Uitspraak Nº Wahv 200.295.472/01. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2022-10-28
Court | Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland) |
ECLI | ECLI:NL:GHARL:2022:9219 |
Date | 28 Octubre 2022 |
Docket Number | Wahv 200.295.472/01 |
zittingsplaats Leeuwarden
Zaaknummer |
: Wahv 200.295.472/01 |
CJIB-nummer |
: 226848284 |
Uitspraak d.d. |
: 28 oktober 2022 |
Arrest op het hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Gelderland van 6 april 2021, betreffende
gevestigd te [vestigingsplaats] .
De gemachtigde van de betrokkene is mr. J. van Gemert, kantoorhoudende te Nijmegen.
De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard en het verzoek om een proceskostenvergoeding afgewezen.
De gemachtigde van de betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter. Er is gevraagd om een proceskostenvergoeding.
De advocaat-generaal heeft de gelegenheid gekregen een verweerschrift in te dienen. Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
1. De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard, omdat het te laat is ingesteld. Daartoe is overwogen dat de beroepstermijn niet aanvangt nadat kennis is kunnen nemen van de motivering van de beslissing van de officier van justitie.
2. De gemachtigde van de betrokkene voert aan dat de kantonrechter het beroep ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard en dat die beslissing berust op een onjuiste rechtsopvatting. In de door het CJIB verzonden beslissing van de officier van justitie is geen motivering opgenomen. De separaat verzonden motivering van de beslissing van de officier van justitie d.d. 16 maart 2020 is niet ontvangen en is bij brief van 20 april 2020 nagezonden. De beroepstermijn eindigde aldus op 1 juni 2020 zodat met het op 19 mei 2020 ontvangen beroepschrift tijdig beroep is ingesteld.
3. Artikel 7:26 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) houdt ten aanzien van de bekendmaking van een beslissing op administratief beroep het volgende in:
“1. De beslissing op het beroep dient te berusten op een deugdelijke motivering, die bij de bekendmaking van de beslissing wordt vermeld. (…)
3. De beslissing wordt bekendgemaakt door toezending of uitreiking aan degenen tot wie zij is gericht (…).”
4...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT