Uitvoeringswet Bewijsverkrijgingsverordening

Wet van15 maart 2023 tot wijziging van de Uitvoeringswet EG-bewijsverordening ter uitvoering van Verordening (EU) nr. 2020/1783 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 betreffende de samenwerking tussen de gerechten van de lidstaten op het gebied van bewijsverkrijging in burgerlijke en handelszaken (bewijsverkrijging) (herschikking) (PbEU 2020, L 405/1) (Uitvoeringswet Bewijsverkrijgingsverordening)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is om de Uitvoeringswet EG-bewijsverordening te wijzigen ter uitvoering van de (herschikte) EU-bewijsverkrijgingsverordening (2020/ 1783); Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Uitvoeringswet EG-bewijsverordening wordt als volgt gewijzigd:AArtikel 1 wordt als volgt gewijzigd:1. Onderdeel a komt te luiden: a. verordening:

de verordening (EU) Nr. 2020/1783 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 betreffende de samenwerking tussen de gerechten van de lidstaten op het gebied van bewijsverkrijging in burgerlijke en handelszaken (bewijsverkrijging) (herschikking) (PbEU L 405/1); 2. In onderdeel b en c wordt «artikel 2» telkens vervangen door «artikel 3». 3. In onderdeel d wordt «artikel 3» vervangen door «artikel 4». 4. Onderdeel e vervalt. BArtikel 2 wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid wordt na «die bevoegd zijn om» ingevoegd «als aangezocht gerecht» en wordt «artikel 2, tweede lid» vervangen door «artikel 2, eerste lid en artikel 3». 2. Aan het tweede lid wordt een zin toegevoegd, luidende: «In zaken die tot de bijzondere competentie van een rechtbank behoren, wordt het verzoek aan die rechtbank gedaan.» CArtikel 3, wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid wordt «de Raad voor de rechtspraak» vervangen door «de rechtbank Den Haag» en wordt een zin toegevoegd, luidende «Het centraal orgaan beslist over verzoeken ingediend op grond van artikel 19 van de verordening.» 2. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde lid tot tweede lid. 3. Het tweede lid (nieuw) komt te luiden: 2. Bij...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT