Uitspraak Nº RK 18/6553. Rechtbank Amsterdam, 2019-01-31
ECLI | ECLI:NL:RBAMS:2019:656 |
Docket Number | RK 18/6553 |
Date | 31 Enero 2019 |
Court | Rechtbank Amsterdam (Neederland) |
beschikking
RECHTBANK AMSTERDAMAfdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
RK: 18/6553
Beschikking op het klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
geboren op [geboortedag] 1964,
woonplaats kiezend op het adres van zijn raadsman,
mr. K. Spee, Herengracht 480, 1017 CB Amsterdam,
klager, niet zijnde beslagene (hierna: klager).
Het klaagschrift is op 27 september 2018 ter griffie van deze rechtbank ontvangen.
De rechtbank heeft voorafgaand aan de behandeling in raadkamer een (ongedateerde) reactie en een aanvullende reactie van 14 januari 2019 op het klaagschrift ontvangen van officier van justitie L.M.J. Backx.
De rechtbank heeft op 15 januari 2019 de gemachtigde raadsman van klager en de officier van justitie in openbare raadkamer gehoord.
Klager is, hoewel geldig opgeroepen, niet in raadkamer verschenen.
Daarnaast is [persoon] , bijgestaan door zijn raadsman mr. J.M. Keizer, als belanghebbende in raadkamer verschenen en in de gelegenheid gesteld het woord te voeren.
De belanghebbenden [rechtspersoon 1] B.V., [stichting] en [rechtspersoon 2] B.V. zijn niet in raadkamer verschenen.
Klager heeft als belegging geïnvesteerd in cryptovaluta bij de onderneming [rechtspersoon 1] B.V., handelend onder de naam [naam] . Daartoe heeft klager een account geopend bij [stichting] en geld overgemaakt naar diens bankrekening.
Klager heeft inmiddels vernomen dat [persoon] , bestuurder en enig aandeelhouder van [stichting] , is aangehouden op verdenking van oplichting en witwassen, en dat in het kader van het strafrechtelijke onderzoek conservatoir beslag is gelegd op de bankrekening(en) van [stichting] .
Gezien die verdenking wenst klager zijn geld op te nemen en heeft hij de samenwerking met [stichting] beëindigd.
Klager is deels rechthebbende tot het geld dat onder [stichting] en/of [persoon] in beslag is genomen.
Het klaagschrift strekt tot opheffing van het beslag (primair ten bedrage van de door klager aangehouden waarde van de portefeuille, subsidiair ten bedrage van de investering van klager) en een last tot teruggave.
Waarde portefeuille volgens overzicht [stichting] :
[klager] : € 160.684,48
Geïnvesteerd bedrag
[klager] : € 93.597,60, waarvan € 43.597,60 in de vorm van bitcoins
De raadsman van klager vertegenwoordigt ter zitting...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT