Waterstaatswet 1900

Abbreviated LabelWat.w.
Subject MatterRuimtelijke ordening en milieu | Waterrecht
CourtInfrastructuur en Milieu

Geldend van 01-09-2017 t/m heden

Wet van 10 november 1900, houdende algemeene regels omtrent het waterstaatsbestuur

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, saluut! doen te weten:

Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is algemeene regels omtrent het waterstaatsbestuur te stellen;

Gezien art. 188 der Grondwet;

Zoo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

§ 1. Overdracht of overneming van waterstaatswerken
Artikel 1
  • 1 Het bij anderen in beheer of onderhoud brengen van waterstaatswerken die bij het Rijk in beheer of onderhoud zijn, alsmede het bij het Rijk in beheer of onderhoud brengen van waterstaatswerken die bij anderen dan het Rijk in beheer of onderhoud zijn dan wel die onbeheerd zijn, geschiedt bij wet.

  • 2 In afwijking van het eerste lid kunnen waterstaatswerken in beheer of onderhoud bij het Rijk, die niet van nationaal belang zijn, bij koninklijk besluit bij anderen in beheer of onderhoud worden gebracht, indien daaromtrent overeenstemming is bereikt tussen het Rijk en die anderen.

  • 3 In afwijking van het eerste lid kunnen waterstaatswerken in beheer of onderhoud bij anderen, die van nationaal belang zijn, bij koninklijk besluit bij het Rijk in beheer of onderhoud worden gebracht, indien daaromtrent overeenstemming is bereikt tussen het Rijk en die anderen.

  • 4 Een besluit als bedoeld in het tweede en derde lid geschiedt op gemeenschappelijke voordracht van Onze Minister met de uitvoering van deze wet belast en van Onze Minister van Financiën.

Artikel 2
  • 1 De Gedeputeerde Staten kunnen, waterstaatswerken in beheer of onderhoud bij anderen dan het Rijk, de beheerders gehoord, zoomede onbeheerde waterstaatswerken in het beheer en onderhoud der provincie brengen.

  • 2 Zij, die van het onderhoud of het geven van bijdragen tot het onderhoud worden bevrijd, kunnen bij het besluit tot overneming in beheer en onderhoud bij de provincie worden verplicht tot afkoopbare jaarlijksche uitkeeringen, welke gezamenlijk niet hooger mogen worden gesteld, dan hetgeen per jaar voor behoorlijk onderhoud werd vereischt.

  • 3 Indien voor het gebruik van een waterstaatswerk, dat door de provincie in beheer en onderhoud wordt genomen, rechten worden geheven, wordt, behoudens het geval, dat ingevolge artikel 54 van de Wegenwet schadevergoeding wordt gegeven, wegens het gemis van de opbrengst der heffing schadevergoeding toegekend, welke in het besluit der Staten tot overneming in beheer en onderhoud wordt bepaald.

  • 4 Het in de beide vorige leden van dit artikel bepaalde is alleen van toepassing, indien omtrent de in het eerste lid bedoelde overneming geen overeenstemming is verkregen.

§ 2. Voorziening in waterstaatsbelangen, bij gemis aan regeling door de bevoegde macht
Artikel 3

Wanneer de noodzakelijkheid tot voorziening in een waterstaatsbelang bestaat, en de tot regelen bevoegde macht in gebreke blijft tot regeling van dat belang over te gaan, kan eene wet de wijze bepalen, waarop in dat belang zal worden voorzien.

Artikel 4
  • 1 Indien Gedeputeerde Staten van twee of meer provincies niet of niet binnen redelijke termijn tot overeenstemming komen over de regeling van belangen van waterstaat die hen gemeenschappelijk aangaan omdat zij van mening verschillen over de noodzaak of de inhoud van de regeling, kan daarin bij algemene maatregel van bestuur worden voorzien. Artikel 27d, eerste tot en met vierde lid, van de Wet op de Raad van State is van overeenkomstige toepassing.

  • 2 Op overtreding van voorschriften, bij algemene maatregel van bestuur krachtens dit artikel gegeven, kunnen dezelfde straffen worden gesteld als provinciale staten krachtens de wet op overtreding van hun verordeningen en reglementen kunnen stellen.

  • 3 Alvorens een voordracht te doen tot een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het eerste lid, hoort Onze Minister van Verkeer en Waterstaat gedeputeerde staten van de desbetreffende provincies.

§ 3. Inrichting van den Rijkswaterstaatsdienst
Artikel 5

[Vervallen per 22-12-2009]

§ 3a. Commissie van advies inzake de waterstaatswetgeving

[Vervallen per 01-01-2007]

Artikel 5a

[Vervallen per 01-01-2007]

§ 4. Bevoegdheid tot onderzoek van waterstaatswerken
Artikel 6

[Vervallen per 22-12-2009]

§ 5. Binnentreden van woningen
Artikel 7

[Vervallen per 22-12-2009]

Artikel 8

[Vervallen per 01-10-1994]

§ 6. Voorzieningen ten behoeve van aanleg, onderhoud en verbetering van waterstaatswerken
Artikel 9
  • 1 Wanneer tot het maken van ontwerpen voor het aanleggen, onderhouden of verbeteren van een waterstaatswerk, gravingen, opmetingen of het stellen van teekens op iemands grond noodig worden geacht, moeten zoowel de eigenaren als de gebruikers van dien grond dit gedoogen, mits dit aan laatstgenoemden ten minste tweemaal vier en twintig uren te voren, hetzij door het bestuur van het publiekrechtelijk lichaam, dat het waterstaatswerk ontwerpt, aanlegt, onderhoudt of verbetert, hetzij door den burgemeester, schriftelijk zij aangezegd.

  • 2 [Red: Vervallen.]

  • 3 [Red: Vervallen.]

  • 4 De bepalingen van dit artikel kunnen door de eigenaren en gebruikers van gronden niet worden ingeroepen, wanneer het gebruikmaken van iemands grond uit eene verordening of uit eene verplichting uit anderen hoofde volgt.

Artikel 10

De eigenaren en gebruikers van gronden, waarover of waardoor ten behoeve van een waterstaatsbelang vanwege het openbaar gezag electrische geleidingen moeten worden aangebracht, zijn gehouden het plaatsen der noodige palen, het leiden der draden, zoo boven als onder den grond, alsmede wat tot instandhouding daarvan vereischt wordt, te dulden. Het plaatsen van palen en het leiden van draden onder den grond in afgesloten tuinen en erven, die met bewoonde perceelen één geheel vormen, behoeft niet te worden gedoogd.

Artikel 11

[Vervallen per 22-12-2009]

Artikel 12

[Vervallen per 22-12-2009]

Artikel 12a

[Vervallen per 22-12-2009]

Artikel 12b
  • 1 De schade, welke uit de toepassing der bepalingen van artt. 9, 10, voor de rechthebbenden mocht voortvloeien, wordt, voor zoover de aanspraak op schadevergoeding niet door bestaande verplichtingen wordt uitgesloten, door hen, te wier name of last het werk wordt ontworpen of uitgevoerd, vergoed.

  • 2 De vordering daartoe wordt behandeld en beslist door de kantonrechter van de rechtbank van het arrondissement, waarin de zaak geheel of ten deele is gelegen, zonder hooger beroep, indien de vordering niet meer dan € 1 750 beloopt, en behoudens hooger beroep tot welke som de vordering zich mocht uitstrekken.

  • 3 De verweerder is verplicht bij zijn antwoord te verklaren, welk bedrag hij bereid is als schadevergoeding te betalen.

  • 4 De kosten van het geding komen ten laste van den verweerder, tenzij de rechter in de omstandigheden van het geding aanleiding vindt om de kosten geheel of voor een deel te compenseeren, behoudens dat de kosten geheel door den eischer worden gedragen, indien hem niet meer wordt toegewezen dan door verweerder bij zijn antwoord werd aangeboden.

§ 6a. Voorzieningen betreffende beschadiging van waterstaatswerken, in beheer of onderhoud bij provincie, gemeente, waterschap
Artikel 12c
  • 1 De kosten wegens schade, toegebracht aan waterstaatswerken in beheer of onderhoud bij een provincie, een waterschap of een gemeente, waarvoor eigenaren of gebruikers van vaartuigen wettelijk aansprakelijk zijn, worden [tekstcorrectie :“worden” moet zijn “worden door”] de daartoe aangewezen ambtenaar geraamd en vermeld in een proces-verbaal dat, zo mogelijk, aan de schipper in afschrift wordt meegedeeld.

  • 2 Indien het geraamde bedrag aan de betrokken ambtenaar niet tot zekerheid wordt betaald of niet tot diens genoegen zekerheid wordt gesteld voor betaling daarvan binnen redelijke termijn, is deze ambtenaar bevoegd, desnoods met behulp van de sterke arm, het voortzetten van de reis, het ondernemen van de terugtocht of het aanvangen van een nieuwe reis, ook indien het vaartuig inmiddels buiten zijn ambtsgebied is gebracht, te beletten.

  • 3 Onverminderd het recht op volledige vergoeding van de schade is het betrokken publiekrechtelijk lichaam bevoegd het betaalde bedrag aan te wenden tot herstel van de schade. Indien blijkt dat de werkelijke kosten wegens schade minder bedragen dan het betaalde bedrag, wordt het overschot, met de wettelijke rente daarvan vanaf de dag der betaling, uitgekeerd aan degene die heeft betaald.

Artikel 12d

[Vervallen per 01-01-1997]

Artikel 12e

[Vervallen per 01-01-1997]

Artikel 12f

[Vervallen per 01-01-1997]

§ 7. Vervallen
Artikel 13

[Vervallen per 01-01-1992]

Artikel 14

[Vervallen per 01-01-1992]

§ 8. Vervallen
Artikel 15

[Vervallen per 01-01-1992]

...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT