Wet educatie en beroepsonderwijs

Abbreviated LabelWEB
CourtOnderwijs, Cultuur en Wetenschap
Subject MatterOnderwijsrecht

Geldend van 01-04-2020 t/m heden

Wet van 31 oktober 1995, houdende bepalingen met betrekking tot de educatie en het beroepsonderwijs

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het met het oog op de totstandkoming van een landelijke kwalificatiestructuur voor het beroepsonderwijs, de gewenste verbetering van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt, de gewenste verbetering van de afstemming tussen beroepsonderwijs en educatie, en voor een samenhangende besluitvorming op het gebied van de educatie, wenselijk is de toedeling van bevoegdheden aan de rijksoverheid, aan de gemeenten, aan de landelijke organen en aan de instellingen te herzien;

dat het daarvoor wenselijk is de regelingen met betrekking tot de educatie en het beroepsonderwijs in de Wet op het cursorisch beroepsonderwijs en de Kaderwet Volwasseneneducatie 1991, alsmede de regelingen met betrekking tot het middelbaar beroepsonderwijs en het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs in de Wet op het voortgezet onderwijs, in een samenhangend wettelijk kader neer te leggen met ingang van de expiratiedatum van deze regelingen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk I. Algemeen
Titel 1. Definities, reikwijdte, aard bepalingen
Artikel 1.1.1. Begripsbepalingen

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a. Onze Minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

  • b. instelling:

    • 1º. een regionaal opleidingencentrum als bedoeld in artikel 1.3.1,

    • 2º. een vakinstelling als bedoeld in artikel 1.3.2a, of

    • 3º. een agrarisch opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3;

    tenzij anders blijkt;

  • b1. Samenwerkingsorganisatie beroepsonderwijs bedrijfsleven: de rechtspersoon, bedoeld in artikel 1.5.1, eerste lid;

  • c. openbare instelling: een instelling in stand gehouden door een gemeente dan wel door een openbaar lichaam, ingesteld bij een gemeenschappelijke regeling als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen, waarin deelnemen een of meer gemeenten, al dan niet te zamen met een of meer privaatrechtelijke rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid;

  • d. bijzondere instelling: een instelling die uitgaat van een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid niet zijnde een rechtspersoon als bedoeld in artikel 2:1 van het Burgerlijk Wetboek;

  • e. exameninstelling: een instelling als bedoeld in artikel 1.6.1;

  • f. onderwijs: educatie en beroepsonderwijs;

  • g. educatie: onderwijs als bedoeld in artikel 1.2.1, eerste lid;

  • g1. eindtermen: de eindtermen, bedoeld in artikel 7.3.3;

  • h. beroepsonderwijs: onderwijs als bedoeld in artikel 1.2.1, tweede lid;

  • i. beroepsopleiding: een opleiding als bedoeld in artikel 7.1.2, tweede lid;

  • j. beroepspraktijkvorming: het onderricht in de praktijk van het beroep, bedoeld in artikel 7.2.8, eerste lid;

  • k. leerweg: een leerweg als bedoeld in artikel 7.2.2, tweede lid, tenzij anders bepaald;

  • l. beroepsopleiding in de beroepsopleidende leerweg: beroepsopleiding als bedoeld in artikel 7.2.7, derde lid;

  • m. beroepsopleiding in de beroepsbegeleidende leerweg: beroepsopleiding als bedoeld in artikel 7.2.7, vierde lid;

  • n. opleiding educatie: een opleiding als bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid;

  • n1. opleiding voortgezet algemeen volwassenenonderwijs: opleiding als bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onder a;

  • o. examinering: het nemen van beslissingen over inhoud en niveau van examens van een beroepsopleiding, procedures en voorwaarden waaronder examens worden afgenomen, alsmede het vaststellen van de uitslag van examens. De vorige volzin is van overeenkomstige toepassing op examens van de afzonderlijke leerwegen van een opleiding indien Onze Minister ingevolge artikel 7.2.4, tweede lid, heeft besloten dat een opleiding zowel in de beroepsopleidende als in de beroepsbegeleidende leerweg kan worden verzorgd, alsmede op een opleiding educatie;

  • p. centraal examen: centraal examen of examenonderdeel bestaande uit door het College voor toetsen en examens, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Wet College voor toetsen en examens, vastgestelde...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT