Uitspraak Nº NL18.13335, NL18.13336 en NL18.13337. Rechtbank Den Haag, 2018-07-18

ECLIECLI:NL:RBDHA:2018:9666
Date18 Julio 2018
Docket NumberNL18.13335, NL18.13336 en NL18.13337
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht

zaaknummers: NL18.13335, NL18.13336 en NL18.13337

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen

[eiser 1] , eiser,

[eiseres 2] , eiseres, mede namens hun minderjarige kind: [naam minderjarige] , hierna gezamenlijk: eisers,

(gemachtigde: mr. L.M. Straver), en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

Procesverloop

Bij besluiten van 16 juli 2018 (de bestreden besluiten) heeft verweerder aan eisers de maatregel van bewaring op grond van artikel 59a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) opgelegd.

Eisers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Dit beroep strekt van rechtswege ook tot toekenning van schadevergoeding.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 juli 2018. Eisers hebben zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde. Zij hebben schriftelijk afstand gedaan van hun recht om gehoord te worden. Verweerder is, met bericht van verhindering, niet verschenen.

Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank:

  • -

    verklaart de beroepen gegrond;

  • -

    beveelt de opheffing van de maatregelen van bewaring met ingang van 18 juli 2018;

  • -

    veroordeelt de Staat der Nederlanden tot het betalen van een schadevergoeding aan eisers tot een bedrag van € 480,-, te betalen door de griffier;

  • -

    veroordeelt verweerder in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 1.002,-.

Overwegingen
  1. Eisers zijn van Iraakse nationaliteit. Eiser is geboren op [geboortedatum] 1990, eiseres is geboren op [geboortedatum] 1993 en hun minderjarige kind is geboren op [geboortedatum] 2018

  2. Eisers voeren aan dat zij ten onrechte staande zijn gehouden op grond van artikel 50 van de Vw. Eisers zijn Dublinclaimanten en hebben daarom rechtmatig verblijf op grond van artikel 8, aanhef en onder m, van de Vw. Eisers verwijzen hierbij naar de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) van 1 november 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:2992) en van 2 mei 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:1491). Verweerder weet al sinds 1 november 2016 dat zijn werkwijze onrechtmatig is. Dat verweerder willens en wetens in strijd handelt met de rechtspraak moet er toe leiden dat niet tot een belangenafweging wordt overgegaan. Indien de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT