Wet kinderopvang

Abbreviated LabelWko
CourtSociale Zaken en Werkgelegenheid
Subject MatterArbeidsrecht en sociaal-zekerheidsrecht

Geldend van 01-01-2020 t/m heden

Wet van 9 juli 2004 tot regeling met betrekking tot tegemoetkomingen in de kosten van kinderopvang en waarborging van de kwaliteit van kinderopvang (Wet kinderopvang)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging hebben genomen, dat het wenselijk is om regels te stellen met betrekking tot tegemoetkomingen in de kosten van kinderopvang en om de kwaliteit van kinderopvang te waarborgen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Kinderopvang
Afdeling 1. Algemene bepalingen
Artikel 1.1
  • 1 In deze wet en de op deze wet berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • beroepskracht:

      • a. de persoon van 18 jaar of ouder die werkzaam is bij een kindercentrum, bezoldigd is en belast is met de verzorging, de opvoeding en het bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen;

      • b. de persoon van 18 jaar of ouder die werkzaam is bij een gastouderbureau, bezoldigd is en belast is met het tot stand brengen en begeleiden van gastouderopvang;

    • beroepskracht in opleiding: degene die beschikt over een arbeidsovereenkomst met de houder van een kindercentrum of van een gastouderbureau en ten behoeve van het praktijkdeel van de opleiding belast is met de verzorging, de opvoeding en het bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen bij een kindercentrum of met het tot stand brengen en begeleiden van gastouderopvang bij een gastouderbureau;

    • beroepskracht meertalige buitenschoolse opvang: degene die als beroepskracht werkzaam is en belast is met meertalige buitenschoolse opvang en die voldoet aan de opleidingseisen en scholingseisen, bedoeld in artikel 1.50, tweede lid, onderdeel i;

    • beroepskracht voorschoolse educatie: degene die als beroepskracht werkzaam is en belast is met voorschoolse educatie en die voldoet aan de opleidingseisen en scholingseisen, bedoeld in artikel 1.50b, onderdeel a;

    • buitenschoolse opvang: kinderopvang verzorgd door een kindercentrum voor kinderen in de leeftijd dat ze naar het basisonderwijs kunnen gaan, waarbij opvang wordt geboden voor of na de dagelijkse schooltijd evenals gedurende vrije dagen of middagen en in schoolvakanties;

    • college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar een kindercentrum, gastouderbureau of voorziening voor gastouderopvang is gevestigd of zal worden gevestigd;

    • continentaal plat: de exclusieve economische zone van het Koninkrijk, bedoeld in artikel 1 van de Rijkswet instelling exclusieve economische zone, voor zover deze grenst aan de territoriale zee van Nederland;

    • continue screening kinderopvang: de voortdurende uitwisseling van gegevens over ingeschrevenen in het personenregister kinderopvang door Onze Minister en Onze Minister van Veiligheid en Justitie voor de controle op nieuwe gegevens in de justitiële documentatie van de ingeschrevene op basis waarvan wordt beoordeeld of de ingeschrevene nog steeds voldoet aan de eisen zoals deze gelden bij de afgifte van een verklaring omtrent het gedrag;

    • gastouder: degene van 18 jaar of ouder die gastouderopvang biedt, met uitzondering van degene:

      • a. van wie een of meer kinderen onderworpen zijn aan ondertoezichtstelling of voorlopige ondertoezichtstelling als bedoeld in artikel 255, onderscheidenlijk artikel 257, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, die met betrekking tot een of meer van zijn kinderen is ontheven uit het ouderlijk gezag als bedoeld in artikel 266 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek of die met betrekking tot een of meer van zijn kinderen is ontzet van het gezag als bedoeld in artikel 269 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek,

      • b. die op hetzelfde woonadres staat ingeschreven in de basisregistratie personen als de ouder of diens partner van het kind aan wie opvang wordt geboden, of

      • c. die ten behoeve van de opvang van kinderen in enigerlei vorm personeel in dienst heeft;

    • gastouderbureau: een organisatie die gastouderopvang tot stand brengt en begeleidt en door tussenkomst van wie de betaling van ouders aan gastouders geschiedt;

    • gastouderopvang: kinderopvang:

      • a. die plaatsvindt door tussenkomst van een geregistreerd gastouderbureau;

      • b. die plaatsvindt in een gezinssituatie door een ander dan degene die als ouder op grond van artikel 1.5, eerste lid, aanspraak kan maken op een kinderopvangtoeslag of diens partner;

      • c. waarbij de opvang plaatsvindt:

        • 1°. op het woonadres van de gastouder,

        • 2°. op het woonadres van een van de ouders van de kinderen voor wie de gastouder opvang biedt, dan wel

        • 3°. op twee of meer van deze woonadressen; en

      • d. bestaande uit de gelijktijdige opvang van ten hoogste zes kinderen, waaronder begrepen de bloedverwant of aanverwant in de neergaande lijn van de gastouder of zijn partner, die in belangrijke mate wordt onderhouden door de gastouder of zijn partner en op hetzelfde woonadres als de gastouder staat ingeschreven in de basisregistratie personen en de leeftijd van tien jaar nog niet heeft bereikt. Met een bloedverwant of aanverwant in de neergaande lijn wordt gelijkgesteld een pleegkind dat de leeftijd van tien jaar nog niet heeft bereikt;

    • geregistreerd gastouderbureau: een in het landelijk register kinderopvang ingeschreven gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.46, tweede lid;

    • geregistreerd kindercentrum: een in het landelijk register kinderopvang ingeschreven kindercentrum als bedoeld in artikel 1.46, tweede lid;

    • geregistreerde voorziening voor gastouderopvang: een in het landelijk register kinderopvang ingeschreven voorziening voor gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.46, tweede lid;

    • geschillencommissie: de commissie, bedoeld in artikel 1.57c, eerste lid;

    • GGD: een gemeentelijke gezondheidsdienst als bedoeld in artikel 14 van de Wet publieke gezondheid;

    • houder:

      • a. degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort en die met die onderneming een kindercentrum of een gastouderbureau exploiteert;

      • b. de gastouder die een voorziening voor gastouderopvang exploiteert.

    • ingeschrevene: een persoon als bedoeld in artikel 1.48d, tweede lid, die in het personenregister kinderopvang is ingeschreven;

    • justitiële documentatie: de documentatie, bedoeld in artikel 1, aanhef en onder e, van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;

    • kindercentrum: een voorziening waar kinderopvang plaatsvindt, anders dan gastouderopvang;

    • kinderopvang: het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint;

    • kinderopvangtoeslag: een tegemoetkoming van het Rijk als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder h, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen in de kosten van kinderopvang;

    • landelijk register kinderopvang: het register, bedoeld in artikel 1.47b, eerste lid;

    • meertalige buitenschoolse opvang: buitenschoolse opvang die voor ten hoogste vijftig procent van de openingstijd van een kindercentrum per jaar in de Engelse, Duitse, of Franse taal wordt verzorgd;

    • Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

    • ouder: de bloed- of aanverwant in opgaande lijn of de pleegouder van een kind op wie de kinderopvang betrekking heeft, met dien verstande dat bij de beoordeling of sprake is van pleegouderschap een vergoeding op grond van de Jeugdwet buiten beschouwing blijft;

    • oudercommissie: de commissie, bedoeld in artikel 1.58;

    • overheidswerkgever: de werkgever, bedoeld in artikel 1, onderdeel r, van de Wet financiering sociale verzekeringen;

    • pedagogisch beleidsmedewerker: de persoon van 18 jaar of ouder die werkzaam is bij een kindercentrum, bezoldigd is en belast is met de totstandkoming en implementatie van pedagogische beleidsvoornemens of het coachen van beroepskrachten bij de uitvoering van hun werkzaamheden;

    • personenregister kinderopvang: de verzameling van gegevens die verwerkt worden ten behoeve van het doel, beschreven in artikel 1.48d, eerste lid;

    • register buitenlandse kinderopvang: het register, bedoeld in artikel 1.48b, eerste lid;

    • stagiair: degene die een opleiding volgt, waarvan het praktijkdeel een beperkt deel van de totale studieduur is, belast is met werkzaamheden bij de houder ten behoeve van het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT