Uitspraak Nº LEE 20/861 en LEE 20/999. Rechtbank Noord-Nederland, 2020-04-17

ECLIECLI:NL:RBNNE:2020:1714
Docket NumberLEE 20/861 en LEE 20/999
Date17 Abril 2020
CourtRechtbank Noord-Nederland (Neederland)
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen

Bestuursrecht

zaaknummers: LEE 20/861 en LEE 20/999

uitspraak van de voorzieningenrechter van 17 april 2020 op de verzoeken om een voorlopige voorziening in de zaken tussen

[verzoekster] , te Haren, verzoekster (LEE 20/861)

(gemachtigde: mr. A. Kwint-Oceliková),

en

de burgemeester van de gemeente Groningen, verweerder

(gemachtigde: mr. S. Omar-van Woersem),

en

[verzoeker] , te Groningen, verzoeker (LEE 20/999)

(gemachtigde: mr. W.R. van der Velde),

en

de burgemeester van de gemeente Groningen, verweerder

(gemachtigde: mr. S. Omar-van Woersem)

Procesverloop

Bij besluit van 6 maart 2020 (het primaire besluit) heeft verweerder een last onder bestuursdwang opgelegd, inhoudende dat het bedrijfspand op het adres [adres 1] te Groningen (hierna: het pand) voor onbepaalde tijd wordt gesloten.

Verzoekers hebben tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt. Zij hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Om redenen van volksgezondheid en bij wijze van uitzondering heeft de voorzieningenrechter met toepassing van artikel 8:83, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) besloten om uitspraak te doen zonder het houden van een zitting.

De zaken zijn niet gevoegd behandeld. In beide procedures zijn partijen in de gelegenheid gesteld per e-mail hun standpunten toe te lichten.

Overwegingen

1. Op www.rechtspraak.nl heeft de Rechtspraak een overzicht gegeven van urgente zaken, die in afwijking van het besluit om de gerechten te sluiten in verband met de Corona-maatregelen, wel op zitting worden behandeld. Voor reguliere bestuursrechtzaken geldt dat alleen de voorlopige voorzieningen (alleen in geval van “superspoed”) doorgaan. Daarvoor geldt dat de behandeling zoveel mogelijk schriftelijk gebeurt. Alleen in uitzonderlijke gevallen is een fysieke zitting in de rechtbank mogelijk.

2. De voorzieningenrechter oordeelt dat niet is gebleken van een dergelijk uitzonderlijk geval. De gedingstukken bevatten een uitvoerige motivering van de besluitvorming, bezwaarschrift en verzoekschrift en partijen hebben op elkaars standpunten gereageerd. Door verzoeker [verzoeker] is een video van zijn bedrijfsruimte ingezonden, waar verweerder op heeft gereageerd.

3. Daarmee acht de voorzieningenrechter zich voldoende geïnformeerd en bepaalt dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft.

4. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.

Gezien de aard van de zaken ziet de voorzieningenrechter, ondanks het feit dat de zaken niet gevoegd zijn behandeld, aanleiding in beide zaken één uitspraak te doen.

5.1.

In 2015, in 2016 en in 2018 is in het pand een hennepkwekerij aangetroffen.

5.2.

Blijkens een bestuurlijke rapportage van 30 januari 2020 heeft de politie Eenheid Noord-Nederland op 8 januari 2020 een melding ontvangen dat aan de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT