Uitspraak Nº NL22.13001 AWB 22/3991. Rechtbank Den Haag, 2022-10-28
Court | Rechtbank Den Haag (Neederland) |
ECLI | ECLI:NL:RBDHA:2022:11413 |
Date | 28 Octubre 2022 |
Docket Number | NL22.13001 AWB 22/3991 |
RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers: NL22.13001 en AWB 22/3991
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen [naam], eiser
V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. D. Aygur),
en
(gemachtigde: H.Q. van der Zaan).
Op 28 juni 2022 (AWB 22/3991) en 8 juli 2022 (NL22.13001) heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag van 8 november 2021.
Bij besluit van 19 juni 2022 heeft verweerder de asielaanvraag van eiser alsnog ingewilligd.
Desgevraagd heeft eiser procedure AWB 22/3991 ingetrokken. Eiser heeft daarbij verzocht om verweerder te veroordelen in de proceskosten.
In procedure NL22.13001 heeft eiser eveneens verzocht om een proceskostenveroordeling van verweerder.
Verweerder heeft op 23 augustus 2022 op het verzoek om te worden veroordeeld in de proceskosten gereageerd.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
1. Nu met het inwilligen van de asielaanvraag tegemoet is gekomen aan het op 8 juli 2022 ingestelde beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit, zal dat beroep wegens het ontbreken van procesbelang kennelijk niet-ontvankelijk worden verklaard.
2. In het kader van het verzoek om een proceskostenveroordeling oordeelt de rechtbank als volgt.
3. Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb wordt voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep het niet tijdig nemen van een besluit met een besluit gelijkgesteld. In artikel 6:12, tweede lid, van de Awb is bepaald dat het beroepschrift kan worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is om op tijd een besluit te nemen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen.
4. Eiser heeft op 8 november een asielaanvraag ingediend. Op grond van artikel 42, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) bedraagt de beslistermijn zes maanden. De rechtbank stelt vast dat verweerder geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheden in artikel 42, vierde en het vijfde lid, van de Vw om deze termijn te verlengen. Dit betekent dat verweerder uiterlijk op 8 mei 2022 een beslissing had moeten nemen.
5. De wettelijke beslistermijn is verstreken zonder dat een...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT