Uitvoeringswet verordening terroristische online-inhoud

Wet van 24 maart 2023, houdende regels ter uitvoering van Verordening (EU) 2021/784 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2021 inzake het tegengaan van de verspreiding van terroristische online-inhoud (PbEU 2021, L 172) (Uitvoeringswet verordening terroristische online-inhoud)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is regels te stellen ter uitvoering van verordening 2021/784 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2021 inzake het tegengaan van de verspreiding van terroristische online-inhoud (PbEU 2021, L 172); Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Paragraaf 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1 Definities

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:– Autoriteit:

de autoriteit, genoemd in artikel 2, eerste lid;– terroristische inhoud:

een of meer van de soorten materiaal als bedoeld in artikel 2, zevende lid, van de verordening; – Onze Minister:

de Minister van Justitie en Veiligheid;– verordening:

verordening (EU) 2021/784 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2021 inzake het tegengaan van de verspreiding van terroristische online-inhoud (PbEU 2021, L 172).

Paragraaf 2. De Autoriteit Online Terroristisch en Kinderpornografisch materiaal

Artikel 2 De Autoriteit
  1. Er is een Autoriteit Online Terroristisch en Kinderpornografisch Materiaal. 2. De Autoriteit is de bevoegde autoriteit bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdelen a tot en met d, van de verordening en heeft de taken die de verordening aan de bevoegde autoriteit toekent. 3. De Autoriteit heeft met het oog op de maatregelen bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de verordening tot taak: a. terroristische inhoud te identificeren en het ontoegankelijk maken van online terroristische inhoud te bevorderen en zo nodig af te dwingen; en; b. onderzoek te doen naar, en informatie te verstrekken over, de aanwezigheid van online terroristisch materiaal teneinde de verspreiding daarvan onder het publiek te beperken, waar mogelijk in samenwerking met private en publieke partijen. 4. De leden van de Autoriteit en de bij besluit van de Autoriteit aangewezen ambtenaren zijn belast met het toezicht op de naleving van de artikelen 3, derde en zesde lid, artikel 4, tweede en zevende lid, artikel 5, eerste, tweede, derde, vijfde en zesde lid, artikelen 6, 7, 10 en 11, artikel 14, vijfde lid, artikel 15, eerste lid en artikel 17 van de verordening. 5. De Autoriteit heeft tevens tot taak het nemen van beslissingen als bedoeld in artikel 16.

Artikel 3 Inrichting
  1. De Autoriteit bestaat uit drie leden, onder wie de voorzitter. 2. De leden van de Autoriteit worden op voordracht van Onze Minister bij koninklijk besluit benoemd, geschorst of ontslagen. 3. Benoeming vindt plaats op grond van de deskundigheid die nodig is voor de uitoefening van de taken van de Autoriteit, alsmede op grond van maatschappelijke kennis en ervaring. 4. De voorzitter wordt benoemd voor een periode van vijf jaar. De overige leden worden benoemd voor een periode van vier jaar. De voorzitter en de overige leden kunnen worden herbenoemd voor eenzelfde periode. 5. Schorsing en ontslag van de leden van de Autoriteit vindt slechts plaats wegens ongeschiktheid of onbekwaamheid dan wel wegens andere zwaarwegende in de persoon van de betrokkene gelegen redenen en geschiedt bij koninklijk besluit. De voordracht voor schorsing of ontslag wordt niet gedaan dan nadat de Autoriteit daarover is gehoord. 6. Ontslag van een lid van de Autoriteit vindt voorts plaats op eigen verzoek.

Artikel 4 Bestuursreglement
  1. De Autoriteit stelt een bestuursreglement vast. 2. De Autoriteit maakt het bestuursreglement bekend in de Staatscourant na de goedkeuring, bedoeld in artikel 11 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.

Artikel 5 Kaderwet
  1. De artikelen 12, 21 en 22 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen zijn niet van toepassing op de Autoriteit. 2. In afwijking van artikel 20 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen is de Autoriteit slechts verplicht aan Onze Minister inlichtingen te verstrekken of inzage te geven in zakelijke gegevens en bescheiden met betrekking tot het gevoerde financiële beheer en de administratieve organisatie. De Autoriteit verstrekt aan Onze Minister de gegevens, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de verordening. 3. Artikel 23 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen vindt slechts toepassing ten aanzien van het door de Autoriteit gevoerde financiële beheer en de administratieve organisatie.

Artikel 6 Contactpunt en passende en veilige communicatiekanalen
  1. De Autoriteit richt een contactpunt in ter uitvoering van artikel 12, tweede lid, van de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT