Wet van 1 juli 2020 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het onderwijstoezicht en enkele andere wetten in verband met actualisering van de deugdelijkheidseisen, het daarmee samenhangende onderwijstoezicht en vermindering van administratieve verplichtingen in het funderend onderwijs, alsmede reparatie van wetstechnische gebreken (actualisering deugdelijkheidseisen funderend onderwijs)

Wet van 1 juli 2020 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het onderwijstoezicht en enkele andere wetten in verband met actualisering van de deugdelijkheidseisen, het daarmee samenhangende onderwijstoezicht en vermindering van administratieve verplichtingen in het funderend onderwijs, alsmede reparatie van wetstechnische gebreken (actualisering deugdelijkheidseisen funderend onderwijs)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om in het funderend onderwijs de deugdelijkheidseisen en het daarmee samenhangende onderwijstoezicht te actualiseren, het aantal administratieve verplichtingen en voorschriften voor verantwoording te verminderen, en dat het voorts gewenst is een aantal wetstechnische gebreken te repareren; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I WIJZIGING WET OP HET PRIMAIR ONDERWIJS

De Wet op het primair onderwijs wordt als volgt gewijzigd:AArtikel 3a, tweede lid, laatste volzin, vervalt.BIn artikel 4, zevende lid, wordt «artikel 27, eerste lid, van de Wet personenvervoer» vervangen door «artikel 30, eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000». CArtikel 8 wordt als volgt gewijzigd:1. Het zesde en zevende lid komen te luiden: 6. Het onderwijs aan een speciale school voor basisonderwijs is er tevens op gericht leerlingen waar mogelijk tot het volgen van onderwijs in basisscholen of scholen voor voortgezet onderwijs te brengen. 7. De scholen gebruiken een leerling- en onderwijsvolgsysteem waaruit de vorderingen in de kennis en vaardigheden blijken op het niveau van de leerling, de groep en de school. Het leerling- en onderwijsvolgsysteem bevat, behoudens voor de eerste 2 schooljaren, toetsen die kennis en vaardigheden van de leerling meten in elk geval op het terrein van de Nederlandse taal en rekenen en wiskunde. 2. Het achtste lid vervalt. DArtikel 9 wordt als volgt gewijzigd:1. Na het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende: 2a. Het onderwijs in zintuiglijke en lichamelijke oefening, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel a, wordt gespreid verzorgd over alle schooljaren en beslaat in een schooljaar gemiddeld ten minste twee uren per schoolweek. 2. In het veertiende lid wordt «artikel 8, zevende lid» vervangen door «artikel 8, negende lid». EIn artikel 9b, vierde lid, wordt «artikel 8, zesde lid» vervangen door «artikel 8, zevende lid». FIn artikel 9c wordt «artikel 8, zevende lid, en artikel 9b, achtste en negende lid» vervangen door «artikel 9b, zevende en achtste lid». GIn artikel 10a, derde lid, wordt «artikel 9b, achtste lid» vervangen door «artikel 9b, zevende lid». HIn artikel 11 wordt «artikel 8, zesde lid» vervangen door «artikel 8, zevende lid».IArtikel 12, derde lid, onderdeel b komt te luiden:b. cijfers over de mate van evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in leidinggevende posities,. JOnder vernummering van het derde tot tweede lid vervalt het tweede lid van artikel 13. KNa artikel 13 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 13

a. Vaststelling en beschikbaarstelling schoolplan en schoolgids.

  1. Het bevoegd gezag stelt ten minste eenmaal in de vier jaar het schoolplan vast en stelt dit zo spoedig mogelijk na de vaststelling beschikbaar voor de inspectie. 2. Het bevoegd gezag stelt jaarlijks de schoolgids vast ten behoeve van het eerstvolgende schooljaar en stelt deze zo spoedig mogelijk na de vaststelling beschikbaar voor de ouders en de inspectie. LArtikel 16 vervalt.MArtikel 30 komt te luiden:

Artikel 30 Evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in leidinggevende posities

Het bevoegd gezag streeft evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in leidinggevende posities na. NArtikel 31, vierde lid, komt te luiden:4. Het bevoegd gezag stelt het managementstatuut, alsmede elke wijziging daarvan, zo spoedig mogelijk na de vaststelling op een voor eenieder toegankelijke wijze beschikbaar. OIn artikel 36, derde lid, vervalt «dan wel aan de betrokken staatsexamencommissie, en aan de inspectie». PIn artikel 40c, derde lid, wordt «in kennis» vervangen door «onverwijld in kennis».QArtikel 44 vervalt.RIn artikel 45, eerste lid, vervalt de laatste volzin.SArtikel 50 wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid wordt «artikel 8, zevende lid» vervangen door «artikel 8, negende lid». 2. Het tweede lid, dat begint met «Het bevoegd gezag» wordt genummerd 3. TIn artikel 57 wordt «artikel 8, zevende lid» vervangen door «artikel 8, negende lid».UArtikel 64b, eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:c. de bindende uitspraak van de geschillencommissie op grond van artikel 32, eerste dan wel vierde lid, tweede volzin, van de Wet medezeggenschap op scholen, dan wel de bindende uitspraak van de ondernemingskamer op grond van artikel 36 van de Wet medezeggenschap op scholen. VIn artikel 77, vierde lid, wordt «artikel 283 van de Gemeentewet» vervangen door «artikel 3 van de Wet algemene regels herindeling» en wordt «artikel 1, onderdeel f, van de Wet algemene regels herindeling» vervangen door «artikel 1, onderdeel h, van de Wet algemene regels herindeling». WIn Hoofdstuk I, titel IV, komt het opschrift van paragraaf 6 te luiden:

§ 6. Bestedingsmogelijkheden en financieel beheer

XNa artikel 148a wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 148

b. Beheer van de middelen.

Het bevoegd gezag beheert de middelen van de school op zodanige wijze dat het voortbestaan van de school is verzekerd. YArtikel 156 wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid, wordt «artikel 283 van de Gemeentewet» vervangen door «artikel 3 van de Wet algemene regels herindeling». 2. In het tweede en vierde lid wordt «artikel 1, onderdeel f, van de Wet algemene regels herindeling» vervangen door «artikel 1, onderdeel h, van de Wet algemene regels herindeling». ZArtikel 161 vervalt.AAArtikel 171 wordt als volgt gewijzigd:1. Het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden: b. een jaarrekening als bedoeld in artikel 361 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, waaruit blijkt dat sprake is van een rechtmatige en doelmatige aanwending van de bekostiging, met daarbij ingevolge het derde lid vast te stellen bijlagen, 2. Na het zesde lid worden twee leden ingevoegd, luidende: 7. Het bevoegd gezag onderscheidenlijk het samenwerkingsverband maakt het jaarverslag openbaar. 8. Bij ministeriële regeling kunnen nadere voorschriften worden gegeven over de wijze en het tijdstip waarop openbaarmaking van het jaarverslag plaatsvindt. BBNa artikel 174 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 175 Onderzoek vanwege de minister en correctie bekostiging
  1. Onverminderd de bevoegdheid van de inspectie op grond van de Wet op het onderwijstoezicht kan Onze minister een onderzoek instellen of doen instellen naar de jaarverslaggeving, naar de gegevens die noodzakelijk zijn voor de vaststelling van de bekostiging, naar de rechtmatigheid van de bestedingen en naar de doelmatigheid van het beheer van de school. 2. Indien uit een op grond van het eerste lid ingesteld onderzoek blijkt dat de bekostiging voor een school onjuist is vastgesteld, kan Onze minister correcties aanbrengen op de bekostiging. 3. Onze minister doet het bevoegd gezag schriftelijk mededeling van een besluit tot het aanbrengen van een correctie op de bekostiging. 4. Indien uit de jaarverslaggeving, bedoeld in artikel 171, eerste lid, uit de verklaring van de accountant, bedoeld in artikel 171, vierde lid, of uit een op grond van het eerste lid ingesteld onderzoek blijkt dat de bekostiging voor een school onrechtmatig is besteed of evident ondoelmatig is aangewend, kan Onze minister bepalen dat het desbetreffende gedeelte van de bekostiging niet ten laste komt van het Rijk of dat de daarmee gemoeide bedragen in mindering worden gebracht op de bekostiging, onverminderd artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht. 5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de wijze waarop wordt vastgesteld dat sprake is van evident ondoelmatige aanwending van de bekostiging als bedoeld in het vierde lid. 6. De voordracht voor een krachtens het vijfde lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd. 7. Een in het tweede lid bedoelde correctie wordt indien de correctie strekt tot verhoging van de bekostiging, binnen acht weken na de mededeling, bedoeld in het derde lid, door Onze minister betaald. CCIn artikel 176j, tweede volzin, wordt «Het bestuur zendt de inspectie van het onderwijs telkens na zes maanden een overzicht van die periode» vervangen door «Op verzoek van de inspectie zendt het bestuur een overzicht van». DDIn artikel 188b wordt «artikel 8, zesde lid» vervangen door «artikel 8, zevende lid».

ARTIKEL II WIJZIGING WET OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS

De Wet op het voortgezet onderwijs wordt als volgt gewijzigd:AArtikel...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT