Uitspraak Nº Wahv 200.293.314/01. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2022-10-25

ECLIECLI:NL:GHARL:2022:9099
Docket NumberWahv 200.293.314/01
Date25 Octubre 2022
CourtGerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

zittingsplaats Leeuwarden

Zaaknummer

: Wahv 200.293.314/01

CJIB-nummer

: 230217664

Uitspraak d.d.

: 25 oktober 2022

Arrest op het hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank NoordHolland van 4 maart 2021, betreffende

[de betrokkene] (hierna: de betrokkene),

wonende te [woonplaats] .

De gemachtigde van de betrokkene is mr. M. Lagas, kantoorhoudende te Amsterdam.

Het tussenarrest

De inhoud van het tussenarrest van 31 mei 2022 wordt hier overgenomen.

Het verdere procesverloop

Op 11 juli 2022 is aanvullende informatie ontvangen van de advocaat-generaal.

De gemachtigde van de betrokkene heeft de gelegenheid gekregen daarop te reageren maar heeft van die gelegenheid geen gebruik gemaakt.

De beoordeling

1. In hoger beroep voert de gemachtigde van de betrokkene onder meer aan dat onduidelijk is hoe de ambtenaar heeft vastgesteld dat de betrokkene een onafgebroken periode van drie uren heeft geparkeerd. De ambtenaar stelt in het aanvullend proces-verbaal van 2 januari 2020 dat de tijdschijf bij de eerste controle om 09.00 uur is gefilmd. Dit op de zaak betrekking hebbend stuk dient op grond van artikel 7:18 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) deel uit te maken van het dossier. Nu dit beeldmateriaal niet aanwezig is, kan de inleidende beschikking niet in stand blijven.

2. Artikel 7:18, vierde lid, van de Awb voorziet specifiek voor belanghebbenden in een recht om hangende administratief beroep de op de zaak betrekking hebbende stukken op te vragen bij het beroepsorgaan. Het gaat daarbij om stukken die nodig zijn om een boete op basis daarvan aan te vechten (vgl. ABRvS 19 november 2014, ECLI:NL:RVS:2014:4129).

3. Het hof stelt vast dat de gemachtigde in administratief beroep om toezending van de op de zaak betrekking hebbende stukken in de zin van artikel 7:18 van de Awb heeft verzocht. Aan hem is echter niet het beeldmateriaal verstrekt dat ten tijde van de eerste controle is gemaakt. De officier van justitie heeft daarmee niet voldaan aan zijn informatieverplichting, zodat de beslissing van de officier van justitie niet in stand kan blijven. Het hof zal daarom de beslissing van de kantonrechter en - met gegrondverklaring van het beroep daartegen - de beslissing van de officier van justitie vernietigen. Vervolgens...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT