Verzamelwet SZW 2021

Wet van 25 november 2020 tot wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW 2021)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om enige wijzigingen aan te brengen in de wetgeving van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en enkele andere ministeries; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET.

De Algemene Kinderbijslagwet wordt als volgt gewijzigd:AArtikel 7a wordt als volgt gewijzigd:1. Onder vernummering van het vijfde lid tot zesde lid wordt een lid ingevoegd, luidende: 5. Bij het uitvoeren van de verdubbeling van het bedrag aan kinderbijslag, bedoeld in het eerste lid, kan de Sociale verzekeringsbank gezondheidsgegevens uitwisselen en verwerken. 2. In het zesde lid (nieuw) wordt «het eerste en tweede lid» vervangen door «het eerste, tweede en vijfde lid». BIn artikel 15, tweede lid, tweede zin vervalt «, of».

ARTIKEL II

ALGEMENE NABESTAANDENWET.

De Algemene nabestaandenwet wordt als volgt gewijzigd:In artikel 66a wordt onder vernummering van het derde lid tot vierde lid een lid ingevoegd, luidende: 3. Artikel 16, eerste lid, onderdeel a, is niet van toepassing op de persoon die op grond van het eerste lid is aangemerkt als rechthebbende op een nabestaandenuitkering.

ARTIKEL III

ALGEMENE OUDERDOMSWET.

In artikel 16, tweede lid, van de Algemene Ouderdomswet wordt «een jaar vóór de dag waarop de aanvraag werd ingediend» vervangen door «de eerste dag van de twaalfde maand vóór de dag waarop de aanvraag werd ingediend».

ARTIKEL III

a ALGEMENE PENSIOENWET POLITIEKE AMBTSDRAGERS.

De Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers wordt als volgt gewijzigd:AIn artikel 34d, derde lid, wordt «bedoeld in artikel 475d» vervangen door «bedoeld in de artikelen 475c tot en met 475e». BIn artikel 34f wordt «Voor de toepassing van de artikelen 475b, tweede en derde lid, en 475d, derde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering» vervangen door «Voor de toepassing van artikel 475b, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering». CIn artikel 162c, derde lid, wordt «bedoeld in artikel 475d» vervangen door «bedoeld in de artikelen 475c tot en met 475e». DIn artikel 162e wordt «Voor de toepassing van de artikelen 475b, tweede en derde lid, en 475d, derde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering» vervangen door «Voor de toepassing van artikel 475b, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering».

ARTIKEL IV

ARBEIDSWET 2000 BES.

In de Arbeidswet 2000 BES wordt na Hoofdstuk 3 een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidende:

HOOFDSTUK 3A ARBEID DOOR ZWANGERE EN BEVALLEN WERKNEEMSTERS Artículos 5 a 22
Artikel 17

a Arbeid in de nacht.

  1. De zwangere werkneemster kan niet worden verplicht arbeid te verrichten tussen 00.00 uur en 06.00 uur, tenzij de werkgever aannemelijk maakt dat dit redelijkerwijs niet van hem kan worden gevergd. 2. Ter uitvoering van het eerste lid wordt desgevraagd een schriftelijke verklaring overgelegd van een geneeskundige of een verloskundige waaruit blijkt dat de betrokken werkneemster zwanger is. 3. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van een werkneemster gedurende de periode van zes maanden na haar bevalling.

Artikel 17

b Arbeid in periode rond de bevalling.

De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat een werkneemster:a. geen arbeid verricht binnen vier weken voor de vermoedelijke datum van de bevalling, zoals die is aangegeven in een door de werkneemster aan de werkgever overgelegde schriftelijke verklaring van een arts of verloskundige waaruit de vermoedelijke datum van bevalling blijkt. Het in de eerste zin bedoelde tijdvak wordt verlengd met het tijdvak, dat verloopt tussen de vermoedelijke datum van de bevalling en de werkelijke datum van de bevalling; b. geen arbeid verricht binnen zes weken na haar bevalling.

Artikel 17

c Recht op voed- en kolfverlof.

  1. Een werkneemster die een borstkind voedt, heeft, indien zij de werkgever hiervan in kennis heeft gesteld, gedurende de eerste negen levensmaanden van dat kind het recht de arbeid te onderbreken teneinde in de nodige rust en afzondering haar kind te zogen dan wel de borstvoeding te kolven. De werkgever biedt haar daartoe de gelegenheid en stelt, waar nodig, een geschikte af te sluiten besloten ruimte ter beschikking. 2. De onderbrekingen, bedoeld in het eerste lid, vinden plaats zo vaak en zo lang als nodig is, maar bedragen gezamenlijk ten hoogste een vierde van de dagelijkse arbeidsduur. De vaststelling van het tijdstip en de duur van de onderbrekingen vindt plaats door de betrokken werkneemster na overleg met de werkgever. 3. De duur van de onderbrekingen, bedoeld in dit artikel, geldt voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen als arbeidstijd, waarover de werkneemster haar aanspraak op het naar tijdruimte vastgesteld loon behoudt.

ARTIKEL IV

a BURGERLIJK WETBOEK.

Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:AArtikel 628a, vijfde lid, wordt als volgt gewijzigd:1. Na de eerste zin wordt een zin ingevoegd, luidende: Het aanbod betreft een vaste arbeidsomvang die uiterlijk ingaat op de eerste dag nadat twee maanden zijn verstreken steeds nadat de arbeidsovereenkomst 12 maanden heeft geduurd. 2. In de derde zin (nieuw) vervalt «ten minste». 3. In de laatste zin wordt «de periode van 12 maanden» vervangen door «de periodes, bedoeld in de eerste en tweede zin,». BArtikel 673e wordt als volgt gewijzigd:1. Het tweede lid komt te luiden: 2. De vergoeding, bedoeld in lid 1, is gelijk aan de vergoeding die de werkgever in verband met het eindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst aan de werknemer heeft verstrekt, maar bedraagt niet meer dan het bedrag dat de werkgever op grond van artikel 673 aan de werknemer verschuldigd is, verhoogd met de kosten die op grond van artikel 673, lid 6, op dat bedrag in mindering mogen worden gebracht. De vergoeding, bedoeld in lid 1, onderdeel a, bedraagt tevens niet meer dan het bedrag dat de werkgever op grond van artikel 673, voor aftrek van de kosten, bedoeld in artikel 673, lid 6, aan de werknemer verschuldigd zou zijn bij het beëindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst op de dag na het verstrijken van de termijn van twee jaar, bedoeld in artikel 670, lid 1, onderdeel a. Artikel 670, lid 1, laatste zin, is van overeenkomstige toepassing op de termijn, bedoeld in de vorige zin. 2. In het derde lid wordt «Lid 1 is van overeenkomstige toepassing» vervangen door «De leden 1 en 2 zijn van overeenkomstige toepassing». 3. Aan het vijfde lid, tweede zin, wordt toegevoegd «en kan vervolgens bij dwangbevel worden ingevorderd».

ARTIKEL V

CESSANTIAWET BES.

De Cessantiawet BES wordt als volgt gewijzigd:ANa artikel 11 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 11

a.

  1. Bij ministeriële regeling kunnen controlevoorschriften worden vastgesteld. Deze voorschriften gaan niet verder dan strikt noodzakelijk is voor een juiste uitvoering van deze wet. 2. De werknemer, dan wel diens nagelaten betrekkingen, zijn verplicht de voorschriften op te volgen en anderszins aan Onze Minister desgevraagd de medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van deze wet. 3. De werknemer, dan wel diens nagelaten betrekkingen, onthouden zich van zeer ernstige misdragingen jegens de met de uitvoering van deze wet belaste personen en instanties tijdens het verrichten van hun werkzaamheden. BArtikel 12a wordt als volgt gewijzigd:1. Het tweede, derde en vierde lid vervallen. 2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 2. Titel 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing, met uitzondering van de artikelen 5.18 en 5.19.

ARTIKEL V

a GEMEENTEWET.

De Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd:AIn artikel 44c, derde lid, wordt «bedoeld in artikel 475d» vervangen door «bedoeld in de artikelen 475c tot en met 475e». BIn artikel 44e wordt «Voor de toepassing van de artikelen 475b, tweede en derde lid, en 475d, derde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering» vervangen door «Voor de toepassing van artikel 475b, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering».

ARTIKEL V

b INVOERINGSWET NIEUWE EN GEWIJZIGDE ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSREGELINGEN.

In artikel XXIV, tweede lid, van de Invoeringswet nieuwe en gewijzigde arbeidsongeschiktheidsregelingen, wordt «10, tweede, vijfde, zevende en achtste lid» vervangen door «10, tweede, derde, vierde, vijfde, zevende en achtste lid».

ARTIKEL VI

INVOERINGSWET OPENBARE LICHAMEN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA.

Artikel 18.3

wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid wordt «onderstand» vervangen door «algemene of bijzondere onderstand». 2. Het tweede lid komt te luiden: 2. Het recht op algemene en bijzondere onderstand bestaat jegens Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Bij algemene maatregel van bestuur op voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan worden bepaald dat, in afwijking van de eerste zin, het recht op bijzondere onderstand bestaat jegens een bestuursorgaan van een openbaar lichaam. 3. In het derde lid wordt «onderstand» vervangen door «algemene en bijzondere onderstand». 4. In het vijfde lid, onderdeel b, het zesde lid en het zevende lid wordt na «Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid» ingevoegd «, of een krachtens het tweede lid aangewezen bestuursorgaan,». 5. In het negende lid wordt «krachtens het eerste, vierde of vijfde lid» vervangen door «op grond van het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT