Wet van 1 juli 2020 tot wijziging van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur in verband met diverse uitbreidingen van de toepassingsmogelijkheden daarvan alsmede enkele overige wijzigingen

Wet van 1 juli 2020 tot wijziging van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur in verband met diverse uitbreidingen van de toepassingsmogelijkheden daarvan alsmede enkele overige wijzigingen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur te wijzigen teneinde de toepassingsmogelijkheden daarvan uit te breiden alsmede deze wet op enkele overige onderdelen te wijzigen; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur wordt als volgt gewijzigd: AArtikel 1 wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid vervallen de aanduidingen van de onderdelen en worden de begripsbepalingen in alfabetische volgorde geplaatst. 2. De begripsbepaling «beschikking» komt te luiden: beschikking:

een beschikking ter zake van een subsidie, alsmede een beschikking ter zake van een vergunning, toekenning, goedkeuring, erkenning, registratie, aanwijzing of ontheffing voor zover: 1°. bij de wet is bepaald dat de beschikking in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3, kan worden geweigerd, dan wel ingetrokken, of 2°. bij de wet is bepaald dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat de beschikking in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3, kan worden geweigerd, dan wel ingetrokken;. 3. De begripsbepaling «bestand» vervalt. 4. In de begripsbepaling «betrokkene» wordt na «, de natuurlijke persoon of rechtspersoon met wie een vastgoedtransactie is of zal worden aangegaan» ingevoegd «of met wie wordt onderhandeld over een dergelijke transactie, en de beoogd verkrijger van de erfpacht waarvoor toestemming is gevraagd als bedoeld in de begripsbepaling «vastgoedtransactie», onder 5°». 5. De begripsbepaling «burgerservicenummer» vervalt. 6. In de begripsbepaling «Onze Minister» wordt «Onze Minister van Veiligheid en Justitie» vervangen door «Onze Minister van Justitie en Veiligheid». 7. De begripsbepaling «overheidsopdracht» komt te luiden: overheidsopdracht:

overheidsopdracht als bedoeld in artikel 1.1 van de Aanbestedingswet 2012;.8. In de begripsbepaling «rechtspersoon met een overheidstaak» wordt «een zelfstandig bestuursorgaan als bedoeld in het tweede lid» vervangen door «een rechtspersoon met een overheidstaak als bedoeld in het tweede lid». 9. De begripsbepaling «sector» vervalt. 10. In de begripsbepaling «vastgoedtransactie» vervalt aan het slot van subonderdeel 3° «of» en wordt subonderdeel 4° vervangen door: 4°. de deelname, met inbegrip van de vergroting, vermindering of beëindiging daarvan, aan een rechtspersoon, een commanditaire vennootschap of een vennootschap onder firma die het recht op eigendom of een zakelijk recht met betrekking tot die onroerende zaak heeft of zal hebben of die onroerende zaak huurt, zal huren, verhuurt, of zal verhuren; of 5°. toestemming voor vervreemding van erfpacht als bedoeld in artikel 91, eerste lid, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek;. 11. De begripsbepaling «verwerking van persoonsgegevens» vervalt. 12. In het tweede lid wordt «zelfstandige bestuursorganen» vervangen door «rechtspersonen met een overheidstaak» en wordt «artikel 1, eerste lid, onderdeel a» vervangen door «artikel 1, eerste lid». 13. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 4. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt onder overheidsopdracht mede verstaan: een speciale-sectoropdracht als bedoeld in artikel 1.1 van de Aanbestedingswet 2012. BArtikel 2 wordt als volgt gewijzigd:1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst. 2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 2. Onder subsidie wordt in deze wet mede verstaan: de bekostiging van onderwijs en onderzoek. CArtikel 3 wordt als volgt gewijzigd:1. In het zesde lid wordt na «ter verkrijging» ingevoegd «of behoud». 2. Aan het zevende lid wordt toegevoegd: «Het bestuursorgaan heeft eenzelfde bevoegdheid indien sprake is van een ernstig gevaar waarbij de ernst van de strafbare feiten weigering of intrekking van de beschikking niet rechtvaardigt. Het bestuursorgaan kan een op grond van deze bepaling gegeven voorschrift wijzigen. Indien niet wordt voldaan aan een op grond van deze bepaling gegeven voorschrift, kan het bestuursorgaan de beschikking intrekken.» DNa artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3

a.

  1. Onder feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder a, en derde lid, onder a, die erop wijzen dat de betrokkene in relatie staat tot strafbare feiten, wordt verstaan: a. een veroordeling wegens een strafbaar feit; b. een onherroepelijke strafbeschikking; c. het vervallen van het recht tot strafvordering op grond van een transactie als bedoeld in artikel 74 van het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT