Wet op het Centraal bureau voor de statistiek

Abbreviated LabelCBS
Subject MatterBWBR0015926
CourtEconomische Zaken

Geldend van 01-01-2019 t/m heden

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is over te gaan tot externe verzelfstandiging van het dienstonderdeel Centraal bureau voor de statistiek door oprichting van een zelfstandig bestuursorgaan en nieuwe regels vast te stellen inzake de verwerving, het gebruik en de verstrekking van gegevens in het kader van de statistische informatievoorziening;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen
Artikel 1

In deze wet wordt verstaan onder:

  • a. Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat;

  • b. CBS: het Centraal bureau voor de statistiek;

  • c. directeur-generaal: de directeur-generaal van de statistiek;

  • d. CBS-organisatie: de directeur-generaal en de bij of voor het CBS werkzame personen;

  • e. Europese statistieken: statistieken ter uitvoering van bindende EU-rechtshandelingen.

Hoofdstuk 2. Centraal bureau voor de statistiek
Paragraaf 1. Instelling en taak
Artikel 2
  • 1 Er is een Centraal bureau voor de statistiek.

  • 2 Het CBS bezit rechtspersoonlijkheid.

Artikel 2a
  • 1 Het CBS bestaat uit één lid, de directeur-generaal, met de titel van directeur-generaal van de statistiek.

  • 2 De directeur-generaal wordt benoemd voor een periode van ten hoogste zeven jaren en kan eenmaal worden herbenoemd voor een periode van ten hoogste drie jaren.

  • 3 Bij het openvallen van de functie van directeur-generaal doet de raad van advies een aanbeveling voor de vervulling van deze functie aan Onze Minister.

  • 4 Schorsing en ontslag van de directeur-generaal vindt niet plaats dan nadat de raad van advies is gehoord.

  • 5 Onze Minister kan regels stellen ten aanzien van de plaatsvervanging van de directeur-generaal.

Artikel 2b
  • 1 De directeur-generaal stelt een bestuursreglement vast.

  • 2 Het bestuursreglement bevat ten minste een regeling van:

    • a. de structuur van de CBS-organisatie;

    • b. de samenstelling en werkwijze van de leidinggevenden van de onderdelen van de CBS-organisatie en hun onderlinge taakverdeling op hoofdlijnen.

Artikel 3
  • 1 Het CBS heeft tot taak het van overheidswege verrichten van statistisch onderzoek ten behoeve van praktijk, beleid en wetenschap en het openbaar maken van de op grond van zodanig onderzoek samengestelde statistieken.

  • 2 Het CBS bevordert:

    • a. een statistische informatievoorziening van overheidswege die voorziet in de behoeften van praktijk, beleid en wetenschap;

    • b. de nauwkeurigheid en volledigheid van de van overheidswege openbaar te maken statistieken.

  • 3 Door Onze Minister of één van Onze andere Ministers wordt slechts een nieuw statistisch onderzoek ingesteld of in een onderzoek dat reeds plaatsvindt wijziging gebracht, nadat de directeur-generaal is gehoord.

Artikel 4

Het CBS is op nationaal niveau belast met de productie van Europese statistieken.

Artikel 5
  • 1 Het CBS kan in incidentele gevallen statistische werkzaamheden voor derden verrichten. Deze werkzaamheden mogen niet leiden tot mededinging met private aanbieders van vergelijkbare diensten die uit een oogpunt van goede marktwerking ongewenst is.

  • 2 Onze Minister kan nadere regels stellen over de werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 6

[Vervallen per 01-01-2017]

Artikel 7

[Vervallen per 01-01-2017]

Artikel 8

[Vervallen per 01-01-2017]

Artikel 9

[Vervallen per 01-01-2011]

Artikel 10

[Vervallen per 01-01-2017]

Artikel 11

[Vervallen per 01-01-2011]

Artikel 12

[Vervallen per 01-01-2011]

Paragraaf 2. Werkwijze
Artikel 13

[Vervallen per 01-01-2017]

Artikel 14
  • 1 De directeur-generaal stelt ten minste eenmaal in de vijf jaren een meerjarenprogramma vast, waarin op hoofdlijnen wordt vastgelegd welke werkzaamheden het CBS zal uitvoeren in de komende jaren.

  • 2 Het meerjarenprogramma bevat voorts een beschrijving van de op middellange en lange termijn te realiseren doelstellingen, de hoofdlijnen van het daarop te richten beleid en de financiële en organisatorische voorwaarden die daartoe vervuld moeten worden.

  • 3 De directeur-generaal zendt het meerjarenprogramma ten minste 14 maanden voorafgaand aan het begin van de periode waarop het meerjarenprogramma betrekking heeft, ter goedkeuring aan Onze Minister.

  • 4 Onze Minister geeft binnen acht weken na bepaling van het standpunt bedoeld in artikel 17, eerste lid, een beschikking omtrent de goedkeuring van het meerjarenprogramma.

  • 5 De goedkeuring wordt uitsluitend onthouden aan het meerjarenprogramma indien dat naar het oordeel van Onze Minister niet past binnen de financiële en organisatorische voorwaarden die zijn opgenomen in het naar aanleiding van dat meerjarenprogramma bepaalde standpunt, bedoeld in artikel 17, eerste lid.

  • 6 De directeur-generaal maakt het meerjarenprogramma, na goedkeuring door Onze Minister, openbaar.

Artikel 15
  • 1 De directeur-generaal stelt jaarlijks een werkprogramma voor het daaropvolgende jaar vast. Hij kan het werkprogramma tussentijds wijzigen.

  • 2 In het werkprogramma wordt vastgelegd welke werkzaamheden het CBS in een bepaald jaar zal uitvoeren, voor zover de beschikbare middelen dat toelaten.

  • 3 Het werkprogramma bevat een beschrijving van het belang van een statistiek voor praktijk, beleid en wetenschap, de vraag of een statistiek noodzakelijk is op grond van Europese of andere regelgeving, een verantwoording omtrent de belangrijkste niet-gehonoreerde verzoeken om statistieken en een paragraaf met de kosten en opbrengsten van de statistieken.

  • 4 De directeur-generaal zendt het werkprogramma ten minste twee maanden vóór het begin van het kalenderjaar waarop het werkprogramma betrekking heeft, ter goedkeuring aan Onze Minister.

  • 5 Onze Minister geeft binnen zes weken na ontvangst van het werkprogramma of een wijziging van het werkprogramma een beschikking omtrent de goedkeuring ervan.

  • 6 De goedkeuring wordt uitsluitend onthouden aan het werkprogramma of een wijziging ervan indien dat werkprogramma of die wijziging naar het oordeel van Onze Minister niet past binnen de financiële en organisatorische voorwaarden die zijn opgenomen in het desbetreffende standpunt, bedoeld in het artikel 17, eerste lid.

  • 7 De directeur-generaal maakt het werkprogramma en wijzigingen daarvan, na goedkeuring door Onze Minister, openbaar.

Artikel 16

[Vervallen per 01-01-2017]

Artikel 17
  • 1 Onze Minister bepaalt, in overeenstemming met het gevoelen van de raad van ministers en binnen zes maanden na ontvangst van het meerjarenprogramma, zijn standpunt over de ter verwezenlijking van het meerjarenprogramma te vervullen financiële en organisatorische voorwaarden.

  • 2 Onze Minister zendt het standpunt aan de directeur-generaal en de beide kamers der Staten-Generaal.

Artikel 18

De directeur-generaal bepaalt de methoden waarmee de in de werk- en meerjarenprogramma's opgenomen onderzoeken worden uitgevoerd en de wijze waarop de resultaten van die onderzoeken worden openbaar gemaakt.

Artikel 19

[Vervallen per 01-01-2011]

Hoofdstuk 4. Raad van advies
Artikel 20
  • 1 Er is een raad van advies, waarvan de leden worden benoemd, geschorst en ontslagen door Onze Minister.

  • 2 De raad van advies heeft onder andere tot taak de directeur-generaal desgevraagd of uit eigen beweging te adviseren over de uitvoering van de taken en bevoegdheden van de directeur-generaal.

  • 3 Het bestuursreglement, bedoeld in artikel 2b, regelt in elk geval de samenstelling van de raad van advies, de benoemingsduur van de leden, de werkwijze van de raad en de onderwerpen waarover de raad adviseert, waartoe in ieder geval behoren:

    • a. het meerjarenprogramma, bedoeld in artikel 14, en het werkprogramma, bedoeld in artikel 15;

    • b. de wijze waarop de nauwkeurigheid en de volledigheid van de van overheidswege openbaar te maken statistieken kunnen worden bevorderd zodat deze voorzien in de behoeften van praktijk, beleid en wetenschap;

    • c. de bedrijfsvoering van het CBS en een efficiënte besteding van middelen.

Artikel 21

[Vervallen per 01-01-2017]

Artikel 22

[Vervallen per 01-01-2017]

Artikel 23

[Vervallen per 01-01-2017]

Artikel 24

[Vervallen per 01-01-2017]

Artikel 25

[Vervallen per 01-01-2017]

Artikel 26

[Vervallen per 01-01-2017]

Artikel 27

[Vervallen per 01-01-2017]

Artikel 28

[Vervallen per 01-01-2017]

Artikel 29

[Vervallen per 01-01-2017]

Artikel 30

[Vervallen per 01-01-2017]

Artikel 31

[Vervallen per 01-01-2017]

Artikel 32

[Vervallen per 01-01-2017]

Hoofdstuk 4a. Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Artikel 32a

Deze wet, met uitzondering van de artikelen 4, 38a tot en met 39, 41, tweede lid,...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT