Uitspraak Nº Wahv 200.266.992/01. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2020-04-29
ECLI | ECLI:NL:GHARL:2020:3450 |
Date | 29 Abril 2020 |
Docket Number | Wahv 200.266.992/01 |
Court | Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland) |
zittingsplaats Leeuwarden
Zaaknummer |
: Wahv 200.266.992/01 |
CJIB-nummer |
: 217408261 |
Uitspraak d.d. |
: 29 april 2020 |
Arrest op het hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant van 11 juli 2019, betreffende
wonende te [A] .
De beslissing van de kantonrechterDe kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard.
De betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter.
De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend.
Op 15 januari 2020 is nog een brief van de betrokkene ontvangen. Een afschrift daarvan is toegezonden naar de advocaat-generaal.
1. De kantonrechter heeft het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard, omdat het beroepschrift geen gronden bevat en dit verzuim niet binnen de daartoe gegeven termijn is hersteld. Geen feiten of omstandigheden zijn door de betrokkene aangevoerd op grond waarvan een eventuele termijnoverschrijding niet aan de betrokkene kan worden toegerekend. Ter zitting van 11 juli 2019 is de betrokkene behoorlijk opgeroepen. Hij is evenwel niet verschenen om een nadere toelichting te geven.
2. De betrokkene voert aan dat hij destijds met het parket heeft gebeld over deze zaak met de vraag wat er van hem wordt verwacht, omdat hij de ontvangen brief niet begreep. Een medewerker heeft aangegeven dat het niet nodig was om te verschijnen, omdat alles was aangeleverd. De betrokkene voert verder aan dat hij verlaat een brief heeft ontvangen. Hij heeft direct het telefoonnummer op de brief gebeld en aangegeven dat hij veel later dan de datum van de brief de brief heeft ontvangen. Een medewerker gaf aan dit door te geven en voorts dat de betrokkene alsnog kon reageren, aldus de betrokkene.
3. Artikel 6:5 lid 1, aanhef en onder d, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat een beroepschrift gronden dient te bevatten. Indien een beroepschrift geen gronden bevat, kan op grond van artikel 6:6, aanhef en onder a, van de Awb het beroep niet-ontvankelijk worden verklaard, mits de indiener van het beroepschrift de gelegenheid heeft gehad het verzuim te...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT