Wet tarieven in strafzaken

Abbreviated LabelWTSZ
CourtVeiligheid en Justitie
Subject MatterBWBR0002406

Geldend van 01-01-2020 t/m heden

Wet van 28 maart 1963, houdende vaststelling van de tarieven van gerechtskosten in strafzaken, waarvan de gewone rechter kennis neemt

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de wet van 8 april 1874, Stb. 66, tot vaststelling der tarieven van gerechtskosten in strafzaken, waarvan de gewone rechter kennis neemt, te vervangen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I
Eerste Titel. Vergoedingen voor werkzaamheden, tijdverzuim en reis- en verblijfkosten
§ 1. Algemene bepalingen
Artikel 1
  • 1 Op de voet van het bij en krachtens deze wet bepaalde worden vergoedingen toegekend voor werkzaamheden, voor tijdverzuim alsmede voor daarmede verband houdende noodzakelijke kosten, en voor gemaakte reis- en verblijfkosten, voor zover voortvloeiende uit een verzoek of opdracht van de justitie, ten behoeve van:

    • a. strafzaken, hieronder begrepen zaken betreffende overtredingen waarvan de burgerlijke rechter kennis neemt;

    • b. zaken waarin het openbaar ministerie optreedt ter uitvoering van de wet en waarvan de burgerlijke rechter kennis neemt.

  • 2 Behoudens het bepaalde in lid 3, komen de vergoedingen ten laste van 's Rijks kas, voor zover in bijzondere wetten niet anders is bepaald.

  • 3 Ingeval een verzoek of opdracht, als bedoeld in lid 1, is gedaan of gegeven op verzoek van de verdachte of gerekwestreerde en ingeval een verzoek of opdracht van dezelfde strekking zonder tussenkomst van de justitie is gedaan of gegeven door de verdachte of de gerekwestreerde, komen te diens laste vergoedingen, overeenkomstig het bij en krachtens deze wet bepaalde. Komen deze vergoedingen toe aan opsporingsambtenaren ingevolge een hun gedaan verzoek of gegeven opdracht tot het afleggen van een verklaring in een zaak waarin zij als zodanig zijn opgetreden, dan komen deze vergoedingen ten laste van 's Rijks kas.

  • 4 Indien door de justitie, al dan niet op verzoek van de verdachte, opdracht tot oproeping en bijstand van een tolk of vertaler is gegeven of bijstand van een tolk is verleend op grond van artikel 28, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering, komen deze vergoedingen eveneens ten laste van ’s Rijks kas.

  • 5 Indien door de justitie, al dan niet op verzoek van het slachtoffer, opdracht tot oproeping en bijstand van een tolk of vertaler is gegeven of bijstand van een tolk is verleend op grond van artikel 51c, vijfde lid, artikel 51ca, eerste, vierde of negende lid of op grond van artikel 163, derde of zevende lid, van het Wetboek van Strafvordering, dan komen de vergoedingen ten laste van ’s Rijks kas.

Artikel 2

Tot het maken van ten laste van 's Rijks kas komende buitengewone, bij en krachtens deze wet niet voorziene kosten in de zaken in artikel 1 bedoeld wordt vereist een machtiging van de advocaat-generaal bij het ressortsparket en, in de zaken die bij de Hoge Raad dienen, van de procureur-generaal bij de Hoge Raad. Zodanige machtiging is niet vereist in de gevallen van de artikelen 151, 192, 202, 212, 318, 398 juncto 318 en 415 juncto 318 van het Wetboek van Strafvordering.

§ 2. Vergoedingen voor werkzaamheden en voor tijdverzuim
Artikel 3
  • 1 Wij stellen bij algemene maatregel van bestuur de tarieven vast voor vergoedingen voor:

    • a. werkzaamheden ingevolge verzoeken en opdrachten als bedoeld in artikel 1, eerste en derde lid;

    • b. tijdverzuim ingevolge verzoeken en opdrachten als bedoeld in artikel 1, eerste en derde lid, van hen aan wie werkzaamheden zijn opgedragen, van getuigen, van voogden die wegens een strafzaak tegen een onder hun gezag staande minderjarige ingevolge het Wetboek van Strafvordering moeten worden opgeroepen en - ingeval van toepassing van artikel 509d van dat Wetboek - van curatoren; voorts van noodzakelijke geleiders van deze personen en van verdachten of gerekwestreerden, alsmede van met het tijdverzuim verband houdende noodzakelijke kosten.

  • 2 Geen vergoeding wordt toegekend voor werkzaamheden:

    • a. die deel uitmaken van een taak waarvoor een dienstverband met het Rijk bestaat;

    • b. verricht door ambtenaren van politie in diensttijd.

  • 3 Geen vergoeding wordt toegekend wegens tijdverzuim:

    • a. voor de tijd besteed aan werkzaamheden als bedoeld in artikel 1, eerste en derde lid;

    • b. van personen die rechtens van hun vrijheid zijn beroofd;

    • c. van personen in bezoldigde rijksdienst en van militairen in werkelijke dienst, voor zover het tijdverzuim valt in diensttijd;

    • d. van ambtenaren van politie, voor zover het tijdverzuim valt in diensttijd;

    • e. van opsporingsambtenaren, niet behorende tot de sub c en d bedoelde categorieën, voor zover het tijdverzuim voortvloeit uit een hun niet op verzoek van de verdachte of gedaagde gedaan verzoek of gegeven opdracht tot het afleggen van een verklaring in een zaak waarin zij als zodanig zijn opgetreden.

  • 4 Onze Minister van Justitie kan nadere regelen stellen.

Artikel 4
  • 1 Wanneer de autoriteit, die opdracht tot de werkzaamheden heeft gegeven, een daartoe strekkend verzoek doet, stelt de gemeente waar de werkzaamheden moeten worden verricht, daarvoor een lokaliteit beschikbaar.

  • 2 Aan de gemeente komt hiervoor een vergoeding toe overeenkomstig door Ons bij algemene maatregel van bestuur te stellen regelen.

  • 3 Onze Minister van Justitie kan nadere regelen stellen.

Artikel 5

Voor werktuigen en gereedschappen, gebruikt bij de opgedragen werkzaamheden, wordt geen vergoeding gegeven, tenzij de aard van de werkzaamheden de werktuigen en gereedschappen voor verder gebruik ongeschikt maakt.

§ 3. Vergoedingen voor reis- en verblijfkosten
Artikel 6
  • 1 Wij stellen bij algemene maatregel van bestuur tarieven vast voor vergoedingen voor reis- en verblijfkosten, toekomende aan de in artikel 3, lid 1, sub b, genoemde personen. Onnodig gemaakte reis- en verblijfkosten worden niet vergoed.

  • 2 Onze Minister van Justitie kan nadere regelen stellen.

Artikel 7
  • 1 Indien het gebruik van een bijzonder middel van vervoer noodzakelijk is uit hoofde van leeftijd, ziekte of gebreken worden de kosten daarvan vergoed overeenkomstig door Ons bij algemene maatregel van bestuur te stellen regelen.

  • 2 Onze Minister van Justitie kan nadere regelen stellen.

§ 4. Toekenning van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT