Wet op het notarisambt

Abbreviated LabelWN
CourtVeiligheid en Justitie
Subject MatterBWBR0010388

Geldend van 01-03-2020 t/m heden

Wet van 3 april 1999, houdende wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 9 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een nieuwe wettelijke regeling te geven met betrekking tot het ambt van notaris en de kandidaat-notarissen, mede ter vervanging van de Wet van 9 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Titel I. Begripsbepalingen
Artikel 1
  • 1 Deze wet en de daarop berustende bepalingen verstaan onder:

    • a. notaris: de bekleder van het ambt, bedoeld in artikel 2;

    • b. toegevoegd notaris: de toegevoegd notaris, bedoeld in artikel 30b;

    • c. kandidaat-notaris: degene die voldoet aan één van de opleidingseisen genoemd in artikel 6, tweede lid, onderdeel a, dan wel in het bezit is van een ten aanzien van het beroep van kandidaat-notaris afgegeven erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties en die onder verantwoordelijkheid van een notaris of een waarnemer notariële werkzaamheden verricht;

    • d. minuut: het originele exemplaar van een notariële akte;

    • e. repertorium: het register, bedoeld in artikel 7 van de Registratiewet 1970;

    • f. protocol: de minuten, notariële verklaringen, registers, afschriften, repertoria en kaartsystemen die onder de notaris berusten;

    • g. grosse: een in executoriale vorm uitgegeven afschrift of uittreksel van een notariële akte;

    • h. deeltijd: de werktijd die korter is dan een arbeidsduur welke gemiddeld zesendertig werkuren per week omvat;

    • i. de KNB: de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie, bedoeld in artikel 60;

    • j. Onze Minister: Onze Minister voor Rechtsbescherming;

    • k. verordening: een verordening als bedoeld in artikel 89;

    • l. het Bureau: het Bureau Financieel Toezicht, bedoeld in artikel 110, eerste lid.

  • 2 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt gelijkgesteld met:

    • a. echtgenoot: geregistreerde partner;

    • b. gehuwd: geregistreerd.

Titel II. Ambt, bevoegdheid, benoeming en ontslag van de notaris
Artikel 2
  • 1 Het ambt van notaris houdt de bevoegdheid in om authentieke akten te verlijden in de gevallen waarin de wet dit aan hem opdraagt of een partij zulks van hem verlangt en andere in de wet aan hem opgedragen werkzaamheden te verrichten.

  • 2 Tot het voeren van de titel notaris is uitsluitend bevoegd hij die als zodanig is benoemd en beëdigd en die niet geschorst of gedefungeerd is.

  • 3 De notaris oefent het ambt, waaronder het beheer van het protocol dat onder hem berust, voor eigen rekening en risico uit.

Artikel 3
  • 1 De notaris wordt als zodanig bij koninklijk besluit benoemd. In het besluit wordt de plaats van vestiging aangegeven.

  • 2 De notaris legt binnen zes maanden na de dagtekening van het benoemingsbesluit voor de rechtbank in het arrondissement waarin de kamer voor het notariaat is gevestigd waaronder hij ressorteert, de navolgende eed af:

    «Ik zweer getrouwheid aan de Koning en de Grondwet en eerbied voor de rechterlijke autoriteiten.

    Ik zweer, dat ik mij zal gedragen naar de wetten, de reglementen en de verordeningen die op het notarisambt van toepassing zijn en dat ik mijn taak eerlijk, nauwgezet en onpartijdig zal uitvoeren; dat ik geheimhouding zal betrachten ten aanzien van alles waarvan ik door mijn ambt kennis neem en dat ik voorts, middellijk noch onmiddellijk, onder enige naam of voorwendsel, tot het verkrijgen van mijn benoeming aan iemand iets heb gegeven of beloofd, noch zal geven of beloven.»

    Als de eed niet tijdig is afgelegd, vervalt de benoeming.

  • 3 Wanneer de eed, bedoeld in het tweede lid, in de Friese taal wordt afgelegd, luidt de tekst van de eed als volgt:

    «Ik swar trou oan de Kening en de Grûnwet en earbied foar de rjochterlike autoriteiten.

    Ik swar, dat ik my hâlde en drage sil neffens de wetten, de regleminten en de oarderingen dy’t op it notarisamt fan tapassing binne en dat ik myn taak earlik, sekuer en ûnpartidich útfiere sil; dat ik geheimhâlding betrachtsje sil oangeande alles dêr’t ik troch myn amt kunde oan krij en dat ik fierders, streekrjocht noch midlik, ûnder hokker namme of útwynsel dan ek, foar it krijen fan myn beneaming oan immen eat jûn of tasein haw, noch jaan of tasizze sil.»

  • 4 De griffier van de rechtbank geeft ter zitting een proces-verbaal van de eedsaflegging af aan de notaris.

  • 5 De notaris is bevoegd met ingang van de dag na de eedsaflegging. Indien in het benoemingsbesluit een latere datum is vermeld, is hij bevoegd met ingang van die dag indien tevoren de eed is afgelegd. Is hij waarnemer van het kantoor, dan is hij terstond na de eedsaflegging bevoegd.

  • 6 De notaris laat zich terstond na de eedsaflegging inschrijven in het register voor het notariaat, bedoeld in artikel 5, onder overlegging van het proces-verbaal van de eedsaflegging en onder deponering van zijn handtekening en paraaf.

Artikel 4

De notaris deponeert terstond na de eedsaflegging zijn handtekening en paraaf ter griffie van de rechtbank waar hij de eed heeft afgelegd.

Artikel 5
  • 1 Er is een register voor het notariaat, dat wordt bijgehouden door de KNB.

  • 2 In het register wordt iedere notaris, toegevoegd notaris en kandidaat-notaris opgenomen, onder vermelding van naam en plaats en datum van geboorte. In het register worden ten aanzien van hen, voor zover van toepassing, tevens gegevens opgenomen betreffende:

    • a. de benoeming van de notaris, zijn ontslag of overlijden;

    • b. de plaats van vestiging van de notaris;

    • c. het nummer als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Wet op het centraal testamentenregister;

    • d. een aanwijzing tot overname van een protocol als bedoeld in artikel 15;

    • e. de toevoeging als bedoeld in artikel 30b;

    • f. de waarneming als bedoeld in artikel 28;

    • g. de eedsaflegging, bedoeld in artikel 3, met opname in het register van handtekening en paraaf;

    • h. een nevenbetrekking als bedoeld in artikel 11;

    • i. de onherroepelijke oplegging van een tuchtmaatregel als bedoeld in artikel 103, eerste, derde en vierde lid;

    • j. de bij onherroepelijke uitspraak gegrond verklaarde bedenking zonder oplegging van een tuchtmaatregel, bedoeld in artikel 103, tweede lid;

    • k. de oplegging van een ordemaatregel als bedoeld in de artikelen 25b, 26, 27 en 106, eerste en vijfde lid;

    • l. de onherroepelijke oplegging van een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom als bedoeld in artikel 111b, tweede lid.

  • 3 Het register ligt voor een ieder ter inzage. De KNB verstrekt op verzoek een gewaarmerkt afschrift of uittreksel tegen kostprijs.

  • 4 De registratie van de oplegging van de ordemaatregel, bedoeld in artikel 25b, van een bij onherroepelijke uitspraak gegrond verklaarde bedenking zonder oplegging van een maatregel als bedoeld in artikel 103, tweede lid, of van de onherroepelijke oplegging van een bestuurlijke boete of last onder dwangsom als bedoeld in artikel 111b, tweede lid, is niet openbaar. De registratie van de oplegging van de ordemaatregelen, bedoeld in de artikelen 26, 27 en 106, eerste en vijfde lid, is openbaar zolang deze maatregelen van kracht zijn. De registratie van de onherroepelijke oplegging van een waarschuwing of berisping als bedoeld in artikel 103, eerste lid, is niet openbaar, tenzij toepassing is gegeven aan artikel 103, vijfde lid. Ditzelfde geldt voor de onherroepelijke oplegging van een geldboete als bedoeld in artikel 103, eerste lid, onderdeel c, tenzij deze gelijktijdig is opgelegd met een tuchtmaatregel ten aanzien waarvan de openbaarheid niet is beperkt.

  • 5 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld betreffende de toepassing van het tweede en derde lid, de inrichting van het register, de wijze waarop het wordt bijgehouden, de inzage in het register en het verstrekken van gegevens uit het register door de KNB.

Artikel 6
  • 1 Tot notaris is slechts benoembaar hij die de Nederlandse nationaliteit bezit of de nationaliteit van een andere lidstaat van de Europese Unie, van een overige staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of van de Zwitserse Bondsstaat.

  • 2 Voor de benoembaarheid tot notaris is vereist:

    • a. dat

      • 1°. hem op grond van het met goed gevolg afleggen van een afsluitend examen van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs aan een universiteit dan wel de Open Universiteit als bedoeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, de graad Master op het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT