldoet niet aan de toewijzingsgronden uit het nieuwe beleid nu het pand (onder andere) niet zodanig door onttrokken panden is ingesloten en de locatie zich ook niet in het bijzonder leent voor kamerverhuur. Tot slot is het niet onrechtmatig geweest dat de gemeenteraad de vergunningsplicht heeft gewijzigd van vier verblijfsruimten naar drie verblijfsruimten. De gemeenteraad is bevoegd om de vergunningplicht naar nieuwe inzichten te wijzigen en was niet gehouden om altijd vast te blijven houden aan de eerdere (beperktere) vergunningplicht.

3. Eiser voert in beroep aan dat de wijze waarop deze regelwijziging is verlopen onzorgvuldig is geweest want in strijd met de rechtszekerheid. Hem is een recht...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT