Wet politiegegevens

Abbreviated LabelWpg
Subject MatterBWBR0022463
CourtVeiligheid en Justitie

Geldend van 01-01-2020 t/m heden

Wet van 21 juli 2007, houdende regels inzake de verwerking van politiegegevens (Wet politiegegevens)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is nieuwe regels vast te stellen voor het verwerken van politiegegevens;

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer met betrekking tot die verwerking uitvoering dient te worden gegeven aan artikel 10, tweede en derde lid, van de Grondwet;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

§ 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. (definities)

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a. politiegegeven: elk persoonsgegeven dat wordt verwerkt in het kader van de uitvoering van de politietaak, bedoeld in de artikelen 3 en 4 van de Politiewet 2012, met uitzondering van:

  • b. persoonsgegeven: alle informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon;

  • c. verwerken van politiegegevens: elke bewerking of elk geheel van bewerkingen met betrekking tot politiegegevens of een geheel van politiegegevens, al dan niet uitgevoerd op geautomatiseerde wijze, zoals het verzamelen, vastleggen, ordenen, structureren, opslaan, bijwerken of wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiden of op andere wijze ter beschikking stellen, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, afschermen of vernietigen van politiegegevens;

  • d. verstrekken van politiegegevens: het bekend maken of ter beschikking stellen van politiegegevens;

  • e. ter beschikking stellen van politiegegevens: het verstrekken van politiegegevens aan personen die overeenkomstig deze wet zijn geautoriseerd voor het verwerken van politiegegevens;

  • f. verwerkingsverantwoordelijke: dit is bij:

    • 1°. de politie: de korpschef, bedoeld in artikel 27 van de Politiewet 2012;

    • 2°. de rijksrecherche: het College van procureurs-generaal;

    • 3°. de Koninklijke marechaussee: Onze Minister van Defensie;

    • 4°. een gemeenschappelijke verwerking van politiegegevens met het oog op een gemeenschappelijk doel door twee of meer organisaties als bedoeld in dit onderdeel: de verwerkingsverantwoordelijke die door de betrokken verwerkingsverantwoordelijken is belast met de feitelijke zorg voor de verwerking en het treffen van de maatregelen, bedoeld in de artikelen 4 en 4a;

  • g. betrokkene: degene op wie een politiegegeven betrekking heeft;

  • h. Autoriteit persoonsgegevens: de autoriteit, bedoeld in artikel 6 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming;

  • i. verwerker: de natuurlijke persoon of rechtspersoon, overheidsinstantie, dienst of enig ander orgaan die of dat ten behoeve van de verwerkingsverantwoordelijke politiegegevens verwerkt. Indien een verwerker in strijd met het bij of krachtens deze wet bepaalde de doeleinden en middelen van de verwerking bepaalt, wordt die verwerker met betrekking tot die verwerking als verwerkingsverantwoordelijke aangemerkt;

  • j. Onze Ministers: Onze Ministers van Veiligheid en Justitie en van Defensie gezamenlijk;

  • k. ambtenaar van politie: de ambtenaar, bedoeld in artikel 2 van de Politiewet 2012, alsmede de ambtenaar van de Koninklijke marechaussee voor zover werkzaam ter uitvoering van de politietaak, bedoeld in onderdeel a, en indien artikel 46 wordt toegepast, de ambtenaar, werkzaam bij de in dat artikel genoemde dienst en de ambtenaar, bedoeld in artikel 142, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering;

  • l. bevoegde autoriteit: iedere overheidsinstantie die bevoegd is voor de taken, bedoeld in onderdeel a, of ieder ander orgaan dat of iedere andere entiteit die is gemachtigd openbaar gezag en openbare bevoegdheden uit te oefenen met het oog op de taken, bedoeld in onderdeel a;

  • m. gerelateerde gegevens: de politiegegevens die bij de vergelijking van gegevens, bedoeld in de artikelen 8, tweede lid, 11, eerste en tweede lid, 12, vierde lid en 24, eerste en tweede lid, overeenkomen en de erbij behorende gegevens alsmede de politiegegevens waarmee bij het in combinatie met elkaar verwerken van politiegegevens, bedoeld in de artikelen 8, derde lid, en 11, vierde lid, verband blijkt te bestaan;

  • n. afschermen: het markeren van opgeslagen politiegegevens met als doel de verwerking ervan in de toekomst te beperken;

  • o. bestand: elk gestructureerd geheel van politiegegevens dat volgens bepaalde criteria toegankelijk is, ongeacht of dit geheel van gegevens gecentraliseerd of gedecentraliseerd is, dan wel verspreid op een functioneel of geografisch bepaalde wijze;

  • p. ontvanger: de natuurlijke persoon aan wie of de rechtspersoon of overheidsinstantie waaraan politiegegevens worden verstrekt;

  • q. inbreuk op de beveiliging: een inbreuk op de beveiliging met de vernietiging, het verlies, de wijziging, de bekendmaking of de ter beschikkingstelling van of de ongeoorloofde toegang tot doorgezonden, opgeslagen of anderszins verwerkte politiegegevens tot gevolg;

  • r. genetische gegevens: persoonsgegevens met betrekking tot de overgeërfde of verworven genetische kenmerken van een natuurlijke persoon die unieke informatie verschaffen over de fysiologie of de gezondheid van die persoon en die met name voortkomen uit een analyse van een biologisch monster van die persoon;

  • s. biometrische gegevens: persoonsgegevens die het resultaat zijn van een specifieke technische verwerking met betrekking tot de fysieke, fysiologische, of gedragskenmerken van een natuurlijke persoon op grond waarvan de eenduidige identificatie van die persoon mogelijk is of bevestigd wordt, zoals afbeeldingen van het gezicht of dactyloscopische gegevens;

  • t. gegevens over gezondheid: persoonsgegevens met betrekking tot de fysieke of mentale gezondheid van een natuurlijke persoon, waaronder gegevens over verleende gezondheidsdiensten, waarmee informatie over zijn gezondheid wordt gegeven;

  • u. profilering: elke vorm van geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens waarbij aan de hand van die gegevens bepaalde persoonlijke aspecten van een natuurlijke persoon worden geëvalueerd, met de bedoeling met name aspecten betreffende zijn beroepsprestaties, economische situatie, gezondheid, persoonlijke voorkeuren, interesses, betrouwbaarheid, gedrag, locatie of verplaatsingen te analyseren of te voorspellen;

  • v. derde land: ieder land of gebied dat geen lidstaat is of daarvan geen onderdeel uitmaakt;

  • w. internationale organisatie: een organisatie en de daaronder ressorterende internationaalpubliekrechtelijke organen of andere organen die zijn opgericht bij of op grond van een overeenkomst tussen twee of meer landen;

  • x. richtlijn: Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van het Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad;

  • y. lidstaat: lidstaat van de Europese Unie die de richtlijn heeft geïmplementeerd.

Artikel 2. (reikwijdte)
  • 1 Deze wet is van toepassing op de verwerking van politiegegevens door een bevoegde autoriteit die in een bestand zijn opgenomen of die bestemd zijn daarin te worden opgenomen.

  • 2 Deze wet is niet van toepassing op de verwerking van politiegegevens:

    • a. ten behoeve van activiteiten met uitsluitend persoonlijke doeleinden;

    • b. ten behoeve van de interne bedrijfsvoering.

Artikel 3. (noodzakelijkheid, rechtmatigheid en doelbinding)
  • 1 Politiegegevens worden slechts verwerkt voor zover dit noodzakelijk is voor de bij of krachtens deze wet geformuleerde doeleinden.

  • 2 Politiegegevens worden slechts verwerkt voor zover dit behoorlijk en rechtmatig is, de gegevens rechtmatig zijn verkregen en de gegevens, gelet op de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt, toereikend, terzake dienend en niet bovenmatig zijn.

  • 3 Politiegegevens die zijn verkregen voor een doel, als bedoeld in artikel 1, onder a, kunnen worden verwerkt voor een ander doel, bedoeld in artikel 1, onderdeel a, voor zover deze wet of Unierecht uitdrukkelijk daarin voorziet en de verwerking voor dat andere doel noodzakelijk is en in verhouding staat tot dat doel.

  • 4 Politiegegevens kunnen voor een ander doel dan die, bedoeld in artikel 1, onderdeel a, worden verwerkt door personen en instanties die bij of krachtens de wet met het oog op een zwaarwegend algemeen belang of wetgeving van de Europese Unie zijn aangewezen.

  • 5 Bij de verwerking van politiegegevens op grond van de artikelen 9, 10 en 12 worden de herkomst van deze gegevens en de wijze van verkrijging vermeld.

Artikel 4. (juistheid en volledigheid politiegegevens)
  • 1 De verwerkingsverantwoordelijke treft de nodige maatregelen opdat politiegegevens, gelet op de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt, juist en nauwkeurig zijn. Hij zorgt voor...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT