Wet beperking liquidatie- en stakingsverliesregeling

Wet van 16 december 2020 tot wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met het voorkomen van langdurig uitstel van verliesneming ingevolge de liquidatie- en stakingsverliesregeling en het inperken van de reikwijdte van deze regelingen (Wet beperking liquidatie- en stakingsverliesregeling)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is fiscale maatregelen te treffen die strekken tot het voorkomen van langdurig uitstel van verliesneming ingevolge de liquidatie- en stakingsverliesregeling en het inperken van de reikwijdte van deze regelingen in de vennootschapsbelasting; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd:AIn artikel 13ba, zesde lid, wordt «tweede lid» vervangen door «vijfde lid».BArtikel 13d wordt als volgt gewijzigd:1. Onder vernummering van het tweede tot en met dertiende lid tot vijfde tot en met zestiende lid worden drie leden ingevoegd, luidende: 2. Het liquidatieverlies wordt niet tot een hoger bedrag dan € 5.000.000 in aanmerking genomen, tenzij: a. op het tijdstip dat onmiddellijk voorafgaat aan het voltooien van de vereffening van het vermogen van het ontbonden lichaam: 1°. de belastingplichtige, al dan niet tezamen met een lichaam waarin hij een kwalificerend belang heeft, een kwalificerend belang heeft in het ontbonden lichaam; en 2°. het ontbonden lichaam is gevestigd in Nederland, een andere lidstaat van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of een bij ministeriële regeling aangewezen staat waarmee de Europese Unie een associatieovereenkomst heeft gesloten; en b. de belastingplichtige in de periode van vijf jaren onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van de voltooiing van de vereffening van het vermogen van het ontbonden lichaam onafgebroken aan de voorwaarden, bedoeld in onderdeel a, heeft voldaan, met dien verstande dat: 1°. indien het ontbonden lichaam vanaf enig tijdstip na de aanvang van die periode voor de belastingplichtige voor het eerst als deelneming werd aangemerkt, pas vanaf dat tijdstip onafgebroken aan die voorwaarden hoeft te zijn voldaan; of 2°. indien de belastingplichtige op het tijdstip dat onmiddellijk voorafgaat aan het voltooien van de vereffening van het vermogen van het ontbonden lichaam een fiscale eenheid had kunnen vormen met dat lichaam indien dat lichaam in Nederland zou zijn gevestigd en dat lichaam is gevestigd in een andere lidstaat van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of een bij ministeriële regeling aangewezen staat waarmee de Europese Unie een associatieovereenkomst heeft gesloten, niet onafgebroken aan die voorwaarden hoeft te zijn voldaan, mits de belastingplichtige aannemelijk maakt dat hij niet aan de in dit subonderdeel bedoelde...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT