Besluit van 14 juni 2011, houdende wijziging van het Besluit uitvoering rookvrije werkplek, horeca en andere ruimten

Besluit van 14 juni 2011, houdende wijziging van het Besluit uitvoering rookvrije werkplek, horeca en andere ruimten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 1 maart 2011, kenmerk VGP/GL 3050801, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Veiligheid en Justitie; Gelet op de artikelen 11a, vierde en vijfde lid, en 11c, tweede lid, van de Tabakswet;De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 29 april 2011, No. W13.11.0070/III);Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 1 juni 2011, VGP/GL 3064837 uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Veiligheid en Justitie; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit uitvoering rookvrije werkplek, horeca en andere ruimten wordt als volgt gewijzigd:AArtikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:a. horeca-inrichting: 1° de lokaliteiten waarin het slijtersbedrijf of het horecabedrijf wordt uitgeoefend, met de daarbij behorende terrassen voor zover die terrassen in ieder geval bestemd zijn voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse, welke lokaliteiten al dan niet onderdeel uitmaken van een andere besloten ruimte; 2° een inrichting die wordt geëxploiteerd door een onderneming of ondernemer die verplicht is zich in te schrijven bij het Bedrijfschap Horeca en Catering; b. horecabedrijf:

een bedrijf waarin de bedrijfsactiviteiten vrijwel uitsluitend bestaan uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse; c. horecalokaliteit:

een van een afsluitbare toegang voorziene lokaliteit, onderdeel uitmakend van een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, in ieder geval bestemd voor het vertrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse; d. zelfstandige zonder personeel:

een persoon die voor de toepassing van de Wet inkomstenbelasting 2001 ondernemer is en geen personeel in dienst heeft.BArtikel 2 wordt als volgt gewijzigd:1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst. 2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 2. In een ruimte als bedoeld in het eerste lid, onder b, geldt onverkort het recht op bescherming tegen tabaksrook dat een werknemer aan de voorschriften bij of krachtens artikel 11a van de Tabakswet kan ontlenen. CArtikel 3 komt te luiden:

Artikel 3
  1. Degene die het beheer heeft over een van de volgende gebouwen, anders dan in een hoedanigheid als bedoeld in artikel 10, 11 of 11a, eerste tot en met derde lid, van de Tabakswet, is verplicht daarin een rookverbod in te stellen, aan te duiden en te handhaven: a. horeca-inrichtingen; b. overdekte winkelcentra, evenementenhallen, congrescentra en luchthavens. 2. De verplichting, bedoeld in het eerste lid, geldt niet voor de zelfstandige zonder personeel die een horecabedrijf exploiteert met daarin één enkele horecalokaliteit die blijkens de hem krachtens artikel 3 van de Drank- en Horecawet verleende vergunning een vloeroppervlak heeft van minder dan 70m2. 3. Artikel 2 is van overeenkomstige toepassing. 4. Al naar gelang in een ruimte als genoemd in dit artikel een wettelijk rookverbod van kracht is, of geen wettelijk rookverbod van kracht is, maar door de daartoe bevoegde vrijwillig is besloten dat daarin roken verboden is, dan wel roken wettelijk is toegestaan, geldt dat zulks aan of bij de toegang wordt aangeduid met de goed leesbare tekst «roken verboden», respectievelijk «roken toegestaan», dan wel met een begrijpelijke aanduiding, anders dan in letters, met dezelfde betekenis.

ARTIKEL II

In de bijlage, bedoeld in artikel 11b, tweede lid, van de Tabakswet wordt in categorie C:1. € 300 vervangen door: € 600; 2. € 600 vervangen door: € 1200; 3. € 1200 vervangen door: € 2400; 4. € 2400 vervangen door: € 4500.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, met uitzondering van artikel II dat inwerking treedt acht weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot’s-Gravenhage, 14 juni 2011BeatrixDe Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,E. I. Schippers

Uitgegeven de vijfde juli 2011 De Minister van Veiligheid en Justitie,I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Het rookverbod in de horeca heeft sedert zijn invoering medio 2008 roerige tijden gekend. Bij de invoering van de rookvrije horeca in 2008 stonden de gezondheidsbelangen van de werknemers in de horeca centraal. Meer in het verlengde daarvan werden ook de gezondheidsbelangen van bezoekers in de horeca meegenomen. Onder meer om concurrentievervalsing te voorkomen, is er toen vanuit die combinatie van belangen voor gekozen ook horecaondernemers zonder personeel onder de werking van het Besluit uitvoering rookvrije werkplek, horeca en andere ruimten (hierna Besluit uitvoering) te brengen. Aldus werd een gelijk speelveld gecreëerd tussen horeca met en horeca zonder personeel, hetgeen ook de herkenbaarheid en de toegankelijkheid van de gehele branche accentueerde.

Inmiddels is gebleken dat de norm van een rookvrije horeca niet in elke horecagelegenheid even goed gerespecteerd werd of op veel sympathie kon rekenen. Grote onvrede kon worden waargenomen bij de exploitanten van (zeer) kleine cafés die stelden de facto niet de mogelijkheid te hebben om voor hun klanten een rookruimte in te richten, noch qua ruimte, noch qua (financiële) middelen. Grote cafés hadden die ruimte en die middelen wel en beschikten daarmee naar hun zeggen wel over de mogelijkheid om hun rokende bezoekers een alternatief te bieden. De exploitanten van (zeer) kleine cafés voelden zich hierdoor ernstig in de kou gezet.

Om aan deze gevoelens en praktische (on)mogelijkheden tegemoet te komen, heeft het kabinet overwogen een uitzondering op de rookvrije horeca te creëren.

Een belangrijke randvoorwaarde hierbij was dat de gezondheidsbelangen van degenen die als personeel in de horeca werken, gewaarborgd zouden worden.

Uitgangspunt is namelijk nog steeds dat in voor publiek toegankelijke gebouwen kan worden gewerkt en verbleven zonder daarbij hinder of overlast van roken te ondervinden. Gezien dit alles heeft het kabinet gemeend een uitzondering te moeten creëren voor (zeer) kleine (buurt)cafés – met een horecalokaliteit kleiner dan 70m2 – die geëxploiteerd worden door een zelfstandige zonder personeel (zzp’er). Het kabinet kiest daarmee vanuit een formele benadering van het gelijke speelveld, voor een iets meer praktische uitvoering van dit beginsel.

Met deze keuze wordt bovendien recht gedaan aan de keuzevrijheid van de consument. Door van de ondernemer die het roken mag en wil toestaan een aankondiging bij de ingang van het établissement te vragen, kan de consument zelf een gewogen keuze maken tussen een rokerscafé of een rookvrij café. Bovendien wordt ook de ondernemer van een kleine buurtkroeg nu meer keuzevrijheid geboden. De ondernemer die aanspraak kan maken op de uitzondering, behoudt uiteraard de vrijheid er zelf voor te kiezen zijn horecagelegenheid rookvrij te houden of toch een rookruimte in te richten.

Het kabinet realiseert zich dat met deze uitzondering in het licht van het tabaksontmoedigingsbeleid en de gevolgen voor de volksgezondheid een kleine toegeving wordt gedaan die de gezondheidsbelangen van bezoekers van deze kroegjes raakt. Die toegeving mag niet gezien...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT