Wet uitvoering wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen
Abbreviated Label | Geen |
Court | Volksgezondheid, Welzijn en Sport |
Geldend van 01-01-2016 t/m heden
Wet van 15 april 2010, houdende regeling van de uitvoering van de wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen door de Pensioen- en Uitkeringsraad en de Sociale verzekeringsbank (Wet uitvoering wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de continuïteit en de kwaliteit van de dienstverlening aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen te waarborgen en daartoe nieuwe regels te treffen voor de uitvoering van de wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. Onze Minister: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
b. Raad: de Pensioen- en Uitkeringsraad, bedoeld in artikel 3;
c. Sociale verzekeringsbank: de Sociale verzekeringsbank, genoemd in hoofdstuk 6 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
d. Cliëntenraad: de Cliëntenraad verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen, genoemd in artikel 10;
e. wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen: de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945, de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers, de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet, de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 en de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945;
f. AOR: de Algemene Oorlogsongevallenregeling Indonesië met inbegrip van het besluit van de Luitenant-Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië van 5 november 1946 (Indisch Staatsblad 1946, 118).
1 De artikelen 18 tot en met 20, 22, 26 tot en met 30 en 33 tot en met 35 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen zijn van toepassing op de uitvoering door de Sociale verzekeringsbank van de wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen en de AOR.
2 De bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 20 en 22, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, worden door Onze Minister toegepast in overeenstemming met Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
3 In afwijking van artikel 37, eerste lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, wordt het toezicht op de uitvoering door de Sociale verzekeringsbank van de wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen en de AOR uitgeoefend door Onze Minister.
4 Artikel 84 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen is ten aanzien van de uitvoering van deze wet door de Sociale verzekeringsbank niet van toepassing.
1 Er is een Raad, die is belast met de taken, genoemd in artikel 4.
2 De Raad is gevestigd op een door Onze Minister te bepalen plaats.
3 De Raad bezit rechtspersoonlijkheid.
4 De Kaderwet zelfstandige bestuursorganen is van toepassing op de Raad.
De Raad heeft tot taak:
a. het geven van beschikkingen op een aanvraag voor een erkenning, buitengewoon pensioen, garantietoeslag, uitkering, periodieke uitkering, garantie-uitkering, vergoeding, tegemoetkoming of herziening als bedoeld in de wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen, afkomstig van een persoon die nog geen financiële aanspraak ontleent of heeft ontleend aan de wet waarop hij zijn aanvraag baseert;
b. het ambtshalve herzien van de erkenning als verzetsdeelnemer, vervolgde of burger-oorlogsslachtoffer;
c. het geven van beschikkingen op een aanvraag voor een uitkering of tegemoetkoming op grond van de AOR afkomstig van een persoon die nog geen financiële aanspraak ontleent of heeft ontleend aan deze regeling;
d. het vaststellen van beleidsregels voor beschikkingen van de Sociale verzekeringsbank als bedoeld in artikel 6, onderdelen a en b, en
e. het adviseren van de Sociale verzekeringsbank over beschikkingen waarbij niet op basis van de beleidsregels, bedoeld in onderdeel d, kan worden besloten.
1 De Raad bestaat uit minimaal drie en maximaal negen leden, onder wie een voorzitter.
2 De benoeming van de leden van de Raad geschiedt gehoord hebbende de organisaties en instellingen welke regelmatig zijn betrokken bij de uitvoering van de wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen en de AOR.
3 De leden van de Raad worden benoemd voor een periode van vier jaren.
4 De Raad wordt zodanig samengesteld dat daarin de categorieën belanghebbenden waarop de werkzaamheden van de Raad betrekking hebben op een evenwichtige wijze zijn vertegenwoordigd.
5 Het lidmaatschap van de Raad is onverenigbaar met het hebben van een financiële aanspraak op basis van de wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen en de AOR.
6 De Raad stelt regels betreffende de uitvoering van zijn taken, genoemd in artikel 4.
7 De voorzitter vertegenwoordigt de Raad in en buiten rechte.
De Sociale verzekeringsbank heeft tot taak:
a. het geven van de beschikkingen op basis van de wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen en de AOR die niet op grond van artikel 4 aan de Raad zijn opgedragen;
b. het geven van beschikkingen op aanvragen voor een vergoeding in de kosten van een behandeling, als bedoeld in artikel 2 van de Tijdelijke vergoedingsregeling psychotherapie na-oorlogse generatie;
c. de voorbereiding en de uitvoering van de beschikkingen, bedoeld in artikel 4, onderdelen a tot en met c, en
d. de ondersteuning van de Raad bij...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT