Uitspraak Nº NL20.3791 en NL20.13227. Rechtbank Den Haag, 2020-07-07
ECLI | ECLI:NL:RBDHA:2020:6250 |
Docket Number | NL20.3791 en NL20.13227 |
Date | 07 Julio 2020 |
Court | Rechtbank Den Haag (Neederland) |
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummers: NL20.3791 (beroep) en NL20.13227 (voorlopige voorziening)
uitspraak van de voorzieningenrechter van 7 juli 2020 op het beroep en het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen
(gemachtigde: mr. J.Th.A. Bos),
en
(gemachtigde: mr. M.M. Luik).
Procesverloop
Bij besluit van 11 februari 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Oostenrijk verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Op 11 februari 2020 heeft eiser tegen het bestreden besluit beroep ingesteld en de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening (NL20.3793) te treffen.
Op 9 juni 2020 heeft eiser dit verzoek ingetrokken.
Op 29 juni 2020 heeft verweerder eiser medegedeeld dat hij op 9 juli 2020 per vliegtuig zal worden overgedragen aan Oostenrijk. Eiser heeft daarop wederom de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 juli 2020. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
1. Na afloop van de zitting is de voorzieningenrechter tot de conclusie gekomen dat nader onderzoek niet kan bijdragen aan de beoordeling van de zaak. De voorzieningenrechter doet daarom op grond van artikel 8:86 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet alleen uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening, maar ook op het beroep.
2. Eiser, afkomstig uit Somalië, is naar gesteld via de Verenigde Arabische Emiraten, Turkije, Griekenland, Macedonië, Servië en Hongarije naar Oostenrijk gereisd en is vervolgens via Duitsland doorgereisd naar Nederland. Verweerder heeft op grond van de Dublinverordening Oostenrijk verantwoordelijk gehouden voor de behandeling van de asielaanvraag van eiser. Bij brief van 20 januari 2020 hebben de Oostenrijkse autoriteiten het terugnameverzoek geaccepteerd.
3. In het verzoekschrift van 2 juli 2020 en op de zitting heeft eiser aangegeven dat de eerder in de procedure aangevoerde gronden, die kort gezegd betrekking hadden op het interstatelijk vertrouwensbeginsel en de vraag hoe Oostenrijk omgaat met...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT