Wet College voor toetsen en examens

Abbreviated LabelCvte
Subject MatterWet
CourtOnderwijs, Cultuur en Wetenschap

Geldend van 01-04-2020 t/m heden

Wet van 29 januari 2009 tot instelling van een College voor examens, alsmede houdende wijziging van de Wet op het onderwijstoezicht en de Wet op het voortgezet onderwijs (Wet College voor examens)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is over te gaan tot externe verzelfstandiging van het dienstonderdeel de Centrale examencommissie vaststelling opgaven van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Staatsexamencommissie en de Staatsexamencommissie Nederlands als tweede taal door instelling van een zelfstandig bestuursorgaan en in verband daarmee de Wet op het onderwijstoezicht en de Wet op het voortgezet onderwijs te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

In deze wet wordt verstaan onder:

  • college: College voor toetsen en examens, genoemd in artikel 2, eerste lid;

  • Cito: Stichting Cito Instituut voor Toetsontwikkeling, genoemd in artikel 3 van de Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten 2013;

  • Onze Minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 2
  • 1 Er is een College voor toetsen en examens.

  • 2 Het college is belast met de volgende taken op het gebied van de centrale examens, bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet voortgezet onderwijs BES, artikel 7.4.11 van de Wet educatie en beroepsonderwijs en artikel 7.4.13 van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES en de daarop berustende bepalingen:

    • a. het vaststellen van het aantal toetsen, de tijdsduur en de aard van de toetsen, overeenkomstig het examenprogramma;

    • b. het vaststellen van het tijdstip van de toetsen, de wijze waarop en de vorm waarin de toetsen worden afgenomen;

    • c. het tot stand brengen en vaststellen van de opgaven;

    • d. het tot stand brengen en bij regeling vaststellen van de beoordelingsnormen en de daarbij behorende scores;

    • e. het geven van regels voor de omzetting van de scores in cijfers;

    • f. het tot stand brengen en bij regeling vaststellen van syllabi, overeenkomstig het examenprogramma; en

    • g. het geven van regels met betrekking tot de hulpmiddelen die gebruikt mogen worden bij het maken van de opgaven.

  • 3 Het college is belast met de volgende taken op het gebied van de staatsexamens, bedoeld in artikel 60 van de Wet op het voortgezet onderwijs en de daarop berustende bepalingen en de staatsexamens, bedoeld in artikel 116 van de Wet voortgezet onderwijs BES en de daarop berustende bepalingen:

    • a. het bij regeling vaststellen van het examenreglement;

    • b. het organiseren, afnemen en beoordelen;

    • c. de benoeming van examenfunctionarissen; en

    • d. het vaststellen van de uitslag en het uitreiken van diploma’s, certificaten of cijferlijsten.

  • 4 Het college is belast met de volgende taken op het gebied van de college-examens van de staatsexamens, bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs en de op het vijfde lid van dat artikel berustende bepalingen en de college-examens van de staatsexamens, bedoeld in artikel 116, eerste lid, van de Wet voortgezet onderwijs BES en de op het vijfde lid van dat artikel berustende bepalingen:

    • a. het bij regeling vaststellen van het programma van toetsing en afsluiting;

    • b. het tot stand brengen en vaststellen van de opgaven; en

    • c. het tot stand brengen en bij regeling vaststellen van de beoordelingsnormen.

  • 5 Het college is belast met de volgende taken op het gebied van de staatsexamens, bedoeld in artikel 60, tweede lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs en de op het vijfde lid van dat artikel berustende bepalingen de staatsexamens, bedoeld in artikel 116, tweede lid, van de Wet voortgezet onderwijs BES en de op het vijfde lid van dat artikel berustende bepalingen:

    • a. het bij regeling vaststellen van het examenprogramma;

    • b. het tot stand brengen en vaststellen van de opgaven; en

    • c. het tot stand brengen en bij regeling vaststellen van de beoordelingsnormen.

  • 6 Het college is belast met de volgende taken op het gebied van de centrale eindtoets, bedoeld in artikel 9b, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 18b, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra, en de toets, bedoeld in artikel 9b, tweede lid, tweede volzin, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 18b, tweede lid, tweede volzin, van de Wet op de expertisecentra:

    • a. het vaststellen van de verschillende niveaus van de toetsen;

    • b. het vaststellen van het tijdstip en de tijdsduur van de toets, de wijze waarop en de vorm waarin de toets wordt afgenomen;

    • c. het tot stand brengen en vaststellen van de opgaven van de toets en het bij regeling vaststellen van de toetswijzer voor de verschillende niveaus overeenkomstig de kerndoelen met betrekking tot Nederlandse taal en rekenen en wiskunde, bedoeld in artikel 9 van de Wet op het primair onderwijs en artikel 13 van de Wet op de expertisecentra en met inachtneming van de referentieniveaus...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT