Uitspraak Nº UTR 19/2358. Rechtbank Midden-Nederland, 2020-04-28

ECLIECLI:NL:RBMNE:2020:1647
Docket NumberUTR 19/2358
Date28 Abril 2020
CourtRechtbank Midden-Nederland (Neederland)

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht

Bestuursrecht

zaaknummer: UTR 19/2358

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 april 2020 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: mr. J. Choufoer-van der Wel),

en

de Staatssecretaris van Financiën, verweerder

(gemachtigde: mr. J. van Leersum).

Inleiding

Eiser is werkzaam geweest als groepsfunctionaris C bij de [afdeling 1] bij verweerder. Hij heeft daar zijn BOA (buitengewoon opsporingsambtenaar, hierna: BOA)-basis-opleiding behaald. Vervolgens heeft eiser gesolliciteerd op een vacature van groepsfunctionaris C bij de [afdeling 2] .

Per 1 september 2017 is eiser op grond van artikel 57, eerste lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR) overgeplaatst naar de afdeling [afdeling 2] ( [afdeling 2] , hierna: de [afdeling 2] ) bij het proces [proces] . Vervolgens heeft eiser aanvullend de BOA-plus-opleiding gevolgd. Van de BOA-basis-opleiding is hij vrijgesteld.

Eiser heeft het voor de BOA-plus-opleiding vereiste vak Materieel Strafrecht drie keer gedaan, maar niet gehaald. De overige vakken heeft eiser behaald.

Nadat eiser voor de derde keer was gezakt voor het vak Materieel Strafrecht heeft zijn leidinggevende, [A] (hierna: [A] ) tegen eiser gezegd dat hij niet langer werkzaam kon zijn bij de [afdeling 2] en dat hij teruggeplaatst moest worden naar zijn oude functie bij de [afdeling 1] .

Eiser heeft verweerder op 27 september 2018 schriftelijk verzocht af te zien van terugplaatsing naar de [afdeling 1] en hem nog een kans te geven opnieuw deel te nemen aan de BOA-plus-opleiding. In de brief is verder het standpunt ingenomen dat de BOA-plus-opleiding niet verplicht is om als BOA te kunnen functioneren en dat er geen juridische consequenties zijn verbonden aan het niet succesvol voltooien van die opleiding. De brief is gericht aan de directie van de [afdeling 2] .

Op 3 oktober 2018 is namens eiser een e-mail gestuurd aan [A] . In de e-mail is aangegeven dat als verweerder formeel besluit tot terugplaatsing, eiser het daar niet mee eens is.

[A] heeft op 11 oktober 2018 terug gemaild. In haar e-mail staat dat is uitgezocht wat de consequenties zijn van het niet behalen van de BOA-plus-opleiding en dat er geen rechtspositionele gevolgen zijn. Daarbij verwijst [A] naar “de besluitvorming door het bevoegd gezag”, in de vorm van een brief van 9 oktober 2018 van de plaatsvervangend directeur van de [afdeling 2] , [B] (hierna: [B] ), aan de gemachtigde van eiser. Deze brief is als bijlage bij de e-mail gevoegd.

In de brief van [B] van 9 oktober 2018 is – voor zover van belang – het volgende opgenomen:

“Bij brief van 27 september 2018 (…) een zienswijze naar voren gebracht over de (mogelijke) gevolgen van het niet met succes afronden van de BOA-plus-opleiding. Ik deel u naar aanleiding hiervan het volgende mede.

(…).

Naast de startopleiding en het BOA-basisdeel dient betrokkene de BOA-plus-opleiding te volgen. De BOA-plus gaat in op specifieke Douanekennis die betrokkene nodig heeft om de hem opgedragen werkzaamheden volledig en bekwaam te kunnen vervullen. De BOA-plus wordt afgesloten met een diagnostische toets, waar geen rechtspositionele gevolgen aan zijn verbonden. Betrokkene is driemaal voor deze toets gezakt. Het niet met succes afronden van de BOA-plus betekent dat betrokkene niet in voldoende mate beschikt over de Douanekennis die hij nodig heeft om de opgedragen werkzaamheden te kunnen verrichten. Betrokkene en zijn leidinggevende dienen derhalve in goed overleg afspraken te maken over de wijze waarop betrokkene zich de Douanekennis alsnog eigen gaat maken.

(…).”

Op 18 oktober 2018 heeft [B] schriftelijk laten weten dat hij in de brief van 9 oktober 2018 per ongeluk uitleg heeft gegeven over de BOA-plus-opleiding behorend bij de BOA-bijscholing. Eiser heeft echter niet de BOA-bijscholing gevolgd, maar de BOA-basis-startopleiding. Laatstgenoemde opleiding bestaat uit twee delen: een BOA-basis en een BOA-plus. Beide opleidingsonderdelen zijn verplicht en moeten met een voldoende resultaat worden afgerond. Nu eiser deze BOA-plus-opleiding niet heeft behaald, voldoet hij niet aan de voor de functie bij de [afdeling 2] gestelde bekwaamheidseis. Verder staat in de brief dat dit tot gevolg heeft dat eiser de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT