Verzamelbesluit openbaar bestuur 2019

Besluit van 22 januari 2019, houdende wijzigingen van ondergeschikte aard in enkele algemene maatregelen van bestuur op het terrein van het openbaar bestuur (Verzamelbesluit openbaar bestuur 2019)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 21 december 2018, nr. 2018-0000937063; Gelet op de artikelen 22, aanhef en onderdeel e, van de Financiële-verhoudingswet, de artikelen 186, 229c en 234, zesde lid, 235, dertiende en vijftiende lid, van de Gemeentewet, artikel 190 van de Provinciewet, artikel 9, eerste lid, van de Wet op de lijkbezorging en artikel 2, eerste lid, van de Wet rechten burgerlijke stand; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 9 januari 2019, nr. W04.18.0412/I);Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 17 januari 2019, nr. 2019-0000020014; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten wordt als volgt gewijzigd:AArtikel 46, onderdeel e, komt te luiden:e. vooruitontvangen bedragen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer. BIn artikel 71, eerste lid, worden onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende: g. de kengetallen als bedoeld in artikel 11, tweede lid, onder d; h. de bij ministeriële regeling vast te stellen beleidsindicatoren, waarvan gemeenten onderscheidenlijk provincies bronhouder zijn. CArtikel 75 wordt als volgt gewijzigd:1. In het derde lid wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel l door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende: m. één lid werkzaam bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. 2. In het zesde lid komen de aanhef en onderdeel a te luiden:

De voorzitter benoemt de leden, bedoeld in het derde lid, onder b tot en met m. De benoeming geschiedt op voordracht van: a. de Vereniging van Nederlandse Gemeenten voor twee van de leden, bedoeld in het derde lid, onder c, en het lid, bedoeld in het derde lid, onder m;. 3. In het zesde lid, onderdeel e, wordt na «Onze minister» ingevoegd «voor de secretaris en». 4. In het zesde lid, onderdeel i, wordt «Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants» vervangen door «Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants».

ARTIKEL II
Artikel 7

van het Besluit financiële verhouding 2001 vervalt.

ARTIKEL III

Het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen wordt als volgt gewijzigd:AArtikel 1 wordt als volgt gewijzigd:1. De aanhef komt te luiden:

In dit besluit wordt verstaan onder:.2. In onderdeel d wordt «bewaarder» vervangen door «gemeenteambtenaar» en wordt «de Gemeentewet» vervangen door «de wet». BArtikel 1a komt te luiden:

Artikel 1

a.

De voorschriften van het college van burgemeester en wethouders, bedoeld in artikel 234, tweede lid, onderdeel a, van de wet, kunnen inhouden dat het in werking stellen van een parkeermeter of een parkeerautomaat uitsluitend langs elektronische weg kan geschieden, indien de belastingplichtigen voldoende praktische middelen voor de voldoening op aangifte ten dienste staan. CArtikel 2 wordt als volgt gewijzigd:1. De aanhef van het eerste lid komt te luiden: 1. De gemeentelijke kosten ter zake van het opleggen van een naheffingsaanslag als bedoeld in artikel 234, vijfde lid, van de wet kunnen ten hoogste bestaan uit de volgende componenten, voor zover deze samenhangen met de inning van niet betaalde parkeerbelastingen:. 2. In het eerste lid, onderdeel f, wordt «welke» vervangen door «die». 3. Aan het tweede lid wordt een zin toegevoegd, luidende:

De raming kan een gemiddelde betreffen over een periode van ten hoogste vier jaren.DArtikel 5 wordt als volgt gewijzigd:1. In de aanhef van het eerste lid wordt «voor zover deze rechtstreeks voortvloeien uit de inning van niet betaalde parkeerbelastingen» vervangen door «voor zover deze samenhangen met de inning van niet betaalde parkeerbelastingen». 2. In het eerste lid, onderdeel c, wordt «welke» vervangen door «die». 3. Aan het tweede lid wordt een zin toegevoegd, luidende:

De raming kan een gemiddelde betreffen over een periode van ten hoogste vier jaren.4. In het derde lid wordt «de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar» vervangen door «de gemeenteambtenaar». EIn artikel 7, tweede lid, wordt «de bewaarder» vervangen door «de gemeenteambtenaar».FArtikel 11 wordt als volgt gewijzigd:1. In de aanhef wordt «Ingeval van» vervangen door «In geval van». 2. In de onderdelen b, c en d wordt «ingeval van» telkens vervangen door «in geval van». GIn artikel 12 wordt «de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar» telkens vervangen door «de gemeenteambtenaar». HIn artikel 13 wordt «De bewaarder» vervangen door «De gemeenteambtenaar».IArtikel 14 wordt als volgt gewijzigd:1. In de aanhef van het eerste lid wordt «voor zover deze rechtstreeks voortvloeien uit de inning van niet betaalde parkeerbelastingen» vervangen door «voor zover deze samenhangen met de inning van niet betaalde parkeerbelastingen». 2. In het eerste lid, onderdeel c, wordt «welke» vervangen door «die». 3. In het eerste lid, onderdelen f en g, wordt «ingeval van» telkens vervangen door «in geval van». 4. In het tweede lid wordt «de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar» vervangen door «de gemeenteambtenaar». JIn artikel 16 wordt «Ingeval van» vervangen door «In geval van».KIn artikel 17 wordt «de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar» vervangen door «de gemeenteambtenaar». LIn artikel 19 wordt «kan worden aangehaald» vervangen door «wordt aangehaald».

ARTIKEL IV

Het Besluit op de lijkbezorging wordt als volgt gewijzigd:AIn het opschrift van bijlage I wordt «verklaring van overlijden» vervangen door «de verklaring van natuurlijk overlijden». BIn het opschrift van bijlage II wordt «verklaring van overlijden» vervangen door «verklaring van natuurlijk overlijden».

ARTIKEL V
Artikel 1

eerste lid, van het Legesbesluit akten burgerlijke stand komt te luiden:1. Het recht, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Wet rechten burgerlijke stand bedraagt: a. voor de onder a, b, d en e genoemde stukken € 13,40; b. voor de onder c genoemde stukken € 23,60; c. voor de onder f genoemde stukken € 13,40 waar het een meertalig modelformulier van een van de in artikel 2, eerste lid, onder a, b, d en e genoemde stukken betreft en € 18,00 waar het een meertalig...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT