Wet rechtspositie gesloten jeugdhulp

Wet van 17 mei 2023 tot wijziging van de Jeugdwet in verband met het versterken van de rechtspositie van jeugdigen die worden opgenomen in een gesloten accommodatie (Wet rechtspositie gesloten jeugdhulp)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de rechtspositie van jeugdigen die worden opgenomen in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp te verbeteren en te versterken; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Jeugdwet wordt als volgt gewijzigd:AArtikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:1. De begripsomschrijving «gesloten jeugdhulp» komt te luiden: – gesloten jeugdhulp:

opname, verblijf en jeugdhulp op basis van een machtiging als bedoeld in de artikelen 6.1.2, 6.1.3 of 6.1.4; 2. In de alfabetische rangschikking wordt de volgende begripsomschrijving ingevoegd: – jeugdhulpverantwoordelijke:

degene die behoort tot een bij regeling van Onze Ministers aangewezen categorie van deskundigen en die door de jeugdhulpaanbieder als jeugdhulpverantwoordelijke is aangewezen, verantwoordelijk voor de uitvoering van de jeugdhulp en de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen in een gesloten accommodatie; AaAan artikel 1a.2 worden twee leden toegevoegd, luidende:5. Een vertrouwenspersoon is tot geheimhouding verplicht van hetgeen in de uitvoering van zijn taak aan hem is toevertrouwd, tenzij enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht, uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit of de betrokken jeugdige, ouder of pleegouder toestemming geeft om vertrouwelijke informatie te delen. 6. Een vertrouwenspersoon kan zich op grond van zijn geheimhoudingsplicht verschonen van het geven van getuigenis of het beantwoorden van vragen in een klachtprocedure of een rechterlijke procedure. AaaAan artikel 4.1.1, tweede lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Een jeugdige wordt in de gelegenheid gesteld zijn godsdienst of levensovertuiging vrij te belijden en te beleven. AabNa artikel 4.1.1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 4.1.1

a.

Bij regeling van Onze Ministers worden regels gesteld ten aanzien van een jeugdige die in een accommodatie verblijft over: a. het toekennen van zak- en kleedgeld; en b. de omstandigheden waaronder in plaats van kleedgeld de jeugdhulpaanbieder in kleding of schoeisel kan voorzien. BArtikel 6.1.2 wordt als volgt gewijzigd:1. In het tweede lid wordt: a. aan het slot van onderdeel a «, en» vervangen door een puntkomma; b. in onderdeel b «noodzakelijk» vervangen door «noodzakelijk en geschikt»; c. onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door «; en», na onderdeel b een onderdeel toegevoegd, luidende: c. er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om de opgroei- en opvoedingsproblemen te behandelen. 2. In het derde lid, onderdeel b, wordt «, of» vervangen door «; of». 3. In het vierde lid, onderdeel c, wordt «, en» vervangen door «; en». 4. In het negende lid wordt «kan de jeugdige gedurende ten hoogste veertien dagen in de gesloten accommodatie verblijven, en zijn de paragrafen 6.3, 6.4 en 6.5 op de jeugdige van toepassing» vervangen door «vervalt de machtiging op de veertiende dag nadat de instemming is ingetrokken». CIn het tweede lid van artikel 6.1.3 wordt:a. aan het slot van onderdeel a «, en» vervangen door een puntkomma; b. in onderdeel b «noodzakelijk» vervangen door «noodzakelijk en geschikt»; c. onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door «; en», na onderdeel b een onderdeel toegevoegd, luidende: c. er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om de opgroei- en opvoedingsproblemen te behandelen. DArtikel 6.1.4 wordt als volgt gewijzigd:1. In het tweede lid wordt: a. aan het slot van onderdeel a «, en» vervangen door een puntkomma; b. in onderdeel b «noodzakelijk» vervangen door «noodzakelijk en geschikt»; c. onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door «; en», na onderdeel b een onderdeel toegevoegd, luidende: c. er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om de opgroei- en opvoedingsproblemen te behandelen. 2. In het zesde lid wordt «een omschrijving van de voorwaarden en het toezicht daarop en van de jeugdhulp» vervangen door «een omschrijving van de voorwaarden en het toezicht daarop, van de vrijheidsbeperkende maatregelen die kunnen worden toegepast en van de jeugdhulp». 3. Onder vernummering van het zevende tot en met elfde lid tot negende tot en met dertiende lid, worden twee leden ingevoegd, luidende: 7. Het hulpverleningsplan, bedoeld in het zesde lid, kan de volgende vrijheidsbeperkende maatregelen bevatten: a. onderzoek aan het lichaam op aanwezigheid van voorwerpen die een risico vormen voor de veiligheid van de jeugdige of anderen; b. onderzoek van de kleding op aanwezigheid van voorwerpen die een risico vormen voor de veiligheid van de jeugdige of anderen; c. onderzoek van urine op aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen; d. beperken van de bewegingsvrijheid; e. elektronisch toezicht. 8. Het onderzoek, bedoeld in het zevende lid, onderdeel a, wordt verricht op besloten plaatsen en voor zover mogelijk door personen van het geslacht dat de voorkeur van de jeugdige heeft. 4. In het tiende lid (nieuw) wordt «de in het zevende lid bedoelde voorwaarde» vervangen door «de in het zevende lid bedoelde vrijheidsbeperkende maatregelen en de in het negende lid bedoelde voorwaarde». 5. In het dertiende lid (nieuw) wordt «tweede tot en met tiende lid» vervangen door «tweede tot en met twaalfde lid». EIn artikel 6.1.13, eerste lid, wordt «het hulpverleningsplan als bedoeld in artikel 6.1.5» vervangen door «het hulpverleningsplan, bedoeld in artikel 6.1.5,». FArtikel 6.2.4 komt te luiden:

Artikel 6.2.4
  1. De jeugdhulpaanbieder wijst voor elke jeugdige, die in een gesloten accommodatie verblijft, een jeugdhulpverantwoordelijke aan, draagt ervoor zorg dat aan hem een vertrouwenspersoon wordt toegewezen en deelt hun namen mee aan de jeugdige en aan degene die het gezag over de jeugdige heeft. 2. De jeugdhulpaanbieder stelt huisregels vast die betrekking hebben op een ordelijke gang van zaken, de veiligheid binnen de gesloten accommodatie en het waarborgen van een pedagogisch klimaat. 3. De huisregels bevatten in ieder geval een regeling ten aanzien van de controle van de bezoekers en voorwerpen die jeugdigen in verband met de veiligheid binnen de gesloten accommodatie niet in hun bezit mogen hebben. 4. De jeugdhulpverantwoordelijke draagt ervoor zorg dat de jeugdige zo spoedig mogelijk na opname in een gesloten accommodatie schriftelijk en mondeling wordt geïnformeerd in voor hem duidelijke en toegankelijke bewoordingen over: a. de in de gesloten accommodatie geldende huisregels; b. de klachtenregeling; c. de mogelijkheden de toegewezen vertrouwenspersoon in te schakelen; en d. de medezeggenschapsregeling. GNa artikel 6.2.4 worden zeven artikelen toegevoegd, luidende:

Artikel 6.2.5
  1. De jeugdhulpaanbieder draagt ervoor zorg dat een jeugdige kan deelnemen aan onderwijs dat aansluit bij diens leerbehoefte, andere activiteiten in het kader van pedagogische vorming en gemeenschappelijke activiteiten gedurende ten minste zes uur per dag. 2. In afwijking van het eerste lid, kan de jeugdhulpaanbieder aan een jeugdige een passend individueel onderwijsprogramma en individuele activiteiten bieden. 3. De jeugdhulpaanbieder draagt ervoor zorg dat een gekwalificeerde gedragswetenschapper is verbonden aan een gesloten accommodatie. 4. De jeugdhulpaanbieder stelt een jeugdige in de gelegenheid een arts te raadplegen.

Artikel 6.2.6
  1. Een jeugdige heeft een eigen kamer gedurende zijn verblijf in een gesloten accommodatie. 2. Een jeugdige kan op eigen verzoek tijdelijk in een afzonderlijke en veilige ruimte, anders dan de eigen kamer, verblijven. 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de verblijfsruimte, bedoeld in het tweede lid, en over de wijze waarop contact wordt gehouden met de jeugdige tijdens het verblijf in die verblijfsruimte. 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld aan de inrichting, de faciliteiten, de afmeting en de kwaliteit van een kamer als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 6.2.7

Een jeugdige heeft het recht eigen kleding en schoeisel te dragen, tenzij die een gevaar kunnen opleveren voor de veiligheid in de gesloten accommodatie.

Artikel 6.2.8
  1. Indien een jeugdige een kind heeft, kan de jeugdige het kind in de gesloten accommodatie verzorgen en opvoeden voor zover het verblijf van het kind zich verdraagt met de opvoeding en het gezond en veilig opgroeien van het kind en de jeugdige alsmede met de veiligheid in de gesloten accommodatie. 2. De jeugdhulpaanbieder draagt er in dat geval zorg voor dat een jeugdige die een kind heeft, beschikt over faciliteiten die passend zijn om een kind te verzorgen en op te voeden.

Artikel 6.2.9
  1. De jeugdhulpverantwoordelijke stelt samen met de jeugdige een hulpverleningsplan op. 2. De jeugdhulpaanbieder draagt ervoor zorg dat het hulpverleningsplan, bedoeld in het eerste lid, zo spoedig mogelijk, maar in elk geval...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT