Uitspraak Nº Wahv 200.297.911/01. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2022-10-28

ECLIECLI:NL:GHARL:2022:9217
Docket NumberWahv 200.297.911/01
Date28 Octubre 2022
CourtGerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

zittingsplaats Leeuwarden

Zaaknummer

: Wahv 200.297.911/01

CJIB-nummer

: 231086916

Uitspraak d.d.

: 28 oktober 2022

Arrest op het hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank

Noord-Holland van 25 mei 2021, betreffende

[de betrokkene] (hierna: de betrokkene),

wonende te [woonplaats] .

De gemachtigde van de betrokkene is M.J.M. Bergers, kantoorhoudende te Maastricht.

De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaard. Het verzoek om een proceskostenvergoeding is afgewezen.

Het verloop van de procedure

De gemachtigde van de betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter. Er is gevraagd om een proceskostenvergoeding.

De advocaat-generaal heeft de gelegenheid gekregen een verweerschrift in te dienen. Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.

De beoordeling

1. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd van € 140,- voor: “handelen in strijd met geslotenverklaring in beide richtingen weg(gedeelte) bestemd voor bepaalde categorie voertuigen.” Deze gedraging zou zijn verricht op 12 december 2019 om 16:24 uur op De Binding in Koog aan de Zaan met het voertuig met het kenteken [kenteken] . Uit het dossier blijkt dat sprake is van handhaving met een camerasysteem.

2. De gemachtigde voert aan dat de beschikking na meer dan 4 maanden is toegezonden en dat is in strijd met artikel 4, tweede lid, van de Wahv. De betrokkene is daardoor in haar belangen geschaad omdat er naderhand werkzaamheden hebben plaatsgevonden op en rondom de busbrug om deze 24 uur per dag open te stellen. Dit dient te leiden tot vernietiging van de inleidende beschikking.

3. Deze grond mist feitelijke grondslag. Het zaakoverzicht houdt in dat de inleidende beschikking op 20 januari 2020 aan de betrokkene is toegezonden. De beschikking is daarmee binnen de in artikel 4, tweede lid, van de Wahv gestelde termijn van vier maanden na de gedraging bekendgemaakt aan de kentekenhouder.

4. De gemachtigde voert verder aan dat de inleidende beschikking vernietigd dient te worden omdat is gehandeld in strijd met bijlage 2 bij het Beleidskader digitale handhaving...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT