Uitspraak Nº LEE 20-665. Rechtbank Noord-Nederland, 2020-04-14

ECLIECLI:NL:RBNNE:2020:1681
Date14 Abril 2020
Docket NumberLEE 20-665
CourtRechtbank Noord-Nederland (Neederland)
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Bestuursrecht

locatie Groningen

zaaknummer: LEE 20/665

uitspraak van de voorzieningenrechter van 14 april 2020 in de zaak tussen

[verzoekster] gevestigd te [plaats], verzoeksters,

(gemachtigde: mr. J.A. Wols),

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weststellingwerf, verweerder,

(gemachtigde: P.J. Wijbenga).

Procesverloop

Bij besluit van 13 februari 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder, onder weerlegging van de door verzoekster ingediende zienswijze, verzoekster aangeschreven en daarbij gelast om de met het bestemmingsplan strijdige gebruik van het slachthuis en de winkel op het perceel [adres] te [plaats] binnen twee maanden na verzenddatum van dit besluit te staken en gestaakt te houden, bij gebreke waarvan verzoekster een dwangsom van € 5.000,-- per week verbeurt, met een maximum van € 50.000,--.

Tegen dit besluit heeft verzoekster een bezwaarschrift bij verweerder ingediend. Tevens heeft verzoekster bij brief van 2 maart 2020 aan de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Toepassing is gegeven aan het derde lid van artikel 8:83 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Overwegingen
Feiten en omstandigheden

1. Bij zijn oordeelsvorming betrekt de voorzieningenrechter de navolgende feiten en omstandigheden.

1.1.

Verzoekster exploiteerde op het perceel [adres] te [plaats] een slachterij en een daaraan ondergeschikte winkel. Op 13 december 2017 is het faillissement van de slachterij uitgesproken.

1.2.

Op 14 maart 2018 heeft de heer J.H. Alta, medewerker van de afdeling Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH), een controle uitgevoerd op voormeld perceel. Tijdens dit controlebezoek is door voornoemde medewerker geconstateerd dat op voormeld perceel een winkel in bedrijf is.

1.3.

Naar aanleiding van voormelde controle heeft verweerder bij brief van 3 mei 2018 aan verzoekster verzocht om binnen drie maanden na dagtekening van deze brief een einde te maken aan de geconstateerde overtreding en ervoor te zorgen dat de winkel wordt gesloten.

1.4.

Verzoekster heeft bij brief van 19 juni 2018 aan verweerder te kennen gegeven dat er geen sprake is van een overtreding, aangezien er sprake is van locatiegebonden overgangsrecht.

1.5.

Op 14 december 2018 heeft een toezichthouder van de gemeente Weststellingwerf,

K.H. Adema, een reguliere controle verricht op voormeld perceel. Tijdens die controle heeft voornoemde toezichthouder geconstateerd dat thans alleen de winkel in bedrijf is en dat de slachterij niet meer in gebruik is. Voornoemde toezichthouder heeft zijn bevindingen neergelegd in een controlerapport van 14 december 2018.

1.6.

Verweerder heeft bij brief van 5 maart 2019 aan verzoekster kenbaar gemaakt voornemens te zijn om handhavend op te treden.

Verder heeft verweerder met deze brief verzoekster in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen.

1.7.

Naar aanleiding van voormeld voornemen heeft verzoekster bij brief van 20 maart 2019 een zienswijze bij verweerder ingediend.

1.8.

Op 21 mei 2019 heeft een toezichthouder van de gemeente Weststellingwerf een inventariserende controle uitgevoerd op voormeld perceel. Tijdens die controle heeft de toezichthouder geconstateerd dat de slachterij weer in gebruik is genomen door verzoekster. Daarbij heeft de [betrokkene] namens verzoekster te kennen gegeven dat de activiteit in december 2018 weer is gestart, vlak nadat voornoemde toezichthouder had geconstateerd dat er geen bedrijvigheid meer plaatsvond.

1.9.

Verweerder heeft bij brief van 29 augustus 2019 aan verzoekster kenbaar gemaakt voornemens te zijn om handhavend op te treden.

Verder heeft verweerder met deze brief verzoekster in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen.

1.10.

Naar aanleiding van voormeld voornemen heeft verzoekster bij brief van 14 oktober 2019 een zienswijze bij verweerder ingediend.

1.11.

Op 13 december 2019 heeft een toezichthouder van de gemeente Weststellingwerf een hercontrole uitgevoerd op voormeld perceel. Tijdens die controle heeft de toezichthouder geconstateerd dat het bedrijf van verzoekster in gebruik was. Daarbij heeft de [betrokkene] namens verzoekster aangegeven dat het slachthuis en de winkel op dat moment in gebruik waren.

1.12.

Bij het bestreden besluit van 13 februari 2020 heeft verweerder, onder weerlegging van de door verzoekster ingediende zienswijze, verzoekster aangeschreven en daarbij gelast om de met het bestemmingsplan strijdige gebruik van het slachthuis en de winkel op het perceel [adres] te [plaats] binnen twee maanden na verzenddatum van dit besluit te staken en gestaakt te houden, bij gebreke waarvan verzoekster een dwangsom...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT