Uitvoeringsbesluit WVO 2020

Besluit van 14 oktober 2021, houdende nadere regels over de inrichting, examinering en bekostiging van en deelname aan het voortgezet onderwijs (Uitvoeringsbesluit WVO 2020)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 6 juli 2021, nr. WJZ/27929139 (6797), directie Wetgeving en Juridische Zaken; Gelet op de Wet voortgezet onderwijs 2020, de artikelen 7.3.4, tweede lid, 7.4.11, derde en vijfde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, en de artikelen 7.3.3, tweede lid, en 7.4.13, derde en vijfde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 25 augustus 2021, nr. W05.21.0191/I); Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 12 oktober 2021, nr. WJZ/29176009 (6797), directie Wetgeving en Juridische Zaken; Hebben goedgevonden en verstaan:

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Artículos 1.1 y 1.2
Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:aanvullende bekostiging:

aanvullende bekostiging als bedoeld in de artikelen 5.5, 5.9 en 5.10 van de wet;accountant:

accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek of een deskundige als bedoeld in artikel 121, zesde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek BES; algemeen vak:

vak, niet zijnde een profielvak of een beroepsgericht keuzevak;beroepsgericht keuzevak:

keuzevak als bedoeld in artikel 2.29;college:

College voor toetsen en examens;cspe:

centraal schriftelijk en praktisch examen in een profielvak;eerste schooldag:

1 augustus of de dag waarop het onderwijs aan de school in enig schooljaar is aangevangen;examinator:

examinator als bedoeld in artikel 2.51, derde lid, van de wet;extraneus:

extraneus als bedoeld in artikel 2.51, tweede lid, van de wet;gemeenschappelijk deel:

deel van een profiel als bedoeld in artikel 2.21, eerste lid, onderdeel a, van de wet of artikel 2.24, eerste lid, onderdeel a, van de wet; hoofdvestiging:

hoofdvestiging als bedoeld in artikel 4.13 van de wet;instelling voor educatie en beroepsonderwijs:

instelling voor educatie en beroepsonderwijs als bedoeld in artikel 1.1.1 WEB of artikel 1.1.1 WEB BES; nevenvestiging:

nevenvestiging als bedoeld in artikel 4.14 van de wet;nieuwkomer:

leerling die:a. vreemdeling als bedoeld in artikel 1 van de Vreemdelingenwet 2000 is, b. als werkelijk schoolgaand staat ingeschreven bij een school, c. geen Internationaal georiënteerd voortgezet onderwijs of Europees secundair onderwijs volgt, en; d. op de teldatum korter dan twee jaar in Nederland verblijft; profiel:

profiel als bedoeld in artikel 2.21, eerste lid, van de wet en artikel 2.24, eerste lid, van de wet; profieldeel:

deel van een profiel als bedoeld in de artikel 2.21, eerste lid, onderdeel b, van de wet of artikel 2.24, eerste lid, onderdeel b, van de wet; profielvak:

vak als bedoeld in artikel 2.21, eerste lid, en artikel 2.25, eerste lid;profielwerkstuk:

profielwerkstuk als bedoeld in artikel 2.53, derde lid, van de wet;schoolsoortgroep 1:

scholen voor mavo, vbo, praktijkonderwijs en scholengemeenschappen bestaande uit ten minste twee van deze schoolsoorten, inclusief het leerwegondersteunend onderwijs; schoolsoortgroep 2:

scholen voor vbo, havo en scholengemeenschappen bestaande uit een combinatie van deze scholen; schoolsoortgroep 3:

scholengemeenschappen bestaande uit scholen voor havo, mavo, al dan niet in combinatie met scholen voor vwo, inclusief het leerwegondersteunend onderwijs; schoolsoortgroep 4:

scholengemeenschappen bestaande uit scholen voor havo, mavo en vbo, al dan niet in combinatie met scholen voor praktijkonderwijs of scholen voor vwo, inclusief het leerwegondersteunend onderwijs; teldatum:

datum van 1 oktober, bedoeld in artikel 5.8, eerste lid, van de wet;uitkering:

een werkloosheidsuitkering, een suppletie inzake arbeidsongeschiktheid of een uitkering wegens ziekte en arbeidsongeschiktheid van gewezen personeel anders dan op grond van de Ziektewet; vavo:

opleiding voortgezet algemeen volwassenenonderwijs als bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onderdeel a, WEB en artikel 7.3.1, eerste lid, onderdeel a, WEB BES; vrije deel:

deel van een profiel als bedoeld in de artikel 2.21, eerste lid, onderdeel c, van de wet of artikel 2.24, eerste lid, onderdeel c, van de wet; wet:

Wet voortgezet onderwijs 2020.

Artikel 1.2 Reikwijdte

Dit besluit is ook van toepassing in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, tenzij anders is bepaald.

HOOFDSTUK 2 ONDERWIJS Artículos 2.1 a 2.70

Paragraaf 1. Inrichting onderbouw voortgezet onderwijs

Artikel 2.1 Kerndoelen eerste twee leerjaren voortgezet onderwijs

De kerndoelen voor de eerste twee leerjaren voortgezet onderwijs vwo, havo, mavo en vbo worden bepaald in bijlage 1.

Artikel 2.2 Afwijkingen delen onderwijsprogramma eerste twee leerjaren voortgezet onderwijs
  1. Leerlingen die naar het oordeel van het bevoegd gezag niet in staat zijn alle delen van het onderwijsprogramma, bedoeld in artikel 2.14 van de wet, te volgen, kunnen in aanmerking komen voor afwijkingen in het onderwijsprogramma als bedoeld in artikel 2.18, tweede lid, van de wet. 2. Het bevoegd gezag stelt een commissie in die hem adviseert voor welke leerlingen artikel 2.18, tweede lid, van de wet kan worden toegepast. Het bevoegd gezag regelt de omvang en samenstelling van de commissie. 3. In haar schriftelijk advies doet de commissie aan het bevoegd gezag voorstellen over de aard van de afwijkingen. Daarbij geeft zij aan waarop deze voorstellen zijn gegrond. 4. De commissie betrekt in elk geval bij haar oordeelsvorming: a. in voorkomende gevallen het onderwijskundig rapport, bedoeld in artikel 42, eerste lid, WPO, artikel 48 van de WPO BES of artikel 43 WEC en de resultaten van het onderzoek naar de geschiktheid, bedoeld in artikel 8.3, eerste lid, of artikel 9.40; b. indien de omstandigheid op grond waarvan afwijking wordt voorgesteld daartoe aanleiding geeft, de verklaring die is afgegeven door een deskundige; c. de schriftelijke zienswijze van de ouders van de leerlingen; d. de schriftelijke zienswijze van de leraar of leraren die zijn belast met het betrokken onderwijs. 5. Indien het bevoegd gezag het voornemen heeft om af te wijken van het advies van de commissie, overlegt het bevoegd gezag met de commissie. 6. De beslissing van het bevoegd gezag van een bijzondere school over het afwijken van onderdelen van het onderwijsprogramma berust op een deugdelijke motivering. 7. Het bevoegd gezag zendt zijn besluit, voorzien van een deugdelijke motivering en vergezeld van het advies van de commissie en de daarbij gevoegde gegevens, bedoeld in het vierde lid, aan de ouders van de betrokken leerlingen, aan de betrokken leraar of leraren en aan de inspectie.

Artikel 2.3 Aanvullende bepalingen talenonderwijs eerste drie leerjaren vwo en havo
  1. Het onderwijsprogramma in de eerste drie leerjaren aan een school voor vwo en aan een school voor havo omvat ook onderwijs in Franse taal en Duitse taal. 2. Het bevoegd gezag kan een leerling van een school als bedoeld in het eerste lid ontheffing verlenen voor het volgen van onderwijs in Franse taal of Duitse taal, indien de leerling onderwijs volgt in Spaanse taal, Russische taal, Italiaanse taal, Arabische taal, Turkse taal of, in vwo, Chinese taal en cultuur. 3. Het bevoegd gezag kan een leerling van een school als bedoeld in het eerste lid ook ontheffing verlenen voor het volgen van onderwijs in Franse taal of Duitse taal of in beide talen, indien de leerling: a. voor de eerste maal tot een school als bedoeld in het eerste lid is toegelaten; b. is geplaatst in een hoger leerjaar dan het eerste; c. eerder buiten Nederland vergelijkbaar onderwijs heeft gevolgd; en d. daarbij geen of te weinig onderwijs in deze taal of talen heeft gevolgd. 4. Het onderwijsprogramma in de eerste drie leerjaren aan een gymnasium omvat ook onderwijs in Latijnse taal en cultuur en Griekse taal en cultuur.

Artikel 2.4 Aanvullende bepalingen talenonderwijs eerste twee leerjaren mavo en vbo
  1. Het onderwijsprogramma in de eerste twee leerjaren aan een school voor mavo en aan een school voor vbo omvat ook onderwijs in Franse taal of Duitse taal. De eerste volzin is niet van toepassing op leerlingen voor wie naar de verwachting van het bevoegd gezag het onderwijs in de basisberoepsgerichte leerweg het meest geschikt is. 2. Het bevoegd gezag kan een leerling van een school als bedoeld in het eerste lid ontheffing verlenen voor het volgen van onderwijs in Franse taal of Duitse taal, indien de leerling onderwijs volgt in Spaanse taal, Arabische taal of Turkse taal. 3. Het bevoegd gezag kan een leerling van een school als bedoeld in het eerste lid ook ontheffing verlenen voor het volgen van onderwijs in de Franse taal of Duitse taal, indien de leerling: a. voor de eerste maal tot een school als bedoeld in het eerste lid is toegelaten; b. is geplaatst in een hoger leerjaar dan het eerste; c. eerder buiten Nederland vergelijkbaar onderwijs heeft gevolgd; en d. daarbij geen of te weinig onderwijs in deze taal of talen heeft gevolgd. 4. De leerling die op basis van het eerste lid, tweede volzin, geen onderwijs volgt in de Franse taal of Duitse taal, volgt in het profiel economie en ondernemen of het profiel horeca, bakkerij en recreatie van de basisberoepsgerichte leerweg in plaats hiervan, naar...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT