Wet uitbreiding slachtofferrechten

Wet van 21 april 2021 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht in verband met de nadere versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces (Wet uitbreiding slachtofferrechten)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de positie van het slachtoffer in het strafproces nader te versterken; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goed vinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd:AArtikel 51ac wordt als volgt gewijzigd:1. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h door een puntkomma, wordt aan het eerste lid een onderdeel toegevoegd, luidende: i. de in het vierde en vijfde lid genoemde mededelingen en over de maatregel bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht, voor zover de maatregel betrekking heeft op door het slachtoffer zelf geleden schade. 2. In het tweede lid wordt «tot en met h» vervangen door «tot en met i». 3. In het zevende lid wordt «over de zaak» telkens vervangen door «in verband met de zaak» BArtikel 51c wordt als volgt gewijzigd:In het zesde lid wordt «het openbaar ministerie en de rechter» vervangen door «het openbaar ministerie, de rechter en Onze Minister voor Rechtsbescherming». CArtikel 51ca wordt als volgt gewijzigd:1. Aan het vijfde lid wordt een zin toegevoegd, luidende: «Tijdens de tenuitvoerlegging wordt het verzoek gericht aan Onze Minister voor Rechtsbescherming». 2. Onder vernummering van het achtste en negende lid tot negende en tiende lid, wordt een lid ingevoegd, luidende: 8. Indien Onze Minister voor Rechtsbescherming het verzoek, bedoeld in het vijfde lid, afwijst, deelt hij dit schriftelijk mee aan het slachtoffer. Het slachtoffer kan binnen veertien dagen na dagtekening van de mededeling daartegen een bezwaarschrift indienen bij de rechter-commissaris. Alvorens te beslissen, hoort de rechter-commissaris het slachtoffer en Onze Minister voor Rechtsbescherming. DOnder vernummering van het vierde tot en met het zevende lid tot het vijfde tot en met het achtste lid wordt in artikel 51e een lid ingevoegd, luidende: 4. Het spreekrecht kan, onder overeenkomstige toepassing van het vijfde lid, ook worden uitgeoefend door: a. personen die het overleden slachtoffer als behorende tot hun gezin hebben verzorgd en opgevoed en in een nauwe persoonlijke betrekking tot het slachtoffer hebben gestaan; en b. personen, anders dan genoemd onder a, die deel hebben uitgemaakt van het gezin waartoe het overleden slachtoffer behoorde en in een nauwe persoonlijke betrekking tot het slachtoffer hebben gestaan.

De voorzitter kan het spreekrecht ambtshalve of op vordering van de officier van justitie beperken of ontzeggen wegens strijd met het belang van het slachtoffer. DaArtikel 149a wordt als volgt gewijzigd:1. Onder vernummering van het derde en vierde lid tot vierde en vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende: 3. In de processtukken en in stukken waarvan de kennisneming ingevolge dit wetboek wordt toegestaan blijven in bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gevallen bepaalde daarin aan te wijzen gegevens in het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer onvermeld, tenzij deze gegevens voor door...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT