Uitspraak Nº NL22.21033. Rechtbank Den Haag, 2022-10-28
ECLI | ECLI:NL:RBDHA:2022:11412 |
Docket Number | NL22.21033 |
Date | 28 Octubre 2022 |
Court | Rechtbank Den Haag (Neederland) |
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.21033
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen [naam], eiser,
V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. C.F. Wassenaar),
en
(gemachtigde: mr. K. Bruin).
Procesverloop
Bij besluit van 15 oktober 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder aan eiser de maatregel van bewaring op grond van artikel 59a, eerste lid, van de Vw1 opgelegd.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Dit beroep moet tevens worden aangemerkt als een verzoek om toekenning van schadevergoeding.
De rechtbank heeft het beroep op 26 oktober 2022 op zitting behandeld. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen H. El Arraq. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
1. Eiser stelt te zijn geboren op [geboortedatum] en van Marokkaanse nationaliteit te zijn.
Staandehouding/overbrenging/overdracht
2. Eiser stelt dat hij ten onrechte op grond van artikel 50, eerste lid, van de Vw staande is gehouden. Daar is een redelijk vermoeden van illegaal verblijf voor vereist en niet is duidelijk waar dit vermoeden in het geval van eiser op is gebaseerd. Verder betwist eiser dat hij geen rechtmatig verblijf heeft in Nederland. Hij heeft als Dublinclaimant rechtmatig verblijf en niet is gebleken van omstandigheden waardoor dit is vervallen. Eiser stelt daarom dat de overbrenging op onjuiste grondslag heeft plaatsgevonden.
3. In het proces-verbaal staandehouding/overbrenging/overdracht van 15 oktober 2022 staat dat een persoon was aangetroffen op het CCT2 terrein te Moerdijk en dat hiervan melding is gemaakt aan de verbalisanten, omdat uit ervaringsgegevens blijkt dat veel vreemdelingen via het terrein van CCT illegaal willen uitreizen naar Groot-Brittannië.
4. Gelet op de inhoud van de melding en de ervaringsgegevens is de rechtbank van oordeel dat de verbalisanten mochten vragen naar eisers identiteitsbewijs omdat deze omstandigheden het redelijk vermoeden van illegaal verblijf rechtvaardigen. Artikel 50, eerste lid, van de Vw was daarom de juiste grondslag voor de staandehouding.
5. Gelet op het gerechtvaardigde redelijk vermoeden van illegaal verblijf, is eiser voorts ook op juiste grondslag overgebracht naar een plaats bestemd voor gehoor. Eiser heeft zich bij zijn poging tot uitreis uit Nederland niet overeenkomstig artikel 5, eerste lid, van de Schengengrenscode begeven langs een doorlaatpost. Hij heeft zich bij zijn poging tot illegale...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT