Uitspraak Nº RK 20-1985. Rechtbank Amsterdam, 2020-04-22

ECLIECLI:NL:RBAMS:2020:2430
Date22 Abril 2020
Docket NumberRK 20-1985
CourtRechtbank Amsterdam (Neederland)

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Strafrecht

Locatie: Amsterdam

Zorgmachtiging (artikel 2.3, eerste lid, Wet forensische zorg (Wfz) jo. art. 6:5, aanhef en onderdeel a, Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz))

Zaaknummer / rekestnummer: 682376 / 20-1985

Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 22 april 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 Wvggz, ten aanzien van:

[betrokkene] ,

geboren op [geboortedag] 1990 te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ),

zonder vaste woon- en verblijfplaats in Nederland,

verblijvende in het [plaats detentie] ,

bijgestaan door zijn raadsman mr. S.W.A.M. Henselmans, advocaat te Amsterdam,

hierna te noemen: betrokkene.

1 Procesverloop
1.1.

De officier van justitie heeft verzocht een zorgmachtiging ten behoeve van betrokkene te verlenen. Dit verzoekschrift is op 20 maart 2020 bij de rechtbank binnengekomen. Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:

  • -

    de medische verklaring d.d. 9 maart 2020;

  • -

    het zorgplan d.d. 27 februari 2020;

  • -

    de bevindingen van de geneesheer-directeur d.d. 10 maart 2020; en

  • -

    de politiegegevens en de strafvorderlijke en justitiële gegevens van betrokkene die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van het ernstig nadeel.

1.2.

De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 22 april 2020 in het gebouw van de rechtbank te Amsterdam.

1.3.

Ter zitting was aanwezig en heeft de rechtbank de volgende persoon gehoord:

- de officier van justitie, mr. R.N. Refos.

De rechtbank heeft de raadsman van betrokkene, mr. Henselmans, niet gehoord, nu de raadsman op de dag en het tijdstip van de zitting verhinderd was. De rechtbank heeft wel kennisgenomen van zijn schriftelijke standpunt dat hij per e-mail van 21 april 2020 aan de rechtbank heeft doen toekomen.

Verder heeft rechtbank met het oog op de beveiliging van de gezondheid van alle procesdeelnemers en gelet op de dreiging van het coronavirus, bepaald om de zitting doorgang te laten vinden middels telehoren. Daarom is betrokkene op zijn verblijfplaats, het Justitieel Complex [locatie] , gehoord via telehoren. Betrokkene spreekt niet de Nederlandse, maar wel de Poolse taal. In verband hiermee heeft het onderzoek ter zitting plaatsgevonden met bijstand van J.M. Proszkowski, geregistreerde tolk voor de Poolse taal.

De rechtbank heeft ter zitting telefonisch ook de zorgverantwoordelijke, psychiater

M.J. Rozendal, die het zorgplan van betrokkene heeft opgesteld, gehoord.

2 Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht een zorgmachtiging te verlenen, nu verplichte zorg via het civiele kader aangewezen is. De noodzakelijke zorg en behandeling van betrokkene dient meer te omvatten dan uitsluitend opname; een zorgmachtiging (met daarin opgenomen verschillende vormen van verplichte zorg) kan in deze behoefte voorzien.

Ter zitting heeft de officier van justitie aangevoerd dat het Openbaar Ministerie zo veel mogelijk aansluiting heeft gezocht bij het advies van de geneesheer-directeur. De officier van justitie sluit zich aan bij de opmerkingen van psychiater Rozendal ter zitting over de passende vormen van zorg die door de rechtbank moeten worden toegewezen. Volgens de officier van justitie kan ‘het toedienen van vocht en voeding’ uit het zorgplan worden geschrapt en hoeft ‘het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen’ niet te worden toegewezen.

De officier van justitie heeft daarnaast aangegeven dat de maximale periode van zes maanden voor de zorgmachtiging noodzakelijk is, zodat de behandeling gedurende die periode en alles wat in dat kader noodzakelijk wordt geacht door de zorgverantwoordelijke, kan plaatsvinden. Eén van de doelstellingen in dat kader is ook repatriëring. Zodra dat mogelijk is, zal daartoe worden overgegaan. Daarbij is van belang dat het psychiatrisch toestandsbeeld op het moment van repatriëring voldoende stabiel is en of betrokkene een verblijfswens in Polen kan uiten, alsmede of er op dat moment erop kan worden vertrouwd dat dit zo zal blijven.

3 Standpunt van betrokkene

De raadsman van betrokkene heeft schriftelijk primair het standpunt ingenomen dat het verzoek moet worden afgewezen. Hij heeft daartoe het volgende aangevoerd. Er wordt voor betrokkene geen adequate behandeling voorzien. Immers, de psychosen bij betrokkene lijken onafgebroken voort te duren, ondanks medicatie, aldus de deskundigen. Volgens de deskundigen wordt de kans op recidive hoog geacht, zolang betrokkene niet effectief behandeld wordt; daarbij wordt alleen van toepassing van anti-psychotische medicatie mogelijk enig resultaat verwacht (Pro Justitia rapport van psycholoog Turk p. 15 en 16). Verder is in het Pro Justitia rapport van psychiater Van der Meer opgenomen dat betrokkene langere tijd behandeld moet worden en pas gerepatrieerd kan worden als hij psychose-vrij is (p. 17 van het psychiatrisch rapport). De medicatie heeft echter in de drie voorgaande...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT