Uitspraak Nº NL19.1446. Rechtbank Den Haag, 2019-01-28

ECLIECLI:NL:RBDHA:2019:900
Date28 Enero 2019
Docket NumberNL19.1446
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch

Bestuursrecht

zaaknummer: NL19.1446


uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , geboren op [geboortedag] 1996, van Ivoriaanse nationaliteit, eiser

(gemachtigde: mr. A. Hol),

en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. M.N. Lorier).


Procesverloop

Bij besluit van 21 januari 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder aan eiser de maatregel van bewaring op grond van artikel 59a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) opgelegd.

Eiser heeft op 22 januari 2019 tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Dit beroep strekt van rechtswege ook tot het verzoek om toekenning van schadevergoeding.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 28 januari 2019. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. In de maatregel van bewaring heeft verweerder overwogen dat de openbare orde de maatregel vordert omdat er een significant risico op onderduiken bestaat, hetgeen is gebleken uit de omstandigheden dat eiser:

(zware gronden)
3a. Nederland niet op de voorgeschreven wijze is binnengekomen, dan wel een poging daartoe heeft gedaan;
3b. zich in strijd met de Vreemdelingenwetgeving gedurende enige tijd aan het toezicht op vreemdelingen heeft onttrokken;
3k. een overdrachtsbesluit heeft ontvangen en geen medewerking verleent aan de overdracht aan de lidstaat die verantwoordelijk is voor de behandeling van zijn asielverzoek;
(lichte gronden)
4a. zich niet aan een of meer andere voor hem geldende verplichtingen van hoofdstuk 4 van het Vb heeft gehouden;
4c. geen vaste woon- of verblijfplaats heeft;
4d. niet beschikt over voldoende middelen van bestaan.

2. Eiser heeft de gronden die aan de maatregel van bewaring ten grondslag zijn gelegd niet betwist, zodat deze vaststaan. Deze gronden kunnen de maatregel naar het oordeel van de rechtbank dragen.

3. Eiser stelt zich op het standpunt dat hij als Dublinclaimant ten tijde van de staandehouding rechtmatig verblijf had op grond van artikel 8, aanhef en onder m, van de Vw 2000. Omdat eiser rechtmatig verblijf heeft, kon hij niet op grond van artikel 50 van de Vw 2000 worden staandegehouden, overgebracht en opgehouden. Gelet hierop is de daaropvolgende inbewaringstelling eveneens onrechtmatig. Eiser is weliswaar op 12 september 2018 met...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT