Uitspraak Nº NL22.20793. Rechtbank Den Haag, 2022-10-28

ECLIECLI:NL:RBDHA:2022:11417
Docket NumberNL22.20793
Date28 Octubre 2022
CourtRechtbank Den Haag (Neederland)
RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht

zaaknummer: NL22.20793


uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam], eiser,

V-nummer: [Nummer]

(gemachtigde: mr. S. Benayad),

en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop

Verweerder heeft op 20 augustus 2022 aan eiser de maatregel van bewaring op grond van artikel 59a, eerste lid, van de Vw1 opgelegd. Deze maatregel duurt nog voort.

Eiser heeft tegen het voortduren van de maatregel van bewaring beroep ingesteld. Daarbij heeft hij verzocht om schadevergoeding.

Verweerder heeft een voortgangsrapportage overgelegd.

Eiser heeft daarop gereageerd.

De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en het onderzoek op 21 oktober 2022 gesloten.

Overwegingen

1. Eiser stelt te zijn geboren op [Geboortedatum] en van Marokkaanse nationaliteit te zijn.

2. Indien de rechtbank van oordeel is dat de toepassing of tenuitvoerlegging van de maatregel van bewaring in strijd is met de Vw dan wel bij afweging van alle daarbij betrokken belangen in redelijkheid niet gerechtvaardigd is, verklaart zij op grond van artikel 96, derde lid, van de Vw het beroep gegrond en beveelt zij de opheffing van de maatregel of een wijziging van de wijze van tenuitvoerlegging daarvan.

3. De rechtbank stelt voorop dat zij deze maatregel van bewaring al eerder heeft getoetst. Uit de uitspraak van deze rechtbank en zittingsplaats van 1 september 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:9030, volgt dat de maatregel van bewaring tot het moment van het sluiten van het onderzoek dat aan die uitspraak ten grondslag ligt, rechtmatig was. Daarom staat nu, voor zover dat in beroep wordt aangevochten, alleen ter beoordeling of sinds het moment van het sluiten van dat onderzoek de maatregel van bewaring rechtmatig is.

4. Eiser wijst op artikel 28, derde lid, van de Dublinverordening2, waaruit volgt dat de overdracht binnen zes weken na het claimakkoord plaats dient te vinden. Eiser voert aan dat hij nimmer beroep heeft willen instellen tegen het overdrachtsbesluit en om een voorlopige voorziening heeft willen verzoeken. Het is tot heden niet gelukt om het beroep en het verzoek in te trekken. Ondanks dat de zes weken termijn moet ingaan vanaf het moment van acceptatie van de Dublin-claim door Slowakije, kan deze datum niet 28 september 2022 zijn. Dat het claimverzoek door de Slowaakse autoriteiten door omstandigheden pas op...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT